Imagine That (2009)

Regie: Karey Kirkpatrick | 100 minuten | drama, komedie, fantasie | Acteurs: Eddie Murphy, Thomas Haden Church, Yara Shahidi, Ronny Cox, Stephen Rannazzisi, Nicole Ari Parker, DeRay Davis, Vanessa Williams, Martin Sheen, Lauren Weedman, Timm Sharp, Daniel Polo, Stephen Root, Richard Schiff, Marin Hinkle, Bobb’e J. Thompson, Blake Hightower, Michael McMillian, Catherine McGoohan, James Patrick Stuart, Tonita Castro, Charlie Koznick, Talen Ruth Riley

Op het eerste gezicht lijkt ‘Imagine That’ gedoemd te zijn om enerzijds in het rijtje recente filmmislukkingen van Eddie Murphy zijn plaats in te nemen, en anderzijds de dubieuze eer ten deel te vallen de zoveelste gezapige familiefilm te zijn waarin de onverantwoordelijke, egoïstische vader de band met zijn kind herstelt en ziet waar het écht om gaat in het leven (: een harmonisch, liefdevol gezin!). En hoewel ‘Imagine That’ structureel in weinig van dit soort films verschilt en in de tweede helft inderdaad ten prooi valt aan hopeloze clichés, weet de film lange tijd te overtuigen als de perfecte combinatie van familie-entertainment en Murphy’s comedy-magie.  Murphy’s laatste, echt geslaagde komische optreden vond alweer tien jaar geleden plaats, toen de ster uit ‘Beverly Hills Cop’ samen met collega-komiek Steve Martin de filmparodie ‘Bowfinger’ maakte. Sindsdien kwam er een reeks middelmatig of ronduit slecht materiaal van de acteur uit, dat weinig hoop meer bood op een succesvolle terugkeer van de komiek. ‘Pluto Nash’, ‘Daddy Day Care’, en ‘Norbit’, zijn maar een paar van de misbaksels die Murphy over het filmpubliek heeft uitgestort. Alleen in geanimeerde vorm, als Mushu in Disneys ‘Mulan’ of als Donkey in de populaire ‘Shrek’-films van Dreamworks, bleek Murphy nog prima uit de voeten te kunnen, met een manische energie die nog niets aan kracht heeft ingeboet. En, hoewel hij zich hier ook vaak van de gevoelige of “familie-vriendelijke” kant moet laten zien, in ‘Imagine That’ is hier in sommige scènes weer wat van terug te zien. Wanneer hij doordraait bij een presentatie op zijn werk, zijn concurrent Johnny Whitefeather (een hilarische Thomas Haden Church) de huid vol scheldt, of zichzelf voor schut zet tijdens een denkbeeldig avontuur in zijn huiskamer met zijn dochtertje, zien we weer een lekker onbevangen en ouderwets grappige Murphy. Twee zaken blijken bij deze film van groot belang te zijn (geweest). De casting van Murphy, Church, en het kleine meiske Yara Shahidi, en enkele narratieve keuzes die clichés betrekkelijk lang op een afstand weten te houden en de toeschouwer een band laten opbouwen met vader en dochter.

‘Imagine That’ lijkt verdacht veel op films als ‘Jersey Girl’, ‘About a Boy’, en ‘The Game Plan’, en wanneer Murphy’s personage Evan Danielson zijn dochtertje in het begin van de film praktisch negeert terwijl hij achter zijn computer met zaken bezig is, en zij beteuterd kijkend naar haar slaapkamertje loopt, vrees je als kijker het ergste. Er komt nu natuurlijk een lange opbouw van het conflict tussen het tweetal waarbij hij niet naar haar omkijkt en zij om zijn liefde blijft vragen. Uiteindelijk zal hij pas tot inzicht komen wanneer zij (of hijzelf) in de problemen komt door zijn onverantwoordelijke gedrag. Maar het verloopt in dit geval gelukkig iets anders. Danielson is geen overdreven boeman die aanvankelijk zijn dochter als oud vuil behandelt en later overloopt van liefde voor de kleine spruit, zoals bijvoorbeeld in ‘Jersey Girl’ het geval was. Nee, wat dat betreft is het verloop van deze film iets realistischer. Meteen wanneer zij bedroefd naar haar kamer loopt, krijgt papa al spijt en gaat hij zijn excuses aanbieden. En ook al is eigenbelang de aanleiding voor zijn onderdompeling in de fantasiewereld van zijn dochtertje, hij gaat wel degelijk liefdevol met haar om in hun spelletjes samen. Ook een goede keuze – bewust of door nood ingegeven of niet – is om de fantasiescènes in de hoofden van vader en dochter (en toeschouwer) te laten en ze niet (zoals in ‘Bedtime Stories’) letterlijk te verbeelden. Dus wanneer Murphy en Shahidi een bos inlopen en een draak en twee prinsessen tegenkomen, zie je ze gewoon door zijn appartement lopen en achter een tafel of stoel duiken. En wanneer ze angstig, vol vreugde, ontzag, of verbazing de wezens bekijken, turen ze slechts uit het raam, naar de trap of een schilderij aan de muur. Het maakt het geheel zoveel geloofwaardiger en charmanter. Nu zie je echt de verbeelding van een kind in actie. En Shahidi weet het uitstekend te verkopen. Door de schittering in haar ogen en haar écht overkomende schaterlachjes geloof je als kijker dat ze echt een draak of een prinses voor zich zien, waardoor je ze als toeschouwer ook echt ziet. Daarnaast blijkt Murhpy een natuurlijke vader-dochter band met Shahidi te hebben. Tenminste, zo ziet het eruit op het scherm wanneer ze samen lol maken of elkaar knuffelen. Deze geloofwaardigheid en de schijnbare authenticiteit is belangrijk voor de investering van de kijker in de personages. Dit zorgt ervoor dat ‘Imagine That’ een uur lang gewoon een leuk uitstapje blijkt en niet te erg gevangen zit in de verplichtingen van een filmscript.

Dit verandert helaas in de laatste acte van de film, wanneer ‘Imagine That’ hopeloos clichématig te werk gaat, en uitmondt in een dertien-in-een-dozijn, inmiddels bijna misselijkmakende finale waarin het kind een toneelopvoering heeft en de onverantwoordelijke vader in eerste instantie niet lijkt te komen, maar dan toch nog een verrassingsopkomst maakt. Het ergste is nog wel dat de film van twee walletjes wil eten. Om bij zijn dochters opvoering te kunnen zijn, moet Evan zijn carrière in feite laten schieten. Wanneer hij dan, heel bewonderenswaardig, voor zijn gezin kiest, zorgt dit al voor genoeg vreugde bij de toeschouwer. Het is absoluut niet nodig om, zoals hier gebeurt, zijn carrière in tweede instantie nog een doorstart te laten krijgen doordat de baas waar hij is weggelopen, onder de indruk is van zijn keuze en hem daarom toch de baan nog geeft. Wanstaltig. De waarde van de keuze ligt nu juist in het feit dat er zoveel op het spel staat. Maar gelukkig heeft ‘Imagine That’ meer te bieden dan hopeloze clichés en een belabberd einde. De film wordt gered door de band tussen vader en dochter, de leuke fantasiescènes en de komische krachten in de film. Niet alleen Murphy is op dreef, Haden Church steelt elke scène waar hij in voorkomt, met zijn valse Indiaanfilosofieën en identiteit, waarmee hij zijn zakenpartners keer op keer weet in te palmen. Het maakt van ‘Imagine That’ een geslaagde film voor zowel families als fans van Murphy’s (en Haden Church’s) humor.

Bart Rietvink

Waardering: 3

Bioscooprelease: 15 oktober 2009