Interview Alice Schmid (‘Die Kinder vom Napf’)

Amsterdam, College Hotel, vrijdag 16 november 2012

Ter promotie van haar nieuwste documentaire ‘Die Kinder vom Napf’ is Alice Schmid in Amsterdam. De documentairemaakster maakte vroeger al films over oorlogskinderen, over misbuik en andere heftige onderwerpen, maar nu heeft ze haar eigen stadje met de vrolijke jeugd gefilmd. Ik sprak haar in de lobby van het College hotel, op een koude dag in november, althans, Schmid vertelt dat het in Zwitserland warmer is! De zestig plusser heeft een dikke trui aan en een zwierige rok en haar haren zitten in een lange vlecht.

‘Die Kinder Vom Napf’ is een film die Schmid altijd al heeft willen maken. Het persoonlijke project gaat over het gebied waar ze vlakbij is opgegroeid en nu nog woont. De kinderen wonen hoog in de bergen en moeten elke dag afdalen met kabelbanen om naar de school in het dal te gaan. Op die ene school zitten maar vijftig leerlingen, terwijl vroeger elk dorp wel zijn eigen school had. Door de leegloop van het gebied dreigt ook deze school te sluiten, waardoor de leerlingen elke dag nog verder zouden moeten reizen.

365 dagen
Een jaar lang filmde Schmid de kinderen elke dag, weer of geen weer, zin of geen zin. Elke dag was ze op de school, en vroeg ze de kinderen wat er aan de hand was in hun leven. Als er dan iets was gebeurd, zoals een valk die de kippen had gepakt, ging ze mee om te filmen. De kinderen vechten om de aandacht van de regisseuse, en willen haar allemaal hun levens, hun huizen en hun dieren laten zien, vertelt ze lachend. Elk kind heeft in de middag taken: ze verzorgen de koeien, ze maaien het gras, ze vangen muizen, ze doen al grote-mensenwerk om hun ouders te helpen. Zo vertellen de kinderen alles over het gebied en komen de ouders nauwelijks in beeld. Schmid heeft er expliciet voor gekozen, om het verhaal over de kinderen te laten gaan. Want: “Iedereen weet dat ze ouders en leraren hebben, die hoef je niet te laten zien.”

Vijftig kinderen
Dit is niet haar eerste film waarin kinderen een grote rol spelen, sterker nog, in alle voorgaande films van Schmid was een rol weggelegd voor kinderen. Toen Schmid nog assistent-regisseur was, werd ze ook altijd gevraagd wanneer er met kinderen gewerkt moest worden. “Ik weet het niet precies te duiden, het is een natuurlijk terugkerend iets.” Nadat ze een project had gedaan met de kinderen uit Napf, vroeg een leraar van de kinderen of ze niet een film over hen wilde maken. Schmid liep altijd al met het idee in haar achterhoofd om een film te maken over de kinderen die daar wonen. “Ik wil laten zien hoe een jeugd ook kan zijn en een ode brengen aan het gebied en de natuur, na al mijn films met heftige onderwerpen.” De financiering was echter lange tijd een probleem, omdat de fondsen niet geloofden dat een film over vijftig kinderen wel goed uit de verf zou komen.

440 uur
Ze nam toen het heft in eigen hand, en kocht zelf een camera en geluidsapparatuur. Nog nooit had ze alles zelf gedaan bij het maken van een film. “Ik begon maar gewoon, zonder vast plan of idee voor de uitkomst. Na elke dag schreef ik alles op over de opnames, en zo had ik na een jaar een heel boekwerk aan aantekeningen. Hier volgde nog een jaar van monteren.” Geen gemakkelijke taak, want er was maar liefst 440 uur aan materiaal. Toch beloofde ze elk kind dat het in de film terecht zou komen. “Er zijn uiteindelijk wel twaalf verschillende versies gemaakt, die behoorlijk van elkaar verschillen. Steeds koos ik andere fragmenten, net zo lang tot alleen de leukste en mooiste momenten in de film zaten.” Hierbij is wel het favoriete moment van Schmid zelf gesneuveld; namelijk de jongens die voetballen op een steile heuvel en steeds met zijn allen schreeuwend achter de bal aan rennen. Terwijl ze over deze scène vertelt, begint ze te glunderen. Het is duidelijk dat de regisseuse een groot hart voor de kinderen heeft.

Trots
De kinderen waren zo gewend aan de camera, dat ze bij de vertoning verbaasd waren. “Ze vroegen hoe ik het had gefilmd, ze konden het zich niet herinneren!” Ze lacht hardop. “Dat komt doordat ze zo geconcentreerd zijn om alles te laten zien, omdat ze zo trots zijn op hun leven. Ook nu de film in heel Europa vertoond wordt, zijn ze apentrots.” Op de vraag of hun ouders het meteen een goed idee vinden, schudt ze heftig haar hoofd. “Nee, helemaal niet! De ouders waren aanvankelijk niet erg enthousiast over het idee van de documentaire, omdat ze bang waren dat hun armoede gefilmd zou worden. Achteraf beseften ze dat de film alleen over de kinderen gaat, en dat er voornamelijk buiten werd gefilmd. Nu zijn de ouders trots, en misschien zelfs een beetje jaloers!” De kinderen mogen namelijk met de regisseuse mee naar de filmfestivals waar ze wordt uitgenodigd. Normaal zou er geen geld zijn om op vakantie te gaan, en de kinderen zien hier voor het eerst de grote stad Berlijn of de zee in Slovenië. Vaak krijgen de kinderen na drie dagen al heimwee, en de ouders zijn ook wel erg blij als ze weer veilig thuis zijn.

Geesten
Ondertussen heeft Schmid de fondsen die haar niet wilden subsidiëren hun ongelijk bewezen. ‘Die Kinder vom Napf’ is een groot succes in Zwitserland en ze heeft al voldoende geld verdiend voor haar volgende film, waarvoor ze al onderzoek aan het doen is. Die zal ze ook opnemen in Napf, maar dat zal weer een minder vrolijke film zijn. “In de idyllische en hechte gemeenschap wordt gepest en buitengesloten. De mensen zijn erg bijgelovig. Er zijn veel mythes over de verlaten huizen in de vallei. Het lieve, bijzondere meisje Laura dat in de familie is geboren die niet wordt geaccepteerd, en een spokenmeisje dat van de berg werd geworpen, zullen in mijn volgende film een rol gaan spelen”, vertelt ze ernstig, terwijl ze duidelijk zit te popelen om te beginnen. Ook schreef Schmid een boek dat zich afspeelt in hetzelfde gebied, genaamd ‘Dreizehn is meine Zahl’ (“Dertien, dat is mijn getal”). Hierin krijgt een jong meisje te maken met pesterijen en incest, wat volgens Schmid vaak voorkomt in geïsoleerde gebieden.

Mirte Brethouwer