Interview Adrien Merigeau (Het lied van de zee – Song of the Sea)



Amsterdam, EYE Filmmuseum, 4 november 2014

Op het KLIK! Animation Festival, in het EYE Filmmuseum te Amsterdam, beleefde op 4 november 2014 ‘Song of the Sea’, de tweede lange animatiefilm van de Ierse regisseur Tomm Moore, haar Nederlandse première. Moore’s vorige film ‘The Secret of Kells’ heeft een Oscarnominatie in de wacht gesleept en kort voor de vertoning van ‘Song of the Sea’ werd bekend dat ook deze film alvast de longlist voor de Oscars had behaald. Cinemagazine sprak kort voor aanvang van de première met de pas dertigjarige art director Adrien Merigeau, een energieke Fransman voor wie ‘Song of the Sea’ zijn eerste grote project was in deze rol. Ter gelegenheid van de Nederlandse release van de film, op 5 februari 2015, volgt hier zijn relaas.

Cartoon Saloon
Merigeau en Cartoon Saloon, de animatiestudio waarvan Tomm Moore mede-oprichter is, kennen elkaar al een jaar of tien. “Ik heb eigenlijk ontzettend geluk gehad,” zegt de Fransman daarover. “Ik studeerde in Frankrijk, maar kon een beurs krijgen om in het buitenland stage te lopen. Ik kon kiezen uit een lijst van geschikt bevonden studio’s en Cartoon Saloon leek me verreweg de fijnste plek. Het was een heel kleine studio, er werkten maar tien mensen of zo. Toen ik er kwam waren ze al een paar jaar bezig met voorwerk voor ‘The Secret of Kells’. De film ging in productie toen ik alweer vertrokken was, maar ze vroegen me terug om te werken aan de belangrijkste achtergronden.”

Ross Stewart, de art director van ‘Kells’, besloot zich meer toe te leggen op zijn eigen schilderwerk, waardoor er ineens vervanging nodig was. Voor ‘Kells’ had Merigeau hoofdzakelijk aan de achtergronden gewerkt en hij had geen enkele ervaring als art director. Toch besloot Moore hem te vragen. Het was toen echter nog lang niet zeker of de film daadwerkelijk gemaakt kon worden. Merigeau: “We begonnen met een paar beelden om de publiciteit mee op gang te brengen, voor de financiering en zo. Tomm had de grote lijnen van het verhaal al klaar, zoals dat de film gesitueerd zou worden in 1987, toen hij zelf tien jaar oud was, en dat je Ierland zou zien veranderen. De moderne wereld die de folklore en het plaatselijke geloof verdrong. De details van het verhaal veranderden gedurende de tijd, maar dit basisidee is gebleven.”

Productie
De financiering kwam er uiteindelijk en daarna ging het hard. Net als voor ‘Kells’ is voor ‘Song of the Sea’ gebruik gemaakt van diverse animatiestudio’s in verschillende Europese landen. Voor een art director brengt dat natuurlijk wel de nodige moeilijkheden met zich mee. Over deze worsteling zegt Merigeau: “Ik wilde mensen heel erg vrij laten. Ik wilde ze wel adviseren, maar niet corrigeren. Mensen moesten kunnen experimenteren. Maar omdat er uiteindelijk maar anderhalf jaar voor de productie stond, en tekenaars met quota te maken kregen, werd dat lastig uitvoerbaar. Bovendien had ik niet iedereen persoonlijk ontmoet, en zeker voor de mensen die mij niet persoonlijk kenden, was het lastig om aan dit idee van vrijheid te wennen. Dus moesten we uiteindelijk toch bepaalde keuzes gaan toelichten. Terwijl voor mijn gevoel de keuzes die we gemaakt hadden voor zichzelf zouden moeten spreken, omdat ze voortkwamen uit een natuurlijk proces. Maar iedereen was ontzettend professioneel en uiteindelijk verliep het productieproces heel soepel.”

Filosofie
Opvallend is dat de stijl van ‘The Secret of Kells’, waarbij er geen realistisch perspectief wordt gebruikt, is doorgezet in ‘Song of the Sea’, terwijl daar geen directe aanleiding toe lijkt te zijn. Daar blijkt een bijzondere verklaring voor te zijn. Merigeau: “Veel van de mensen bij Cartoon Saloon delen een fascinatie voor schilders als Egon Schiele (1890-1918) en Gustav Klimt (1862-1918), die eind negentiende, begin twintigste eeuw actief waren. Daarnaast was de componist John Cage (1912-1992) voor mij een grote inspiratiebron. Zijn filosofie is dat geluiden geen context nodig hebben, maar op zichzelf kunnen staan. Dat heb ik doorgevoerd in het gebruik van lijnen. Door een lijn op zichzelf te beschouwen en niet als onderdeel van een geheel, kun je een lijn zijn eigen gewicht en tijd meegeven, zoals in de Oosterse kalligrafie ook gebeurt. Daarom wilde ik het perspectief loslaten, omdat lijnen daarin juist wel samenwerken. Je ziet het meteen als het perspectief niet klopt en dan kom je op een beoordeling van ‘goed’ of ‘fout’. Dat leidt alleen maar af. En omdat Song of the Sea een behoorlijk melancholische film is – het gaat bijvoorbeeld over verlies en rouw – wilde ik een rustige stijl. Niet de snelle, dynamische manier die je in veel cartoons ziet. Uiteindelijk viel alles samen: onze gemeenschappelijke fascinaties leidden automatisch tot deze stijl.”

Hayao Miyazaki, de Japanse animatiegrootmeester waar Tomm Moore uitgesproken bewonderaar van is, diende Merigeau minder tot voorbeeld: “Miyazaki maakt prachtig, klassiek werk en zijn beeldtaal vloeit heel mooi samen met de vertelling. Maar persoonlijk ben ik meer beïnvloed door bijvoorbeeld Masaaki Yuasa (‘Mind Game’, 2004) en Tatsuo Satô (‘Cat Soup’, 2001). Maar ik refereer niet snel aan animators, eerder aan schilders. En dan niet eens zozeer hun werk, als wel hun filosofie. Paul Klee (1879-1940)  bijvoorbeeld, en andere schilders uit die tijd, die de begrippen ‘kunst’ en ‘schilderij’ aanvochten. Het gaat mij om een denkwijze, waarin geen ‘goed’ of ‘fout’ bestaat. De dingen ‘zijn’ gewoon. En daarin zie ik heel sterk de connectie met muziek. De twee kunstvormen hebben een vergelijkbare dynamiek.”

Folklore
Het werk van Miyazaki is in ontwerp en thematiek echter duidelijk aanwezig in Moore’s beide films. De regisseur heeft over ‘Song of the Sea’ zelfs gezegd dat het zijn ambitie was om er een eigen ‘My Neighbour Totoro’ van te maken. Toch is er volgens Merigeau ook nog wat anders aan de hand: “Zowel in Ierland als Japan bestaat er nog steeds heel veel folklore. Het geloof in geesten en elfen is nog altijd heel sterk. Wellicht doordat het beide eilanden zijn, afgesloten gemeenschappen. Dus de gelijkenis in thematiek ontstaat vanzelf.”

De folklore en Merigeaus filosofie blijken mooi samen te vallen in het Ierse landschap: “In Ierland heb je verspreid door het landschap stenen liggen, met eeuwenoude markeringen. We hadden hier een boek over, dat probeerde te verklaren waar de stenen vandaan kwamen en waar de markeringen voor dienden, maar dat bleek onmogelijk. Het zijn stippen en lijnen, als een soort sterrenbeelden. Misschien dienden ze als kaart ergens voor. Maar het maakt niet uit dat we geen idee hebben wat hun functie was. Het mysterie maakt ze juist mooier. Iets hoeft geen betekenis te hebben om mooi te kunnen zijn. Dat idee heb ik heel sterk toegepast in mijn werk als art director.”

Toekomstmuziek
Nu ‘Song of the Sea’ is afgerond, is Merigeau met diverse nieuwe projecten bezig. Hij is zelf aan het schrijven geslagen voor projecten die hij in Frankrijk wil ondernemen, maar hij is ook weer ingehuurd door Cartoon Saloon: “Ik werk met Nora Twomey, de co-regisseur van ‘The Secret of Kells’, aan haar debuutfilm. Ik ben bezig met concept art en het is fascinerend omdat de film in het Midden-Oosten is gesitueerd. De Arabische cultuur is zo enorm, zo overweldigend. De financiering is bijna rond, dus vermoedelijk gaan we met een paar maanden in productie.”

En dan is er nog de Oscarrace natuurlijk. Ongeacht de uitkomst, is Merigeau blij met de aandacht die ‘Song of the Sea’ krijgt, en daarmee 2D-animatie in het algemeen: “Ik heb het idee dat mede door ‘The Secret of Kells’ er weer echt aandacht is ontstaan voor 2D-animatie als kunstvorm. Niet heel veel mensen hebben de film gezien, maar we hebben een loyale, uitgesproken groep fans om ons heen verzameld. Destijds werden er in Europa maar een paar 2D-animatiefilms per jaar uitgebracht, maar dat lijkt nu te veranderen. Ik heb het idee dat mensen er klaar voor zijn om animatie tot zich te nemen, ongeacht de techniek die ervoor gebruikt is.”

Naschrift
‘Song of the Sea’ heeft net als ‘The Secret of Kells’  een Oscarnominatie in de wacht gesleept. De film is in Amerika zeer positief ontvangen wordt gezien als serieuze kandidaat. Voor de debuutfilm van Nora Twomey ondertussen, de derde grote animatiefilm voor Cartoon Saloon, is inderdaad de financiering rondgekomen. Hij gaat ‘The Breadwinner’ heten, gebaseerd op het gelijknamige boek van Deborah Ellis, over de 11-jarige Parvana die zich in het Afghanistan onder de Taliban als jongen verkleedt om voor haar familie te kunnen zorgen. De productie gaat vermoedelijk in april 2015 van start.

Wouter de Boer