Iron Crows (2009)

Regie: Bong-Nam Park | 59 minuten | drama, documentaire

Meer dan de helft van alle afgedankte schepen over de hele wereld wordt ontmanteld op een van de dertig sloperijen in Chittagong, de belangrijkste havenstad van Bangladesh. De 21-jarige Belal is een van de ruim 20.000 arbeiders die dagelijks blootsvoets in de modder ploeteren voor een loon van omgerekend nog geen twee dollar per dag. Met hun lijven vol littekens en ijzergruis werken ze om te kunnen eten. Velen ook om hun familie enigszins te onderhouden. Belals grote droom? 700 dollar bij elkaar sparen om een eigen winkel te beginnen. Hij werkt al sinds zijn twaalfde op de sloperij van PHP, maar zo ver is hij nog lang niet. Toch blijft hij hoopvol dat hij op een dag een beter leven tegemoet gaat.

‘Iron Crows’ geeft een aangrijpend beeld van een paar arbeiders die elke dag opnieuw hun leven wagen om maar in leven te kunnen blijven. Veel van de slopers in Chittagong zijn ongeschoold en komen uit het arme noorden van Bangladesh. De 47-jarige Mohamad Rufik, die al 32 jaar op de sloop rondloopt, legt uit: “Iedereen wil hierheen. Hier voelen ze zich in het buitenland.” Thuis hebben ze nog minder en op de sloop kunnen ze in elk geval aan de slag voor een paar centen. Ook al is het werk gevaarlijk – jaarlijks sterven er zeker twintig mensen door ongelukken – het is beter dan niets. Ook kinderen lopen er rond. Een wet tegen kinderarbeid is hier zinloos, want zonder dit werk hebben ze geen geld en dus geen eten.

Klagen hoor je de arbeiders echter niet. Dit leven is hun realiteit en ze accepteren het zoals het is. Als Belal voor het oog van de camera bijna verongelukt onder een brok puin, stromen zijn kameraden toe. Ze stellen hem gerust dat zijn overleven betekent dat Allah over hem waakt, om vervolgens weer ongestoord verder te werken. Vrijwel zonder bescherming. Een enkeling, zoals Rufik, heeft een bril op bij het lassen. Maar bij de meesten blijft het bij een valhelm. Dat is ook nog maar sinds kort, wordt aan het begin van de documentaire opgemerkt. Voorheen waren het nog petjes.

Waar aanvankelijk de aandacht vooral bij de ontmanteling van de schepen ligt en het leven rondom de werkplaats, verschuift de focus langzaam maar zeker naar het privéleven van Belal. Op een onbewaakt moment vertrouwt hij de filmmakers toe dat hij al twee jaar getrouwd is, zonder dat zijn collega’s het weten. Zijn vrouw is straatarm en is juist bevallen van een dochter. Door ondervoeding is ze blind geboren. Het duurt weken voordat Belal in de gelegenheid is zijn gezin op te zoeken. Als hij na een reis van een paar dagen zijn dochter eindelijk in zijn armen kan houden, barst hij in tranen uit. Een onvergetelijk en hartverscheurend moment.

Het is de grote kracht van de documentaire dat ondanks deze zweem van triestheid, een positief beeld wordt gegeven van mensen die zich in Bangladesh aan de onderkant van de samenleving begeven. Ze zijn volhardend, want als je niet sterk bent, redt je het niet. Net als de kraaien op de sloop, die hun nest van ijzerdraad maken. Maar deze ijzeren kraaien weten wel nieuw leven te creëren. De levenscyclus op de sloop valt samen met die van de schepen, die grotendeels gerecycled worden. En de Koreaanse regisseur Bong-Nam Park heeft dit op een indrukwekkende manier weten vast te leggen. Zonder medelijden op te willen wekken, maar door mensen wel op de erbarmelijke omstandigheden te wijzen. Beeldschoon in beeld gebracht.

Wouter de Boer