La notte (1961)

Regie: Michelangelo Antonioni | 122 minuten | drama | Acteurs: Marcello Mastroianni, Jeanne Moreau, Monica Vitti, Bernhard Wicki, Rosy Mazzacurati, Maria Pia Luzi, Guido A. Marsan, Vittorio Bertolini, Vincenzo Corbella, Ugo Fortunati, Gitt Magrini, Giorgio Negro, Roberta Speroni, Odile Jean, Valentino Bompiani, Roberto Danesi, Umberto Eco, Giansiro Ferrata, Giorgio Gaslini, Alceo Guatelli, Ottiero Ottieri, Salvatore Quasimodo, Ettore Univelli, Eraldo Volonte

De films van Michelangelo Antonioni zijn geen makkelijke kost. Vaak is het noodzakelijk om verder te kijken dan wat de personages zeggen of juist niet zeggen. Het camerawerk en vooral ook de beeldcomposities spreken daarnaast dikwijls luider dan de hoofdpersonen zelf. De manier waarop de personages onderdeel uitmaken van hun omgeving, hoeveel er van hen in beeld verschijnt, het soort architectuur waarvoor ze zich bevinden, of de wijze waarop ze een ruimte binnentreden of verlaten, kunnen de ware aard van relaties blootleggen, daar waar de betrokken personages zelf te erg gevangen lijken in hun sociale isolement of morele codes. ‘La notte’ is geen uitzondering. Het is een film die visueel gezien vanaf de eerste seconde indruk maakt en blijft maken, maar met afstandelijke, moeilijk te peilen personages die vooral achteraf bekeken, na een slotscène waarin eindelijk gecommuniceerd wordt tussen man en vrouw, de noodzakelijke dramatische lading krijgen.

‘La notte’ is de tweede film – na ‘L’avventura’ en vóór ‘L’éclisse’ – in een onofficiële trilogie van Antonioni, die zich concentreert op het zogeheten “ennui” van de rijken. Letterlijk vertaald “verveling”, maar het is groter en complexer dan deze typering. Het gaat om een soort algemene staat of levenshouding van de bourgeoisie, die moeite heeft zijn plaats in de maatschappij te vinden en betekenisvolle relaties aan te gaan. Het is ook een drietal films die het onvermogen tot communicatie tussen personages, veelal geliefden, bloot legt. In ‘La notte’ slagen Giovanni en zijn vrouw Lidia er niet in om met elkaar eens goed te praten over de status van hun relatie, terwijl het vanaf het begin duidelijk is dat deze doodgebloed is. Wanneer ze samen een gezamenlijke, doodzieke vriend opzoeken in het ziekenhuis, komen ze niet als een echtpaar over. Ze staan vaak ver uit elkaar, maken nauwelijks oogcontact, en vertrekken niet eens gelijktijdig.

Ook worden hier al meteen verleidingen geïntroduceerd in hun leven, zodat het meteen duidelijk is welk onderwerp centraal zal staan in de film. Een patiënte van het ziekenhuis – één die geestelijk onwel is – staat in haar deuropening wanneer Giovanni langskomt, weet hem zover te krijgen dat hij haar kamer binnenkomt, en werpt zich letterlijk aan zijn voeten. Hij weerstaat de verleiding uiteindelijk, en biecht het zelfs op aan zijn vrouw, maar voor Giovanni blijkt het de eerste aanzet te zijn voor potentiële ontrouw, waar hij later nog eens mee flirt wanneer hij de bevallige Monica Vitti ontmoet. Giovanni vertelt het zijn vrouw dus, maar Lidia lijkt volledig onbewogen door deze bekentenis, en gedraagt zich in de rest van de film als een ongelukkig hoopje mens, dat gevangen is in haar huwelijk en terugverlangt naar vroeger en naar het soort onbevangenheid en spontaniteit waar passie van gemaakt is. Wanneer ze vertrekt van een feestje ter ere van het verschijnen van het boek van haar man, en zo maar een stuk in haar eentje gaat wandelen, lijkt er heel voorzichtig weer wat vuur in haar aangewakkerd te worden. Maar misschien is haar glimlach slechts het gevolg van het melancholieke gevoel dat zich van haar meester maakt wanneer ze eindelijk weer eens de omgeving uit haar verleden terugziet, en met weemoed terugdenkt aan die tijd, die nooit meer terugkomt. Inclusief de tijd met haar man, toen nog alles mogelijk leek te zijn en hij haar nog romantische brieven schreef.

De gebieden waar Lidia terechtkomt tijdens haar omzwervingen zijn tekenend voor de thematiek van de film. Ze loopt door grasvelden en langs vervallen gebouwen – die Antonioni zeer schilderachtig in beeld weet te brengen – en dit is de plek (in haar historie) waar ze gelukkig(er) was. Dit in tegenstelling tot de huidige tijd, in verbeeld met behulp van grote wolkenkrabbers – in de ramen waarvan het landelijke, traditionele gedeelte van Milaan gespiegeld wordt – en andere moderne gebouwen, zoals het ziekenhuis uit de eerste scènes van de film, met grote ramen en sprekende liften, waar de mensen net als de gebouwen koud en leeg zijn.  Het is wat jammer dat er zo veel gepraat en geanalyseerd wordt door de personages en er niet nog meer puur aan de gedragingen en omgevingen wordt overgelaten. Je voelt je als kijker weliswaar ver van de personages verwijderd, maar dit is ook deels de bedoeling. Zij voelen zichzelf ook zo, en de kijker moet zelf voldoende werk verrichten om de problematiek te doorgronden, met behulp van de visuele metaforen en non-verbale communicatie. Hoe interessant en veelzeggende de laatste scènes ook zijn, het was misschien beter geweest om de hierin ontsloten conclusies door de kijker te laten trekken. Het eerdere ‘L’avventura’ durfde deze lijn van mis- of non-communicatie wel helemaal door te trekken, met een prachtige, verontrustende, en intrigerende film tot gevolg, die de kijker nooit helemaal met beide benen op de grond zet en tot nadenken stemt. ‘La notte’ knoopt uiteindelijk toch iets te makkelijk de eindjes aan elkaar om tot een film te komen die op dramatisch vlak net zo bevredigend is als op visueel en thematisch vlak. Zeker de moeite waard dus, maar geen meesterwerk.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 7 oktober 2010