Jane Eyre (2011)

Regie: Cary Fukunaga | 118 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Mia Wasikowska, Michael Fassbender, Judi Dench, Sally Hawkins, Jamie Bell, Su Elliot, Holliday Grainger, Tamzin Merchant, Amelia Clarkson, Craig Roberts, Lizzie Hopley, Jayne Wisener, Freya Wilson, Emily Haigh, Simon McBurney, Sandy McDade, Freya Parks

Deze verfilming van de beroemde roman van Charlotte Brontë begint stormachtig, letterlijk en figuurlijk. ‘Jane Eyre’ opent met een door een woeste storm dwalende jonge vrouw, waarvan je als kijker al vrij snel kunt raden dat het het titelpersonage (gespeeld door Mia Wasikowska) is.

De kijkers die bekend zijn met de oorspronkelijke roman weten dan al dat er flink aan de opbouw van het verhaal is gesleuteld: de roman zelf is strikt chronologisch en begint derhalve met Janes jeugd. Daar grijpt de film na enkele scènes naar terug en toont een jeugdtijd die slechts als miserabel te kenmerken is. De ouders van Jane zijn overleden, waardoor het weeskind wordt opgevoed door een tante, Mrs. Reed (een onherkenbare Sally Hawkins), die in slechtheid niet zou misstaan in het verhaal van Assepoester. Na getormenteerd te worden door haar etter van een neef, wordt ze naar een meisjeskostschool gestuurd. Daar zullen ze het ellendige plantje, zoals ze Jane typeren, wel even rigoureus bij snoeien. Wie denkt dat de tijdgenoten David Copperfield en Oliver Twist uit het werk van Charles Dickens een vervelende jeugd hadden, vergeet waarschijnlijk dat het voor een meisje in die positie wellicht nog wel erger toeven was: op de akelige, godvrezende school worden kosten noch moeite gespaard om de meisjes in het strakke keurslijf te houden. Dat is immers de beste methode om een gefortuneerde echtgenoot te bemachtigen, het uitdrukkelijke doel van de gehele educatie.

Na haar schooltijd mag Jane aan de slag als lerares op het landhuis Thornfield, waar ze een jong Frans meisje mag onderwijzen; Jane spreekt een woordje Frans. In het afgelegen huis kan ze op weinig sociale interactie rekenen, op die van huishoudster mevrouw Fairfax (de onvermijdelijke Judi Dench) na en de slechts sporadisch aanwezige landheer Rochester. Deze lichtelijk getroebleerde doch niet onaantrekkelijke man (de onvermijdelijke Michael Fassbender), die momenten van drift en fijnzinnig intellect op onvoorspelbare wijze met elkaar afwisselt, kan ook wel een gesprekspartner gebruiken en ziet in de intelligente Jane een boeiender sparringpartner dan in de rest van de aanwezigen.

Jane en Rochester hebben wel wat gemeen. Beide zijn op zoek naar een uitweg uit de maatschappelijke beperkingen die hen omringen, niet in de laatste plaats vis-à-vis het andere geslacht. Dit leidt vrij snel tot nauw verholen seksuele spanning tussen de twee. Dat is echter niet de enige spanning in Thornfield: Jane hoort vreemde geluiden en stemmen, mag de bovenste verdieping niet op en hoort Rochester meerdere keren refereren aan zijn donkere, zondige verleden. Deze mysterieuze elementen leiden bij vlagen tot bijna horrorachtige sequenties, die in films als ‘The Hours’ of ‘Sleepy Hollow’ amper hadden misstaan; Stanley Kubricks ‘The Shining’ wordt zelfs door de makers als invloed genoemd.

Langzamerhand komt dit opgebouwde momentum tot uitbarsten. De film boeit op meerdere vlakken, niet alleen door de strijd van de twee hoofdpersonen tegen de maatschappelijke (en dogmatisch-religieuze) ketenen waar ze door geboeid zijn, maar ook door de manier waarop vooral zij uitgroeien tot volwaardige karakters, mensen van vlees en bloed, met deugden en zwakheden. Je proeft aan alles dat hier een groot roman in al zijn facetten geïnterpreteerd wordt, niet in de laatste plaats door de treffende, vrij letterlijk overgenomen dialogen. Het is knap hoe met enkele aanpassingen de film veel vaart en dynamiek meekrijgt en toch de thematische veelzijdigheid van het bronmateriaal eer aandoet. Honderden pagina’s tekst worden hier in 118 minuten zeer efficiënt naar het scherm vertaald; het is knap hoe soms in een flits van een seconde een bepaalde emotie wordt opgeroepen.

Dit is ook nog eens magnifiek in beeld gebracht, met ijskoude blauwtinten in de kostschool, adembenemende, intimiderende landschappen en een prachtig gebruik van licht en donker in de gangen en kamers op Thornfield. De muziek is fraai, maar is wellicht wel erg aanwezig; de makers hadden niet bepaald hoeven vrezen dat het anders niet meeslepend genoeg zou zijn. Het acteerwerk is hiernaast uitstekend: Dench excelleert in haar slaap nog in dergelijke bijrollen, en Wasikowska en Fassbender vormt een goed paar hoofdrolspelers. De jonge Wasikowska speelt het titelpersonage met precies de goede balans tussen een saaie, grijze muis en wilskrachtige, intelligente proto-feministe; Fassbender is inmiddels een specialist in rollen van charismatische, sexy mannen met een donker randje.

‘Jane Eyre’ probeert niet het cineastische wiel opnieuw uit te vinden, maar laat enkele subtiele artistieke keuzes daargelaten het klassieke verhaal alle ruimte om op de voorgrond te treden. Dat is een goede keuze: uiteindelijk is ‘Jane Eyre’ een alomvattend epos geworden waar je je als kijker alleen maar in mee kan laten voeren. Welbeschouwd is deze film zonder reservering aan te raden.

Op het filmfestival van Venetië van 2011 ging een romanverfilming van Charlottes zuster Emily Brontë in première, ‘Wuthering Heights’. Na deze bewerking van ‘Jane Eyre’ kan men die film louter met vertrouwen tegemoet zien.

David van Marlen

Waardering: 4

Bioscooprelease: 29 september 2011
DVD- en blu-ray-release: 10 mei 2012