Interview Jan Bijvoet (El abrazo de la serpiente)

Amsterdam, Lloyd Hotel, 25 maart 2016

De film ‘El abrazo de la serpiente’ van de jonge regisseur Ciro Guerra – over een bijzondere ontmoeting tussen twee ontdekkingsreizigers en een sjamaan in de Colombiaanse Amazone – ging in Cannes in première en ontving overal lovende reacties. Het is de eerste Colombiaanse film die voor een Oscar genomineerd werd. Vanaf 31 maart draait hij in de Nederlandse bioscopen.

Van een bericht op Facebook door een – voor hem op dat moment – onbekende regisseur, tot de een staande ovatie in Cannes en een bezoek aan de Oscaruitreiking afgelopen februari in Los Angeles: het gebeurde de Belgische acteur Jan Bijvoet. Zo geweldig als de film ‘El abrazo de la serpiente’ is geworden, zo is ook het verhaal van Bijvoet. Hij vertelt vol bewondering en enthousiasme over de regisseur, zijn medespelers en de film die ze hebben afgeleverd.

Fascinerende dagboeken

Nu ruim anderhalf jaar geleden ontving Bijvoet een bericht via Facebook, namens de Colombiaanse regisseur Ciro Guerra, of hij interesse zou hebben in een rol in diens nieuwste film. Een van de producenten van ‘El abrazo de la serpiente’ bleek Bijvoet te hebben gezien in ‘Borgman’ van Alex van Warmerdam en was meteen geïnteresseerd. Direct belde hij regisseur Guerra (o.a. van ‘Los viajes del viento’), op dat moment op een filmfestival in Argentinië, en het toeval wilde dat ook daar ‘Borgman’ te zien was. Nog die week zag Guerra Jan Bijvoet op het grote doek en was overtuigd. Het contact werd snel gelegd. Bijvoet dacht nog even dat het een vergissing was – “zochten ze misschien een andere Jan Bijvoet?” – maar na heen en weer mailen werd hij steeds enthousiaster over het project.

Regisseur Guerra stuurde enkele boeken van Theodor Koch-Grünberg, op wie het personage van Theo gebaseerd is, naar België. Koch-Grünberg trok al in 1898 voor het eerst naar de Amazone en van zijn laatste reis keerde hij nooit terug. “Zijn dagboeken zijn fascinerend, omdat er bijna niks bestaat over die regio in die periode. Ook voor Colombianen zijn de boeken een van de weinige bronnen over de Amazonevolkeren. Hij schreef echt uit liefde voor het gebied. Was er van overtuigd dat zijn wereld moest leren over de culturen die hij daar aantrof.”

Ook het script sprak Bijvoet meteen aan, maar omdat hij regisseur en crew nog niet had ontmoet, besloot hij een maand voor het draaien naar de Colombiaanse hoofdstad af te reizen. “Ik hoef niet koste wat kost films te maken, ik wil ook graag een prettige tijd hebben. In Bogotá werd ik door Ciro Guerra en zijn vrouw zó hartelijk ontvangen, dat ik meteen gerustgesteld was. Ik wist – ongeacht wat er artistiek precies uit zou komen – dat ik onder fijne mensen zou zijn, heel belangrijk.”

Talenknobbel?

Bijvoet spreekt in de film Duits, Spaans en twee inheemse talen, Cubeo en Guanano. Het leren van de talen bleek een flinke kluif te zijn. In België las Bijvoet het script in het Engels. “Tijdens het lezen zag ik achter sommige zinnen wel een taal staan, maar op een of andere manier was het niet tot mij doorgedrongen. Toen ik Ciro uiteindelijk sprak en bleek dat het grootste gedeelte van mijn tekst in de inheemse talen zou zijn, moest ik wel even slikken. Hoe kon ik – inmiddels een maand voor het begin van het draaien – die talen gaan leren? Uiteindelijk heb ik met dag en nacht studeren mijn teksten tot me genomen. Ik kreeg geluidsbanden, ingesproken door lokale bewoners, met daarop mijn zinnen. Die heb ik fonetisch uitgeschreven en uit mijn hoofd geleerd. Ik had al trucs bedacht voor als het niet zou lukken, zoals mijn hoofd van achteren te filmen, of spiekbriefjes in de kano, maar die hebben we niet nodig gehad. Het heeft me wel veel uren slaap gekost.”

Behalve de taalbeheersing valt ook de fysieke gestalte van Bijvoets personage Theo op, maar de voorbereidingen daarop vielen reuze mee: Bijvoet is van zichzelf zo mager. “Voor Borgman moest ik juist aankomen, dat was veel moeilijker!”

Filmen in de Amazone

Alle opnames werden op locatie gemaakt, in de Colombiaanse Amazone. De filmploeg zette een basiskamp op en trok elke dag per kano het oerwoud in om te draaien. Bijvoet verbleef uiteindelijk zesenhalve week in de jungle. Zwaar? “Het was pittig, maar als je aan zo’n project meedoet, verwacht je geen comfort. Het was vooral hard werken. Elke dag heel vroeg op omdat we bij het eerste licht op de filmlocatie moesten zijn, de hele dag filmen, ’s avonds terug naar het kamp, eten en repeteren voor de volgende dag. Elk uurtje dat ik over had gebruikte ik om de teksten erin te stampen dus veel slaap bleef er niet over. Overigens werd er supergoed voor ons gezorgd, elke dag was er goed eten, altijd drinkbaar water en het gevoel dat je samen bent maakt ook veel goed. Je komt er met z’n allen goed doorheen.”

Gevaarlijke situaties waren er nauwelijks, ook al werden ze bij de eerste reis naar het basiskamp geëscorteerd door het leger. Ook met de enge dieren of ziektes viel het mee, maar natuurlijk gebeurden er onverwachte dingen. “Vooral de weersomstandigheden waren onvoorspelbaar, omdat we in het regenseizoen filmden. In het natte seizoen zijn de kleuren en vooral het licht zoveel mooier, maar het nadeel is natuurlijk altijd de kans op stortbuien. De dagen waren erg volgepland, met wel twintig shots per dag in de planning, en vaak moest het schema worden omgegooid door de regen.”

De film werd geschoten op 35 millimeter, met een beperkt budget, dat betekent dat er zuinig gefilmd moet worden. “Je kunt geen tientallen takes filmen die je niet gebruikt. Dat paste gelukkig bij de stijl van Ciro, die graag goed repeteert en de scène er dan in twee of hooguit drie takes opzet. Hierdoor konden we elke dag veel doen.”

Betekenissen en mysterie

Over de betekenissen van de film en de bedoelingen van regisseur Guerra is Bijvoet nog niet uitgedacht. “Ik heb de film nu drie keer gezien en ontdek elke keer nieuwe lagen. Ik hou ervan als er wat mysterie behouden mag blijven, daarom zal ik ook niet teveel doorvragen bij een regisseur. Ik gebruik graag mijn intuïtie en hoop dat anderen dat ook doen. Zo kun je elkaar verrassen. Gelukkig konden wij elkaar hierin vinden. Toen ik aan Ciro vroeg waarom hij juist de jungle in zwart-wit filmde, zei hij alleen: ‘omdat die nog mooier is in zwart-wit’. Prachtig dat hij dat zegt, terwijl er natuurlijk allerlei redenen voor waren. Het gaat over de jungle die we allemaal in levendige kleuren voor ons zien; door het zwart-wit van de film ga ja anders naar de jungle kijken. Dat verschil in perceptie, is volgens mij waar de film over gaat.”

Onoplosbare paradox

Verschil in perceptie is een van de tegenstellingen uit de film, net als de rede en wetenschappelijkheid van de westerse mens versus de intuïtie en spiritualiteit van de inheemse bewoner. In de film wordt deze tegenstelling pijnlijk aangekaart wanneer een van de inheemse bewoners Theo’s kompas niet terug wil geven. Theo raakt gefrustreerd en roept dat de indianen niet met het kompas mogen werken omdat ze hun eigen astronomische kennis daardoor zouden verliezen. Een confronterende scène?

“Enorm! Dit is een onoplosbare paradox. De scène met het kompas deed mij denken aan de tijd die ik als jonge student in Indonesië doorbracht. Toen vroeg ik mijzelf ook vaak af wat ik en mijn medereizigers daar nu eigenlijk deden. Het ongemak van ons bezoek. Maar het heeft ook te maken met wederzijdse beïnvloeding. Je beïnvloedt elkaar per definitie, dat moet je ook niet tegen willen houden. Karamakate zegt dan ook: ‘Je mag een ander mens nooit van kennis onthouden’.”

In Colombia merkte Bijvoet dat dit erg leefde, veel Colombianen worstelen met de vraag hoe zij zich verhouden tot de inheemse bevolking die in een parallelle wereld hetzelfde land bewoont. “Het vreemde was, dat alle stedelijke Colombianen die ik ontmoette, hetzelfde vroegen: ‘hoe kan het zijn dat we hier leven zonder ons bewust te zijn van de inheemse bevolking?’ Het ís ook enorm lastig: moet de overheid de ontwikkeling in de gebieden stimuleren of hen zonder bemoeienis hun eigen leven laten leiden?”

Hoe past het maken van de film zelf in dit dilemma? Het op beeld zetten van mensen wordt in de inheemse culturen niet altijd gewaardeerd – wat ook in de film naar voren komt wanneer Theo foto’s maakt van de jonge Karamakate. “Daarom begon de hele crew al jaren geleden aan de voorbereidingen en het benaderen van de gemeenschappen. Overal werd toestemming gevraagd. En het grappige was, alle benaderde gemeenschappen werkten graag mee. Al was het concept van film niet voor iedereen even duidelijk! Voor mij getuigde deze manier van werken van veel respect.

En zo komt Jan Bijvoet tot de slotsom van waar de film over gaat: de schoonheid van het bij elkaar brengen van mensen met verschillende wereldbeelden. “Om die verschillende werelden, in een context van een vreselijk aangebrande geschiedenis, elkaar toch te laten vinden, en dan ook nog eens op een totaal niet sentimentele manier, daar ligt volgens mij de kracht van de film.”

Ruby Sanders