Il Casanova di Federico Fellini – Fellini’s Casanova (1976)

Regie: Federico Fellini | 147 minuten | drama, komedie, biografie, geschiedenis | Acteurs: Donald Sutherland, Tina Aumont, Cicely Browne, Carmen Scarpitta, Clara Algranti, Daniela Gatti, Margareth Clémenti, Mario Cencelli, Olimpia Carlisi, Silvana Fusacchia, Leda Lojodice, Sandra Elaine Allen, Clarissa Mary Roll, Alessandra Belloni, Dudley Sutton

Als Federico Fellini zich aan een verhaal als dat van de Italiaanse massaversierder Giacomo Casanova waagt weet je wel wat er te wachten staat. Of beter, wat je niét te wachten staat. Want conventioneel is het allerminst. Dus zet die suffe film van Lasse Hallström maar gauw uit je hoofd en zet je schrap voor Fellini’s Casanova. Enige voorkennis van de regisseurs uitbundige waanzin is wel handig.

Het verhaal begint als Casanova in Venetië wordt opgepakt door de inquisitie. Vanwege beoefening van zwarte magie, bezit van verboden boeken, het schrijven van verwerpelijke literatuur en de misprijzing van het christelijke geloof. Kortom, de autoriteiten zijn het niet helemaal eens met Casanova’s onstuimige liefdesleven. Hij komt in de gevangenis, maar weet te ontsnappen en vlucht naar Parijs. Hij ontmoet een hoop vrouwen waarmee hij het bed in duikt. Maar hij mist Venetië. Waar hij ook komt, hij is nergens op zijn plek, met hoeveel vrouwen hij ook naar bed gaat.

Donald Sutherland (zijn stem werd in het geheel opnieuw in het Italiaans ingesproken) speelt de titelrol. En wat ziet hij er uit, met zijn vreemde kapsel en dito schmink. Zijn zelfmedelijden, arrogantie en bijbehorende praatjes maken het er niet beter op, echt aantrekkelijk is hij niet. Ook de vrouwen, met hun dikke make-up en vreemde lachen, zijn niet sympathiek of mooi. Zelfs de manier waarop de seks in beeld wordt gebracht (geloof het of niet, met de kleren aan) is moeilijk om in te komen. Fellini laat je met niemand identificeren en maakt het tevens moeilijk om je in een situatie in te verplaatsen. De kartonnen decors – golvend plastic dient als een ruige zee – staan verre van enig realisme en de kostuums zijn in hun maffe vormen en kleuren zo uitzinnig dat gesteld kan worden dat bijna elke vorm van herkenbaarheid uit Fellini’s wereld is onttrokken.

Fellini’s enige conventies zijn die van hemzelf. De film is een grote, bizarre droom vol rare gebeurtenissen en karakters, waarin in de façades zélf meer schuilt dan er achter. Een droom van een groteske paringsdans. “Oud wijf, ik rijg je aan mijn spies,” roept Casanova tegen een van zijn minnaressen. Wat nou ‘de liefde’ bedrijven, dat kan altijd nog. Tegen het einde van de film houdt Casanova een wedstrijd met een koetsier wie er het vaakst seks kan hebben binnen een uur. De apathie van de jonge vrouw waarmee Casanova het doet spreekt boekdelen. De wereld en mensen zijn leeg en uiterlijke schijn bestaat niet. Uiterlijk is gewoon alles dat er is.

Alhoewel de emotionele leegheid de boel soms wat op dreigt te breken is er nog altijd dat sporadische, magische moment, waarin alles even stil valt en ineens wat warmte in beeld komt. Zoals Casanova’s dans met een grote menselijke pop. Gek genoeg hoor je dan weer een hart kloppen en krijg je met de rare snuiter te doen. Nino Rota’s muziek completeert Fellini’s unieke circustaal. Overduidelijk geen film voor iedereen, maar voor de liefhebber valt er een hoop te genieten.

David Croese