La mort en ce jardin – Jungle Attack (1956)

Regie: Luis Buñuel | 104 minuten | drama, avontuur | Acteurs: Simone Signoret, Charles Vanel, Georges Marchal, Michel Piccoli, Tito Junco, Raúl Ramírez, Luis Aceves Castañeda, Jorge Martínez de Hoyos, Alberto Pedret, Marc Lambert, Stefani, Michèle Girardon

De carrière van Luis Buñuel is er één van uitersten. Het ene moment is hij één van de grote namen van het surrealisme, en het volgende moment moet hij derde-rangs klusjes voor Warner Brothers uitvoeren, zoals het vertalen van buitenlandse films. Hij heeft dure blockbusters op zijn naam staan, maar ook duistere experimenten die vaak na uitgave meteen verboden werden. ‘La mort en ce jardin’ is een film uit het eerste rijtje, een Franse productie met grote namen als Simone Signoret en Charles Vanel. We zien tevens Michel Piccoli voor het eerst verschijnen, in wat een jarenlange samenwerking met Buñuel zou worden.

‘La mort en ce jardin’ is een avonturenfilm die in twee delen uiteenvalt. Het eerste deel speelt zich af in een dorpje bij een goudmijn middenin de jungle waar een corrupte burgemeester met een handjevol soldaten het dorp terroriseert. Een groep arbeiders komt in opstand en het conflict ontspoort in een geweldsexplosie. Tussen de massademonstraties door, leren we de hoofdpersonages kennen: Shark, een lonesome cowboy, die op het verkeerde moment het dorp binnenstapt met iets teveel geld bij zich; Djin, een aantrekkelijke op geld beluste prostituee; Castin, een lieve kok, die droomt om een restaurant te openen in zijn geboorteland Frankrijk; Lizardi, een pastoor die in het dorp is aangekomen om het woord van God verkondigen en Maria, de doofstomme dochter van Castin. Deze groep belandt na allerlei ontwikkelingen gezamenlijk op een boot, op de vlucht voor de soldaten. Vervolgens begint het tweede deel van de film, waar de groep in het hartje van het regenwoud belandt en geconfronteerd wordt met de ontberingen van de wilde natuur. Maar de minachting die Buñuel voor de menselijke samenleving voelt, is nog altijd veel erger dan de wilde natuur, dus voor veel van de personages werkt de jungle als een douche die al hun slechte kwaliteiten van hen afspoelen. De egoïstische Shark verandert in een liefdevolle vader. Geldwolvin Djin verandert in een lieve afhankelijk vrouw, enzovoort. Zelfs de diepchristelijke, maar o zo naïeve, pastoor begint menselijke trekjes te vertonen.

Het probleem van de film ligt precies in deze persoonsveranderingen. We zien Djin veranderen van een egoïstische, maar onafhankelijke, prostituee naar een afhankelijk huisvrouwtje, maar we moeten ons afvragen of dit nu echt zo’n verbetering is? Buñuel lijkt zijn voorkeur wel te hebben gemaakt, maar veel vrouwen zullen uit hun vel schieten, of anders in de lach schieten, als Djin het volgende opbiecht tegen de stoere Shark: “Hier in de jungle besef ik pas dat een vrouw niets is zonder een man,” waarna het snikken haar nabij staat. Buñuels idealen lijken toch ouderwetser dan zijn moderne, surrealistische achtergrond doet vermoeden. Deze kleine mankementjes doen de film geen goed. ‘La mort en ce jardin’ is een film die zeker potentie had als onofficieel vervolg, en tegenhanger, van de Franse klassieker ‘Le salaire de la peur’ van Henri-Georges Clouzot, die enkele jaren daarvoor uitkwam. Ook daarin zien we Charles Vanel en anderen een episodisch avontuur beleven in de jungle. Maar waar daar alle mannen door hun saaie leventje onvoorbereid hun avontuur ingaan en zo één voor één hun verstand verliezen, zo draait Buñuel hier de zaken om. De avonturiers hier vinden hun ware aard in de jungle en schudden hun verrotte leven van zich af. Buñuel overklast Clouzot in het eerste deel door een ijzersterke structuur, waarin de grote spektakels soepel worden afgewisseld met kleine persoonlijke drama’s, maar vanwege het dubieuze seksisme en de te korte tijdsduur, die identificatie met de vele personages bemoeilijkt – na vijf minuten in de jungle zijn ze de wanhoop al nabij – komt de film nergens echt in de buurt van die klassieker.

Jelmer van der Lucht