Jungle Book – Rudyard Kipling’s Jungle Book (1942)

Regie: Zoltan Korda | 108 minuten | actie, avontuur, fantasie | Acteurs: Sabu, Joseph Calleia, John Qualen, Frank Puglia, Rosemary DeCamp, Patricia O’Rourke, Ralph Byrd, John Mather, Faith Brook, Noble Johnson

Vandaag de dag is de bekendste versie van ‘Jungle Book’ waarschijnlijk de gelijknamige tekenfilm uit de Disney studio uit 1967. Maar vijfentwintig jaar eerder, in 1942, kwam de allereerste en live action versie van ‘Jungle Book’ uit. Deze filmversie wijkt minder af van de oorspronkelijke verhalen dan de tekenfilm. Deze verhalen, in de periode 1893-1894 geschreven door de Brit Rudyard Kipling, zijn gesitueerd in het land waar de schrijver geboren en getogen is: India.

De oorspronkelijk uit Hongarije afkomstige broers Alexander, Zoltan en Vincent Korda werkten regelmatig samen bij filmproducties, waarbij Alexander zich als producent opwierp, Zoltan als regisseur en Vincent als productie-ontwerper en designer. In 1937 hadden de Korda’s de staljongen Sabu ontdekt en hem een rol gegeven in een andere Kipling verfilming genaamd ‘Elephant Boy’. Vijf jaar later zouden ze voor deze film weer samenwerken.

Met zijn natuurlijke uitstraling weet Sabu als “wild kind” Mowgli alle aandacht naar zich toe te trekken en hij weet het bete uit zijn rol te halen. Mowgli maakt ook een aardige ontwikkeling door van grommend en onaangepast schepsel dat nog nooit vuur heeft gezien, tot pratende inwoner van het dorp, zonder daarbij de jungle-kant van zijn persoonlijkheid te verliezen. Verder is het vooral Calleia die opvalt. Hij praat de film aan elkaar, in het begin en eind en soms tussendoor als oudere, wijze man die Mowgli’s verhaal vertelt aan een Britse en een groepje Indiërs en als man van middelbare leeftijd die in de komst van Mowgli een grote bedreiging ziet.

Voor degenen die het boek kennen en/of de tekenfilm hebben gezien, zitten veel van de dierlijke karakters ook in deze film verwerkt. Wel is het zo dat alleen de slangen Kaa en de Bewaarder van de Schat hier sprekend worden opgevoerd. En er worden zeker geen liedjes gezongen!

Op sommige vlakken heeft ‘Jungle Book’ de tand des tijds niet helemaal doorstaan. Het is erg duidelijk welke dieren echt gefilmd zijn en welke hartstikke nep zijn. Het heeft ook wel zo zijn eigen charme, omdat het destijds ongetwijfeld heel realistisch eruit zag, maar op zulke momenten valt het toch weer op dat het eigenlijk een heel oude film is. Ook is het jammer dat voor de hoofdrollen niet meer Indiase mensen zijn uitgekozen behalve Sabu. Joseph Calleia is misschien als Maltees nog donker genoeg, al wordt hij in elk geval ook “oud” geschminkt, maar Rosemary DeCamp en Patricia O’Rourke zijn duidelijk niet van Indiase afkomst, om over John Qualen (die zich in veel films van John Ford specialiseerde in Scandinaviërs) nog maar te zwijgen. Met deze werkwijze komt men vandaag de dag echt niet meer weg.

In tegenstelling tot sommige Tarzan-films, ziet de jungle er hier tamelijk overtuigend uit en ‘Jungle Book’ wordt in een strak tempo en met veel vaart op het scherm gepresenteerd. Er zijn geen overbodige scènes, er is een helder verloop en in ruim honderd minuten wordt het hele verhaal van voor tot achter verteld. Een stroomlijning en effectiviteit waar veel moderne films nog een voorbeeld aan kunnen nemen. De moraal van Kiplings verhaal gaat ook in de filmversie niet verloren: dat het er weliswaar hard aan toegaat in de dierenwereld, maar dat mensen elkaar nog veel erger dingen aandoen. Een notie die bij het bioscooppubliek van 1942 zeker een resonantie zal hebben gevonden.

‘Jungle Book’ werd genomineerd voor vier Oscars, maar won er geen één. Zo was er een nominatie voor Special Effects, die zoals gezegd destijds heel indrukwekkend waren – zeker de grote junglebrand op het einde. Ook werd de film genomineerd in de categorieën camerawerk en de aankleding, beiden voor een kleurenfilm, omdat er toen nog aparte Oscars werden uitgereikt voor zwart-wit en kleurenfilms. Tenslotte was er een nominatie voor één van de meest genomineerden aller tijden: Miklós Rózsa, die tijdens zijn leven wel drie gouden beeldjes op mocht halen, voor ‘Spellbound’, ‘A Double Life’ en ‘Ben-Hur’. Zijn sfeervolle muziek voor ‘Jungle Book’ zou het eerste commercieel gelanceerde album met de originele opnamen uit de film worden, een trend die in de daarop volgende jaren veel navolging zou vinden.

Hans Geurts