Jesse James Meets Frankenstein’s Daughter (1966)

Regie: William Beaudine | 88 minuten | horror, western | Acteurs: John Lupton, Narda Onyx, Cal Bolder, Estelita Rodriguez, Jim Davis, Steven Geray, Rayford Barnes, William Fawcett, Nestor Paiva, Roger Creed, Rosa Turich, Felipe Turich, Fred Stromsoe, Dan White, Page Slattery, Mark Norton

‘Dracula vs. Frankenstein’, ‘King Kong vs. Godzilla’, ‘Frankenstein Meets the Wolf Man’… het zijn nogal wat filmgrootheden die door de fantasie van filmmakers in de loop der jaren tegenover elkaar hebben gestaan. In deze ‘Jesse James Meets Frankenstein’s Daughter’ uit 1966 probeert regisseur William Beaudine, evenals dat in zijn in hetzelfde jaar uitkomende ‘Billy the Kid vs. Dracula’ het geval is, het western- en horrorgenre aan elkaar te koppelen. Hij laat de outlaw Jesse James in het kasteel van Frankenstein’s kleindochter belanden met alle duistere en veelbelovende vooruitzichten van dien.

En dus brengt deze film de nodige elementen met zich mee die in meerdere producties uit beide genres voorkomen. Aangaande het westerngenre is er wat knokwerk, schietpartijen, een klopjacht die op Jesse en zijn maat wordt geopend, confrontaties met indianen, stoer of heldhaftig gedrag van de bandieten of wetshandhavers… het zal de westernfans maar al te bekend voorkomen. Ook uit het horrorgenre passeren er de nodige herkenbaarheden: een afgelegen en eenzaam somber kasteel met allerlei ruimtes en gangen, wat gotische decors, de snode plannen van de boosdoener – Dr. Maria Frankenstein, Victor Frankensteins kleindochter, wel een foutje in de titel van deze film, maar goed – in het verhaal, wat pseudo-wetenschappelijke theorieën, een laboratorium met allerlei vage apparatuur en het nodige voorspelbare uit de hand lopende geëxperimenteer. Het zijn zaken die zowel het western- als het horrorgenre eer aandoen.

Maar of het allemaal ook maar in het minst geloofwaardig of serieus te nemen is? Niet echt, nee. Alleen al het uitgangspunt om Jesse James en een nazaat van Victor Frankenstein aan elkaar te koppelen heeft daarvoor een te grote ondermijnende werking. Daarnaast zijn de zich afspelende gebeurtenissen voor beide genres, hoewel op zich af en toe best leuk en aardig gedaan, niet bepaald al te spectaculair, overtuigend of angstaanjagend vormgegeven en wil het met de verschillende en her en der onwaarschijnlijke of overbodige amoureuze perikelen en verhaallijnen nogal eens onlogisch of warrig worden.

Aan de andere kant heeft deze productie qua entertainment wel het een en ander te bieden dat de gemiddelde liefhebber van de beide genres zal aanspreken. Verder speelt het verhaal – hoewel dat her en der wat stil komt te liggen, overwegend in een aardig tempo af. Ook is er de nodige al dan niet onbedoelde humor aanwezig in de dialogen – …‘he’s been shot’…, …‘well… eh…he was cleaning his gun…’ – en handelingen. Maria die haar opmerkelijke oudere broer in haar jaloezie oorvijgen uitdeelt? De manier waarop Maria haar experimenten uitvoert met haar machtig interessante ‘maar niet heus’ uitziende apparatuur? Het vanuit de verte getoonde kasteel dat overduidelijk geschilderd is? De invulling van deze en andere zaken werkt herhaaldelijk op de lachspieren, nog afgezien van het feit dat de uitgangspunten en ontwikkelingen van deze productie dat sowieso al doen. In zekere zin is het hele gebeuren zo twijfelachtig vormgegeven en vergezocht dat het daardoor leuk wordt.

Als Jesse James zien we John Lupton en als zijn metgezel Hank zien we Cal Bolder in beeld verschijnen. Beiden doen wat van hen verwacht wordt hoewel hun acteerwerk niet van bijster opvallende aard is. Ze krijgen natuurlijk ook niet al teveel mogelijkheden vanwege de ongeloofwaardigheid van het verhaal. Daarnaast geldt voor Bolder dat in de portrettering van zowel de mentaal gehandicapte Hank als van de in de rondte stampende Igor (voor de Frankensteinkenner een naam die een lichtje zal doen opgaan) de eigenschappen van beide personages ook hun beperkingen met zich meebrengen. In de rol van de doorgeslagen Maria Frankenstein duikt Narda Onyx op. Ook van haar, hoewel opnieuw binnen de diverse beperkingen, aardig werk, met name in de scènes waarin ze de jaloerse, woedende en tijdens haar experimenten bezeten Maria neerzet. Aardig werk ook van de overige castleden, al is het niet veel opvallend door de ruime schermtijd die Lupton, Bolder en Onyx toebedeeld krijgen.

Het resulteert al met al in een niet bepaald serieuze of geloofwaardige om niet te zeggen onzinnige low-budget overkomende productie. De liefhebbers van het serieuze western- of horrorwerk hoeven er niet naar om te kijken. Voor de liefhebbers van pulp/trashfilms is dit echter een film die een heel eind in de richting komt. Daarnaast kan ook het een en ander dusdanig onbeholpen, vergezocht en daardoor onderhoudend overkomen dat deze film ook bij de overige kijkers, zeker voor degenen die er voor openstaan en die hun verwachtingen op een niet te hoog pitje zetten, de aandacht zal weten vast te houden.

Frans Buitendijk