Iron Rose – La rosé de fer (1973)

Regie: Jean Rollin | 85 minuten | horror | Acteurs: Françoise Pascal, Hugues Quester, Nathalie Perrey, Mireille Dargent     

De veelbelovende sfeersetting in het intro van ‘Iron Rose’ suggereert een intelligente film met diepere lagen en onverwachte wendingen. Alsof de poëtische beelden in de eerste minuten (de vrouw, het brede strand en de schuimende zee) het antwoord zullen zijn op prangende vragen die je de 80 minuten daarop volgend krijgt gepresenteerd. Maar helaas. Filmisch is ‘Iron Rose’ een klein meesterwerkje, en toch is de verhaallijn te dun om in te verdrinken. En juist omdat er niets mis is met de vormgeving van ‘Iron Rose’, blijf je als kijker hoop houden op die spannende en onverwachte wending in het verhaal. Des te groter is de teleurstelling wanneer de film na de 85e minuut abrupt eindigt.

Toen de film in 1973 verscheen kon ‘Iron Rose’ op weinig interesse van het publiek rekenen. En ook nu blijkt dat de film geen parel is die de tand des tijds nodig had om te rijpen. Tijd heelt dus niet alle wonden. Over wonden gesproken kent ‘Iron Rose’ weinig echte horrorelementen. Geen bloed, geen buitenmenselijke monsters en verschijningen, maar alleen de setting van een naargeestig kerkhof met dubieuze bezoekers die ook niet direct tot de verbeelding spreken. Daar zijn de karakters te kort voor in beeld gebracht en kennen zij een te minimale uitwerking. Schrijver en regisseur Jean Rollin- bekend om zijn erotisch getinte horror films- slaat met ‘Iron Rose’ de plank toch echt een beetje mis. Zelfs voor de jaren 70 is hij in deze film tamelijk preuts. Want hoezeer je als kijker ook de horror zal missen, ook de vrijpartij van het meisje (Françoise Pascal) en de jongen (Hugues Quester) -als basis van het kleine leed in deze film- is weinig gepassioneerd en spannend in beeld gebracht. Beiden weten overigens prima hun karakters neer te zetten. Op ongeremde en overtuigende wijze vertolken zij de angst die voortvloeit uit hun ongeplande nachtelijke bezoek aan het kerkhof. Maar of mensen in de realiteit op dezelfde manier zouden reageren en handelen is de vraag. De paniek slaat erg snel toe en dat werkt de opbouw van de film wat tegen.  Wat je regisseur Jean Rollin mee moet geven is zijn filmisch talent. Hij weet technisch hoe hij een verhaal in beeld moet brengen.  Maar of de manier van filmen bij het genre past is wel weer de vraag. De omgeving op het kerkhof is vaak volledig in beeld gebracht waardoor een schrikmoment of  onverwachte verschijning volledig uitblijft. En dus ook de spanning.

Leuk detail is het geluid in ‘Iron Rose’. Interessant om te horen welke ontwikkeling deze tot op heden heeft doorgemaakt in films. Let vooral eens op de nagesynchroniseerde geluiden van botten, wanneer de jongen in een knevelput terechtkomt. Maar wat heeft Rollin toch eigenlijk bedoeld met deze film? Hebben we de boodschap over het hoofd gezien? Wat had hij willen vertellen? Dat zijn toch wel de vragen die blijven hangen voor een ieder die Rollin het voordeel van de twijfel geeft en voor degenen die direct weigeren te geloven dat ‘Iron Rose’ gewoon niet zo’n goede film is.

Tjeerd Kooistra