Knock Off (1998)

Regie: Tsui Hark | 87 minuten | actie | Acteurs: Jean-Claude Van Damme, Rob Schneider, Lela Rochon, Paul Sorvino, Carman Lee, Wyman Wong, Glen Chin, Michael Wong, Moses Chan, Ray Nicholas, Jeff Wolfe, Michael Miller, Steve Brettingham, Mark Houghton, Peter Nelson, Kim Penn, Thomas Hudak, Steve Nation, Rose Librizzi, Noel Rands, Dennis Chan, William Chow, Stuart Kavanagh, Noorie Razack, Heung Hoi, Simon Cheung, Leslie Cheung, Matt Grant, Nyree Hansen, Kent Osborne, Lynn Francis, Cordelia Choy, Matthew Tang, Roks Chik, Yui Sang Wong, Wai Yin Tse, Man Cheong Chan, Irene Luk, Yiu Hay Leung, Kerrie Jordan

Als je Jean-Claude Van Damme en Rob Schneider bij elkaar in één film zet, en nota bene de hoofdrollen laat spelen, is het natuurlijk vragen om moeilijkheden. Je begint dan immers al met een 2-0 achterstand door het acteervacuüm dat optreedt. Een binding met de personages of een effectieve manier waarop de kijker het verhaal wordt ingetrokken is nu al een onmogelijkheid. Opwindende actie en een boeiend verhaal zouden het gebrek aan acteer en komisch talent wellicht nog kunnen compenseren, maar slechts het eerste element kan even kort verlichting bieden in het slot van de film. Als geheel is ‘Knock Off’, ondanks de hoeveelheid actie, een ongelooflijk saaie en humorloze film.

Zelfs de hyperactieve regiestijl van Tsui Hark, die toch best verdienstelijke werkjes heeft afgeleverd, waaronder de spetterende Kung Fu film ‘The Blade’, kan de boel dus niet redden. Sterker nog, hij is een deel van het probleem. Even is het grappig om shots te zien die de binnenkant van een schoenzool tonen, om een soort stop motion of pauze-effect te zien bij een spannend actiemoment, of om een extreme close-up op de pistoolloop van de schurk voorgeschoteld te kijken, maar als tijdens de gevechten er nauwelijks overzicht is door de chaotische montage en voortdurende close-ups, gaat de stijl vermoeien. Potentieel opwindende gevechten worden zo dikwijls van hun effectiviteit ontdaan. Gevechten die sowieso onopmerkelijk zijn. En dat is tenslotte waar het de producent of regisseur om te doen moet zijn geweest toen hij Jean-Claude Van Damme een rol liet spelen in de film. Zijn sterke punten zijn nu eenmaal zijn vechttalent en gespierde lichaam. De acteur die “doorbrak” met films als ‘Bloodsport’ en ‘Kickbokser’ wordt bijna alleen gebruikt om flauwe one-liners te spuien, een beetje dom in de camera te grijnzen, en hard weg te lopen voor achtervolgers. Lekkere één-op-één vuist- en voetgevechten zijn helaas bijzonder schaars.

Het verhaal is ook nog eens oersaai. Iets over Russische terroristen en nanobommen in nepkleding uit Hong Kong. Natuurlijk zitten er verschillende personages in die dubbelspel spelen of niet zijn wie ze leken te zijn, maar het wordt allemaal zo rommelig verteld, met als lijm tussen de “inhoudelijke” scènes een veelheid aan steeds saaier wordende en nep uitziende ontploffingen, dat de kijker moeite moet doen om wakker te blijven.

Slechts de laatste circa vijftien minuten doen de kijker even opveren. Dan vindt er namelijk een zeer amusante shoot-out plaats op een schip en in de haven van Hong Kong. Hier komt alles samen: belachelijke, maar vermakelijke actie, ontploffingen, indrukwekkende beelden van het schip – personages die zich in de grote (stoot)banden verschuilen, containers die tegen elkaar aan schuiven, imposante close-ups – tamelijk overzichtelijke één-op-één gevechten, en zelfs nog wat werkelijke spanning hier en daar. Bovenal heeft de film hier de lekkere pulpy actiesfeer die hij de hele film had moeten hebben. Het is maar gelukkig dat Lela Rochon nog voor wat eye-candy zorgt en ook voor nog enige geloofwaardigheid in haar acteerwerk, maar het is toch een slecht teken dat deze actrice het meest overtuigende is dat de cast van de film te bieden heeft.

Bart Rietvink