Janine (2010)

Regie: Paul Cohen | 90 minuten | documentaire | Met: Janine Jansen

Slechts twee maanden nadat Paul Cohens documentaire ‘Janine’ uitkwam, is de dvd-uitgave al beschikbaar: een prachtig (kerst)geschenk voor hen die dit boeiende portret over één van de beste violisten ter wereld in de filmhuizen of op festivals gemist hebben. Wat drijft deze superster? Hoe beleeft ze haar muziek? Hoe gaat ze om met de hele marketingmachine rondom het “merk” Janine Jansen en hoe houdt ze zich onder haar enorm drukke werkschema? Is het mogelijk voor haar om de juiste balans te vinden in haar leven? De documentaire ‘Janine’ geeft antwoord op veel van dit soort vragen en maakt de kijker anderhalf uur lang op meeslepende wijze deelgenoot van de passionele muziekbeleving van Janine Jansen en alles wat er bij een carrière op topniveau komt kijken.

De documentaire kent verschillende belangrijke componenten. Om te beginnen wordt onomstotelijk duidelijk hoezeer Jansen opgaat in haar vioolspel en in de muziek in het algemeen. Zo gauw de eerste klanken van een muziekstuk klinken, lijkt ze zich in een andere wereld te bevinden, een wereld vol emoties die ze naar de kijker en luisteraar communiceert middels haar buitengewoon expressieve gezicht. Daarnaast is te zien hoe veeleisend een studio-opname kan zijn. Het moet alleen al een hele opgave zijn om opname na opname van een klein stukje muziek te spelen en je steeds weer emotioneel in te leven in dat specifieke gedeelte van het grotere muzikale verhaal. Maar Janine is ook nog eens enorm perfectionistisch wanneer ze haar eigen werk terugluistert. Terwijl de dirigenten en producenten het vaak prachtig vinden, zien we Janine zelf regelmatig vieze gezichten trekken bij ieder klein oneffenheidje. Ze proberen haar op het hart te drukken dat het misschien tonaal wel absoluut perfect te krijgen is, maar dat dit ook kan betekenen dat de ziel en menselijkheid verdwijnen. Terwijl juist die bevlogenheid zo belangrijk is in het spel van Janine.

Naast de muzikale kwaliteiten van Janine’s vioolspel, die de kijker keer op keer in een soort trance gevangen houden, draait de documentaire voor een groot deel om een keerzijde, of noodzakelijk bijverschijnsel, van een artistieke carrière op topniveau, namelijk de marketing en commercie rondom het “product” Janine. Van alle kanten proberen managers en agenten om de persoon en artiest Janine Jansen zo goed mogelijk in de markt te zetten door haar langs te laten komen in de juiste tv-programma’s of, in het specifieke geval van de film, om een glossy magazine om haar heen te bouwen. Erg inzichtelijk zijn de gesprekken met de marketeers en Janine over dit blad (de “Janine”), en wat hier precies in zou moeten komen om een zo breed mogelijk publiek te trekken. Een column van Paul Witteman of Matthijs van Nieuwkerk bijvoorbeeld, iets over de boeken die Janine leest, of de wandelhobby die zij wel eens beoefent. Dat het soms totaal niets met (klassieke) muziek te maken heeft, lijkt weinig uit te maken, en gedachten van Janine zelf hierover hebben ook nauwelijks impact. Op de expliciete vraag van één van deze marketeers of Janine vindt dat ze te erg wordt geleefd, reageert ze beleefd, maar niet geheel ontkennend. Het moet ook inderdaad frustrerend en soms banaal zijn, maar ze beseft ook dat ze hier uiteindelijk allemaal zelf voor kiest. Zij wil die plek in de spotlight, ze wil overal en met iedereen kunnen optreden, en zoals violist Julian Rachlin, en ex-geliefde van Janine, ook zegt: als je een leven als professionele artiest wilt, dan horen dit soort “obstakels” en drukke agenda’s erbij. Want druk heeft ze het! Zo’n tweehonderd concerten per jaar deed ze tot voor kort, en daar zijn alle plichtplegingen en “after-party’s” nog niet eens bijgerekend. Het lijkt gekkenwerk te zijn en in de film komt Janine ook verschillende keren duidelijk oververmoeid over. Sommige vrienden van Janine, zoals collega Maxim Rysanov, laten voorzichtig doorschemeren dat het allemaal misschien wat teveel wordt. Het zou bijvoorbeeld ten koste kunnen gaan van diepte van haar spel en, belangrijker, haar gezondheid. Het is dan ook geen verrassing dat ze kort na deze film besloten heeft om de stekker eruit te trekken en tijd voor zichzelf te nemen.

Wanneer een documentaire de naam van een persoon draagt, verwacht je er als kijker op zijn minst achter te komen wie deze persoon precies is en wat zijn of haar beweegredenen of belangrijkste overpeinzingen zijn. Laat dit net het aspect zijn dat in ‘Janine’ niet, of heel moeilijk, te achterhalen blijkt. In interviews blijkt ze maar mondjesmaat in staat om haar gevoelens te verwoorden. Een journalist die haar ondervraagt voor de eenmalige glossy “Janine” stelt heel cru dat de (privé)personen achter topmuzikanten of -artiesten meestal saaie mensen zijn. Een boude stelling, die in ieder geval binnen de context van deze film om verschillende redenen onjuist blijkt te zijn. Om te beginnen heeft de beste man zelf weinig recht van spreken, wanneer even later tijdens een gesprek met Roger Moore de man zelf geen greintje energie in het interview weet te brengen met zijn ongeïnspireerde vragen en schijnbare onvermogen om creatief met antwoorden van de geïnterviewde om te gaan. De vragen behelzen vooral platitudes en clichés over zijn filmcarrière, terwijl Janine voorafgaand aan het interview er juist op had aangedrongen hem te vragen naar zijn liefde voor muziek, en tijdens het interview met haar stralende ogen en lach duidelijk zit te popelen om een goed gesprek met Moore te voeren. Ze is duidelijk teleurgesteld wanneer er stilte na ongemakkelijke stilte valt en het interview op niets uitloopt.

Enerzijds hoeft het dus niet zo te zijn dat (aanvankelijk) terughoudende mensen ook echt niets interessants te melden hebben. Er moet misschien wat meer doorgevraagd worden, naar omwegen gezocht worden, of noodzakelijk ijs worden gebroken voordat iemand zijn ziel bloot durft te leggen of in staat is de eigen gedachten op een rijtje te zetten. Hoewel veel van de gedachten van Janine verborgen blijven – en de kijker er bijvoorbeeld niet achterkomt wat haar nu precies zo aantrekt in (klassieke) muziek, haar instrument, de verschillende werken van de componisten, en het hectische leven van een topartiest – komen er enkele belangrijke opmerkingen langs die wel degelijk een intiem beeld geven van haar innerlijke belevingswereld. Ergens halverwege de film zegt Janine dat ze niet wil uitweiden over de techniek of methode van haar vioolspel omdat ze dan bang is dat ze vastloopt als ze teveel gaat nadenken. Ze weet eigenlijk niet precies wat ze doet, stelt ze zelf. Ze werkt, kortom, erg intuïtief en gevoelsmatig.

Veel geeft ze misschien niet prijs van haar zielenroerselen, maar aan het einde van de film laat ze zich tijdens een autorit na een concert – dat ze gaf terwijl ze eigenlijk ziek was – op haar meest kwetsbaar zien. Op dat moment voel je je als kijker zo erg betrokken bij Janine dat je haar het liefst in je armen zou willen sluiten. Het is toch lichtelijk aangrijpend wanneer ze vertelt dat ze in haar optredens zoveel van zichzelf geeft – zoveel emotie, zoveel liefde – maar het gevoel heeft te weinig liefde en steun in haar leven terug te krijgen. Ze zegt dat ze eigenlijk wat tijd zou willen hebben om dingen door te denken en zichzelf te ontdekken en dat ze nu te erg uit balans is. Tegelijkertijd wil ze ook echt zoveel van zichzelf geven. “Er is geen andere manier,” zegt ze. Het is een bijna duivels dilemma. Een dilemma dat waarschijnlijk vele grote artiesten bekend voor zal komen.

Janine is dus misschien spaarzaam met haar ontboezemingen maar de enkele onthullingen die in de film zitten zijn goud waard. Maar zelfs al zou ze in de interviews niets van zichzelf hebben prijsgegeven, dan vertelt haar vioolspel praktisch het hele verhaal. Haar gezichtsuitdrukkingen tijdens haar uitvoeringen, die afwachting, verrassing, ontroering, pijn, liefde en vreugde laten zien, wijzen op een diepe, emotionele persoonlijkheid, die allesbehalve saai of oppervlakkig is. Janine weet het orkest tijdens haar optredens meteen aan haar te binden, vertelt één van de producenten van de Bach-opnamesessies. Volgens hem is ze zo puur en zo authentiek, en emotioneel als een open boek tijdens haar vioolspel, dat ze de onmiddellijke steun krijgt van de andere muzikanten, wat volgens hem erg uniek is. Violist Rysanov stelt daarnaast dat ze enorm snel kan denken en als geen ander kan “luisteren”. Ze weet precies hoe haar medemuzikanten een noot gaan spelen en hoe ze hier zelf op moet reageren. De muziekbeleving van Janine is compleet. Ze communiceert en leeft als geen ander in haar muziek, met gevoel en intelligentie, en geniet hier met volle teugen van, net als haar (be)minnende publiek. Hopelijk slaagt ze erin deze balans in alle aspecten van haar leven te vinden. ‘Janine’, de film, is in vele opzichten een eye-opener (waarschijnlijk ook voor de hoofdpersoon zelf), en tevens een liefdevol portret van een groots artiest. Een artiest die ons hopelijk nog lang en in goede gezondheid zal kunnen verblijden met haar wonderschone klanken.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 7 oktober 2010