Journal d’une femme de chambre (2015)

Regie: Benoît Jacquot | 96 minuten | drama | Acteurs: Léa Seydoux, Vincent Lindon, Clotilde Mollet, Hervé Pierre, Mélodie Valemberg, Patrick d’Assumçao, Vincent Lacoste, Joséphine Derenne, Dominique Reymond, Rosette, Adriana Asti, Aurélia Petit, Jean-Louis Croquet

Met veelvuldige zooms, close-ups en dreigende pianomuziek wordt in ‘Journal d’une femme de chambre’ al snel een onheilspellende toon neergezet. Dat Célestine (een verveeld ogende Léa Seydoux; ‘La vie d’Adèle’) het in haar betrekking van kamermeisje bij een welgesteld gezin niet makkelijk zal krijgen, is direct evident. In het Frankrijk van begin twintigste eeuw heerst er een traditionele rollenverdeling. De excentrieke rijken hebben het er voor het zeggen en doen er alles aan om hun macht vast te houden. Die ongelijke gezagsverhoudingen zijn vooral zichtbaar op seksueel gebied. Mannen lopen massaal hun geslachtsdeel achterna, vrouwen zijn of seksueel gefrustreerd of fysiek slachtoffer van het mannelijke libido. Célestine weet echter goed weerstand te bieden aan deze wellustige spelletjes. Of gooit de bronstige koetsier en tuinman Joseph (Vincent Lindon) roet in het eten?

Dit vrij afgezaagde verhaal lijkt rechtstreeks uit de bouquetreeks te komen. ‘Le journal d’une femme de chambre’ is inderdaad een filmadaptatie, maar dan van het gelijknamige en toen controversiële boek van Octave Mirbeau uit 1900. Van de controverse van toen is nu nog weinig over. De afkeer jegens joden is tegenwoordig nog altijd sluimerend aanwezig. Maar of er nog openbare slavernij bestaat in onze vrij Westerse wereld is zeer de vraag. Ook seksueel gezien is de Westerling een stuk meer vrijgevochten dan ‘Journal d’une femme de chambre’ ons wil doen laten geloven. Inhoudelijk zal hier niemand meer wakker van liggen en is de seksuele suggestie verworden tot een preutse braafheid die niets meer van doen heeft met de decadente pornoficatie die de hedendaagse samenleving zo kenmerkt.

Ook de stilistische kenmerken dragen bij aan de preutsheid van ‘Le journal d’une femme de chambre’. De eerder genoemde zooms en close-ups zijn van een dergelijke fout gehalte dat de films bij wijlen nauwelijks serieus te nemen is. Daadwerkelijk onheilspellend wordt het als gevolg nergens. Daarbij is de film zodanig gefragmenteerd dat de machtsspelletjes te veel op afstand blijven. Preciezer, van een echt treffen is eigenlijk geen sprake. De verhoudingen tussen de personages zijn zo scherp nog niet. Het zijn niet meer dan hiërarchische speldenprikjes. Karaktermotivaties zijn bovendien weinig diepzinnig. Werken als ‘Les liaisons dangereuses’ of ‘Fanny Hill’ deden dat toch stukken beter, net als de eerdere adaptaties van filmmastodonten Jean Renoir en Luis Buňuel.

Uiteindelijk probeert de film de seksuele spanning enkel te vatten in een ironische suggestie. Dat komt heden ten dage nogal tam over. ‘Journal d’une femme de chambre’ is als soft porno, maar dan zonder naakt. In het genre van het kostuumdrama is dat verre van genoeg. De problemen van toen moeten immers iets kunnen vertellen over de problemen van nu. Het seksuele moraal is nog even verderfelijk (zie de pornoficatie), maar door die verhullende suggestie bereikt de film een averechts effect. Blijkbaar valt het allemaal wel mee de problemen die ‘Journal d’une femme de chambre’ probeert aan te kaarten.

Wouter Los

Waardering: 2

Bioscooprelease: 25 juni 2015