Interview Alejandro Landes (‘Porfirio’)

Amsterdam, EYE Film Instituut, 16 augustus 2011

“Het allerbelangrijkste is een gevoel overbrengen”

Producir sensaciones
De jonge Ecuadoriaans-Colombiaanse regisseur Alejandro Landes, opgegroeid in Brazilië en werkzaam in Argentinië, had niet direct verwacht dat zijn eerste fictiefilm film ‘Porfirio’ in Europa zo succesvol zou zijn, maar echt verbaasd is hij ook niet. Na zijn eerste film ‘Cocalero’, een documentaire over de Boliviaanse president Evo Morales, heeft hij vier jaar later zijn eerste speelfilm afgerond. ‘Porfirio’, gebaseerd op ware gebeurtenissen, toont ruim honderd minuten de gelijknamige hoofdpersoon in zijn huis in Colombia, waar hij – na een ongeluk – veroordeeld tot zijn vier muren en de veranda steeds wanhopiger zijn dagen slijt in een rolstoel.

Landes heeft vooral een gevoel willen overbrengen, meer dan het vertellen van gebeurtenissen of het uitdragen van een boodschap. Door zijn eerdere werk als journalist heeft hij gemerkt dat de werelden van werkelijkheid en fictie vaak sterk verweven zijn, en dat dat bovendien niet erg is. Hij maakt daarom geen onderscheid tussen ‘echt’ en ‘verzonnen’. Het idee voor de film kreeg hij in 2005 door een kort nieuwsbericht over een invalide man die in Colombia een binnenlandse vlucht had willen kapen, zijn luiers vol dynamiet en zijn doel eindelijk aandacht voor zijn zaak vanuit de overheid. In plaats daarvan kreeg hij een gevangenisstraf in de vorm van huisarrest.

Landes vertrok een paar maanden nadat hem het bericht onder ogen was gekomen naar Florencia, een kleine stad in de Colombiaanse jungle, waar Porfirio Ramírez als gevangene in zijn eigen huis woonde. “Er was niet direct een heel vlot contact tussen ons,” vertelt Landes, “maar ik besloot in Florencia te blijven en na vijf maanden intensief contact was Porfirio ontdooid en kon ik beginnen met filmen.” Deze maanden waren voor Landes heel waardevol, vertelt hij, omdat hij toen het persoonlijke drama van Porfirio leerde kennen, meer dan welk ander aspect van de film dan ook. “Ik had bij wijze van spreken ook een film kunnen maken over de werkelijke kaping, of over de gebeurtenissen die ertoe leidden dat Porfirio in een rolstoel is beland.” In plaats daarvan koos Landes ervoor een mooie, maar subtiele kijk te geven op het menselijke verhaal en belangrijker nog, de menselijke emotie. In dit opzicht is Landes ook niet geïnteresseerd in genres, zegt hij, als antwoord op de vraag of hij zich beter thuis voelt in fictie of in non-fictie. “Documentaires of fictiefilms, het gaat uiteindelijk maar over één ding: producir sensaciones, ofwel het creëren van emotie.”

Florencia – kitsch in de jungle
Landes vond een huis in Florencia waar hij de film wilde opnemen en vroeg Porfirio zelf, zijn jongste zoon die de rol speelt van de oudste zoon die in werkelijkheid medeplichtig was aan Porfirio’s ‘misdaad’, en een buurmeisje, in het huis te komen wonen. “Na een paar weken was het drietal gewend aan elkaar, aan mij en aan de camera’s , en dat was precies de bedoeling. Het script heb ik nauwkeurig uitgewerkt, maar ik heb Porfirio en de andere twee acteurs bewust de ruimte gegeven met eigen inbreng te komen. Zo ontstonden er af en toe onverwachte dingen op de set.”

“De sfeer die het stadje Florencia uitdraagt, heb ik proberen te vangen in de film,” legt Landes uit. “De stad – een doorgangsplaats en handelsstadje – is als een niemandsland, het land is van iedereen en van niemand tegelijk. Doordat er redelijk wat geld omgaat in het kleine plaatsje, heeft het soms een onnatuurlijk kitscherige uitstraling.” Dit valt inderdaad op in bepaalde scènes in de film, wanneer Porfirio een bezoekje brengt aan een advocatenkantoor bijvoorbeeld.
Cinematografie en thematiek

“Cinematografisch heb ik enkele zeer bewuste keuzes gemaakt. Allereerst heb ik film op cinemascopeformaat gedraaid, iets wat in Colombia alles behalve gangbaar is. Daarnaast heb ik voortdurend Porfirio’s perspectief gebruikt. Wie buiten het kader stapt, valt letterlijk buiten Porfirio’s leven. Dat ongemak heb ik op de kijker willen overbrengen”. Ook het tempo van de film weerspiegelt op deze manier het leven van Porfirio waarin vaak de uren traag als stroop voorbij glijden, waarin niets gebeurt en niets wezenlijks verandert. “Ik heb om dit weergegeven in de film veel met het concept van tijd gespeeld.”

De film als geheel heeft dan ook een duidelijke cyclische vertelling, dat zal aan geen kijker onopgemerkt voorbij gaan. “Inderdaad, het begin en het einde zijn identiek, letterlijk zelfs. Porfirio eindigt in dezelfde positie als waar hij begonnen is. En toch is er iets kleins veranderd. De schijnbaar kleine overwinning van Porfirio is zijn grote winst en het uiteindelijk grote verschil. Hij heeft zijn identiteit teruggekregen, zichzelf herwonnen.” In die zin heeft de film absoluut een bepaalde positieve kracht.

De metafoor van het gevangenschap heeft volgens Landes geen politieke lading, maar gaat vooral over het menselijk drama van een man als Porfirio. Porfirio voelde zich na het incident waarbij een politiekogel hem verlamd in een rolstoel deed belanden, jarenlang gevangen in zijn lichaam, gekluisterd aan zijn huis en min of meer vastgelopen een penibele situatie. Wanneer hij eindelijk besluit het niet langer te pikken en het heft in eigen handen te nemen eindigt hij letterlijk gevangen, bestraft door de staat met een jarenlang huisarrest dat hij thuis moet uitzitten.

Geen medelijden
“Wie na de film een gevoel van medelijden overhoudt heeft niet goed opgelet,” stelt Landes. “Dat is wel het laatste waar Porfirio iets aan heeft. Zijn waardigheid is het enige dat hem nog rest, nadat zijn vrouw, zijn gezondheid en zijn rijkdom hem zijn ontnomen.” Mede hierom heeft Landes besloten de seksscènes in de film op te nemen. “Niemand denkt er ooit aan dat iemand in een rolstoel ook gewoon behoeften heeft en verlangens. Dat je ineens ophoudt een seksueel wezen te zijn, is een heel pijnlijk thema voor de meeste mensen die in een rolstoel belanden. Die scènes waren misschien initieel wat ongemakkelijk voor zowel Porfirio als zijn veel jongere buurmeisje Jasbleidy, maar zijn volgens Landes met de groots mogelijke zorg en subtiliteit gefilmd.

“Met opbrengst van film wilde Porfirio een bar beginnen, liever nog: een biljartcafé, en wel aan huis. Hij bouwde een verdieping op zijn bestaande huis, om van de begane grond een café te maken en zelf boven te gaan wonen. Hij was echter even vergeten dat hij geen trap op kon komen.” Deze anekdote vertelt Landes met zichtbare ontroering over de man met wie hij de afgelopen jaren nauw heeft samengewerkt. “Hij is nog steeds niet gewend aan zijn conditie maar toont wel weer levenslust die hij na zijn straf was kwijtgeraakt.” Deels hierom laat Landes Porfirio enkele scènes zingend vertolken. “Porfirio wilde eigenlijk vallenatozanger zijn, en kwam zelf plotseling met deze liederen aanzetten. Tijdens de intieme scènes met Jasbleidy begon hij spontaan te zingen, prachtig.”

De toekomst
In Colombia zal de film waarschijnlijk begin 2012 uitkomen, op het nationaal zeer gerenommeerde filmfestival in kustplaats Cartagena. “Colombia mist nog steeds een stevige basis voor onafhankelijke cinema, maar de afgelopen jaren is hier wel verandering in gekomen,” zegt Landes. Hij denkt dat het publiek zijn film zal kunnen waarderen door de emoties die het verhaal oproept en de herkenning van de dagelijkse Colombiaanse realiteit. “Het zal misschien lastig worden een groot publiek te bereiken omdat er geen bioscopen zijn die ‘arthouse’-films draaien, maar het Colombiaanse publiek lijkt de nationale cinema wel te waarderen.” Of de film veel besproken zal worden in media, valt nog te bezien, maar Landes lijkt niet al te veel bezig met dit soort voorspellingen.

Plannen voor een nieuw project heeft Landes ook nog niet. “De komende maanden ben ik nog zo druk met de distributie en lancering van Porfirio op verschillende plekken. En mag ik eerst even genieten van een afgeronde productie en het succes dat de film wereldwijd al heeft opgeleverd?”, lacht Landes. Het is hem zeer gegund.

Ruby Sanders