Interview Thomas Vinterberg (‘Submarino’)

Amsterdam, Ambassade Hotel, donderdag 2 september 2010

Met zijn nieuwste film ‘Submarino’ keert de Deense regisseur Thomas Vinterberg (laten we het maar gewoon zeggen: die van ‘Festen’) terug naar waar het tien jaar geleden allemaal begon: emotioneel getroebleerde jonge mensen en hun zoektocht naar zingeving onder grimmig gesternte. Vinterberg – onlangs gescheiden en een jonge vader – is na zijn meesterdebuut en een paar wisselend ontvangen internationale producties rijper geworden, als filmmaker en als mens. Heeft een film een happy end nodig? “Niet als er sprake is van cynisch sentimentalisme. Wel als teken van hoop.”

Thomas Vinterberg (1969) oogt met zijn voorkomende persoonlijkheid verre van een auteur/regisseur die zelf trauma op trauma stapelt, wat wel (weer) het geval is in zijn nieuwste productie ‘Submarino’ – het relaas van twee broers die hun weg proberen te vinden in het volwassen leven na te zijn opgegroeid met een alcoholistische moeder, met oudste broer Nick als ankerpunt. “Hun wereld staat ver van mij – als bourgeois filmmaker – af, maar ik heb mij erin verdiept en zie door de armoede heen trotse mensen, die misschien niet altijd vriendelijk zijn maar wel direct; op een of andere manier is Nick erg to the point met dat onbeholpen grote lichaam; daarmee voel ik empathie.”

Ter verduidelijking: Nick is het type ‘ruwe bolster, blanke pit’: iemand met een goed hart en losse handjes – is het niet om een vriend te beschermen dan wel om de lawaaierige buurman zijn plaats te wijzen. ‘Submarino’ is gebaseerd op het gelijknamige boek van Jonas T. Bengtsson, dat Vinterberg onder ogen kreeg toen het in zijn eigen leven ook niet op rolletjes liep. “Mijn relatie ging stuk, mijn filmcarrière liep niet goed en mijn financiële situatie was like shit. Ik stond in de kamer te janken en stuitte op dit boek.”

En de filmmaker Vinterberg was vertrokken. “An artist’s dream zeg je? Yeah.” De Deen wil zeker niet klagen maar bleek wel degelijk te zijn vastgelopen na zijn bliksemstart; met zijn nieuwste film lijkt Vinterbergs tweede filmjeugd echter begonnen. Hij loopt over van enthousiasme over ‘Submarino’ – zijn meest voldragen film tot nu toe. Vinterberg behoort daarbij tot een generatie die er geen moeite mee heeft het persoonlijke leven bloot te leggen, al kan hij dat als kunstenaar desgewenst naar eigen believen vormgeven. “Na ‘Festen’ dacht ik ’this is it; I’m done’. Ik zat vast aan het stramien van Dogme en kon eigenlijk niet meer verder. Ik weet nu dat ‘It’s All About Love’ later anders gewaardeerd zal worden en dat ‘Festen’ altijd de sexy lady van mijn oeuvre zal blijken; met ‘Submarino’ keer ik zelfs terug naar mijn afstudeerproject (‘Last Round’; een Oscar-genomineerde korte film over het afscheidsfeest van een terminale patiënt; JKV).” Is ‘Submarino’ een warme film? “Als jij dat vindt ben ik daar blij om. Maar ik kies mijn publiek niet uit.”

Nick uit ‘Submarino’ heeft welhaast messianistische trekjes – niet alleen in zijn gedrag, ook in de symbolen die hij krijgt aangereikt. Zo draagt Nick een groot deel van de film een verband om zijn gewonde hand dat gemakkelijk aan de lijdende Christus gelinkt kan worden. “Zo had ik het zelf nog niet bekeken, maar inderdaad. Zo zie je maar dat veel onbewust gebeurt. Ik manipuleer nauwelijks in mijn films. Dat het sneeuwde in Kopenhagen toen wij er opnamen was ook een kwestie van puur geluk.”

Zo goedgelovig zijn wij nu ook weer niet tegenover een filmregisseur die bovendien zoon van een filmrecensent is, maar Vinterberg doelt op het effectbejag zoals dat in films nogal eens wordt toegepast. Hij spreekt in dat verband van cynical sentimentalism. “Dan moet je denken aan strijkers bijvoorbeeld, of de tranen van een kind; die worden vaak manipulatief gebruikt. ”Vinterberg zegt er nooit voor gevallen te zijn; dat de roem hem na ‘Festen’ het filmmaken heeft bemoeilijkt ontkent hij ook ten stelligste. “Het is eerder gemakkelijker geworden. Ik werk nu met een kleinere groep mensen dan toen.”

Ideaal dus voor een boekverfilming die tot stand kwam aan de keukentafel. ‘Submarino’ is een werk van louterende pijn; die van Vinterberg, van hoofdpersonage Nick en ook van de kijker. Een grimmige, deterministische maar krachtige en uiteindelijk ook hoopvolle film. Wat de hoofdpersonen allemaal overkomt zou je je ergste vijand niet toewensen en op een gegeven moment zeg je als kijker – met Nick: genoeg geweest. Heeft Vinterberg bewust zoveel ellende in zijn film gestopt om het tedere slotakkoord meer zeggingskracht te geven? “Nee, zo is de realiteit: er zijn mensen die echt meemaken wat Nick overkomt. Ik wilde recht doen aan die fascinerende persoonlijkheid uit het boek – waarvan ik de structuur bewust intact heb gelaten – en de kijker een boodschap van hoop meegeven, zonder in sentimentaliteit te vervallen.”

Jan-Kees Verschuure