Kill Me Please (2010)

Regie: Olias Barco | 92 minuten | komedie | Acteurs: Aurélien Recoing, Benoît Poelvoorde, Muriel Bersy, Nicolas Buysse, Ingrid Heiderscheidt, Jérôme Colin, Ewin Ryckaert, Stéphane Malandrin, Virgile Bramly, Gérard Rambert, Stéphanie Crayencour, Vincent Tavier, Zazie De Paris, Virginie Efira, Saul Rubinek, Clara Cleymans, Daniel Cohen, Bouli Lanners, Olga Grumberg, Philippe Nahon, Bruce Ellison, Philippe Grand-Henry

‘Kill Me Please’ behandelt de aloude controverse rondom zelfmoord. Heeft iemand het recht om zijn eigen leven te nemen en (voor deze film nog belangrijker) heeft de medische wereld het recht om daarbij te assisteren? In het Frans-Belgische ‘Kill Me Please’ zult u de antwoorden niet vinden. Daarvoor is de film te druk bezig met travestieten, Vietnam-veteranen en zangeressen met longkanker.

‘Kill Me Please’ is alles behalve een diepgaande analyse van het thema medisch begeleide zelfmoord. Barco gebruikt dit thema vooral als speeltuin voor zijn eigen absurdistische karakters. De film wordt namelijk bevolkt door een bonte verzameling personages die zich allemaal hebben aangemeld bij de zelfmoordkliniek van dokter Kruger. De een om te overpeinzen of zelfmoord toch wel de juiste keuze is, de ander om de knoop door te hakken en er een einde aan te maken. Hoewel het woord komedie op de dvd-hoes aanprijzend staat vermeld, zal het duidelijk zijn dat er met zo’n setting geen sprake is van een vrolijke film. Daarbij is ‘Kill Me Please’ ook nog eens in zwartgallig zwart-wit gedraaid, waardoor ook het laatste beetje optimisme aan de film onttrokken wordt.

In het neerzetten van die stemming is Barco ruimschoots geslaagd. Het geheel speelt zich af in de donkere bossen van Frankrijk waar uit de sneeuw het oude landhuis van dokter Kruger verrijst. Het is een omgeving waar de stilte domineert en waar het altijd nacht lijkt te zijn, zelfs wanneer de zon schijnt. Een plek waar de dood op de loer ligt. De patiënten in dokter Krugers kliniek hoeven bij wijze van spreken alleen maar de deur open te doen om deze binnen te laten. Veel contact met de buitenwereld is er niet en zo slijten de patiënten geïsoleerd hun dagen, in afwachting van hun naderende dood. Ondertussen zijn wij als kijker getuige van hun dagelijkse overpeinzingen.

Blijft de vraag natuurlijk waarom u zo’n film zou willen zien? Daar valt helaas geen eenduidig antwoord op te geven. Barco’s absurde wereld laat zich namelijk niet zo gemakkelijk in categorieën plaatsen. Zo deprimerend als hierboven wellicht wordt geschetst is de film in ieder geval niet. Bij tijd en wijle bereikt de film inderdaad de term komedie, vooral vanwege de totale gekte die zich langzaamaan meester maakt van de inwoners van de kliniek. Stuk voor stuk hebben ze zo hun eigen belachelijke redenen om een einde aan hun leven te willen maken, waarbij het de bezoekers totaal aan zelfreflectie ontbreekt. Tel daarbij op dat de kliniek uiteindelijk onder vuur wordt genomen door kwade dorpsbewoners en de manie is compleet. Tegelijkertijd is de film ook te vreemd om echt als komedie gecategoriseerd te worden. Veel eerder doet ‘Kill Me Please’ met zijn zwart-wit tinten en eigenzinnige wereld denken aan de Nouvelle Vague van begin jaren 60. Barco doet in ieder geval recht aan het idee van auteurscinema dat in die stroming tot uiting kwam. Ook hij laat zich niet beperken tot genres of verwachtingen, maar levert vooral een persoonlijke film af die is afgestemd op zijn eigen smaak.

Hoewel die eigenzinnigheid lovenswaardig is, moet er toch ook een kanttekening bij geplaatst worden. ‘Kill Me Please’ is soms ook teveel ‘L’art pour l’art’, waardoor je als kijker wel heel erg zoekende blijft. De prijs van de filmkritiek die de film won op het filmfestival van Rome wekt dan ook de indruk dat geen van aanwezige juryleden toe durfde te geven de film niet te snappen. ‘Kill Me Please’ is weliswaar heerlijk absurd, maar daardoor nog geen hoogstaande kunst. Een interessant en leuk experiment is het zeker, maar als kijker blijf je toch wat onvervuld achter.

Sander Colin