La peau douce – The Soft Skin (1964)

Regie: François Truffaut | 113 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Jean Desailly, Françoise Dorléac, Nelly Benedetti, Daniel Ceccaldi, Laurence Badie, Philippe Dumat, Paule Emanuele, Maurice Garrel, Sabine Haudepin, Dominique Lacarrière, Jean Lanier, Pierre Risch, François Truffaut, Carnero, Georges de Givray, Catherine-Isabelle Duport, Maximiliènne Harlaut, Charles Lavialle, Gérard Poirot, Olivia Poli, Thérèse Renouard, Jean-Louis Richard, Brigitte Zhendre-Laforest

Catherine Deneuve is al decennia lang de grande dame van de Franse film. Het had echter niet veel gescheeld, of ze was in haar carrière voorbij gestreefd door haar anderhalf jaar oudere zus Françoise Dorléac. Beide vrouwen werden begin jaren veertig in een acteursgezin in Parijs geboren. Al op tienjarige leeftijd maakte Françoise, de oudste van vier meiden, haar debuut op het toneel. Na een korte modellencarrière en een opleiding aan het Conservatoire d’Art Dramatique maakte ze enkele films voor François Truffaut haar een ster maakte met zijn film ‘La peau douce’ (1964). De wereld lag open voor Françoise, die bleef verrassen met sterke rollen in de spionageparodie ‘L’homme de Rio’ (1964), Roman Polanski’s ‘Cul de Sac’ (1966) en de musical ‘Les demoiselles de Rochefort’ (1967), waarin ze schitterde met haar zus Catherine. De stralende, levenslustige Françoise had een hele grote ster kunnen worden, maar kwam bij een auto-ongeluk op 26 juni 1967 op tragische wijze om het leven. Ze werd slechts vijfentwintig jaar oud. Om verwarring met haar tragische zus te voorkomen nan Catherine de meisjesnaam van haar moeder – Deneuve – aan als artiestennaam.

Eén van de belangrijkste films uit het helaas beperkte oeuvre van Françoise Dorléac is ‘La peau douce’, geregisseerd door François Truffaut. Jean Desailly speelt Pierre Lachenay, een befaamde schrijver, uitgever en literatuurkenner die met zijn vrouw Franca (Nelly Benedetti) en dochtertje Sabine (Sabine Haudepin) een ogenschijnlijk zorgeloos bestaan leidt in een van de betere buurten van Parijs. Zijn leven wordt compleet op zijn kop gezet wanneer hij voor een lezing naar Lissabon moet en in het vliegtuig de beeldschone stewardess Nicole (Françoise Dorléac) tegen het lijf loopt. De jonge vrouw heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht op Pierre en ze beginnen een affaire. Eenmaal terug in Parijs blijven ze elkaar opzoeken. Pierre verzwijgt de romance voor zijn vrouw en probeert Nicole buiten zijn ‘normale’ leven vol (zakelijke) verplichtingen te houden. Voor hem is de affaire puur een uitvlucht uit het gezapige, voorgeprogrammeerde leven van alledag. Zij ziet de romance echter als ware liefde en dat verschil in inzicht is de opmaat voor onoverkomelijke problemen. Pierre weigert namelijk een keuze te maken voor zijn vrouw of zijn minnares en die besluiteloosheid komt hem duur te staan.

Zoals zo veel films van Truffaut draait het in ‘La peau douce’ om een driehoeksrelatie. Pierre worstelt met zijn gevoelens voor twee totaal verschillende vrouwen. Franca staat voor het gezapige en eentonige, maar ook voor het vertrouwde en de zekerheid. De veel jongere Nicole brengt spanning en opwinding terug in zijn leven, maar is deze frivole vrouw wel de liefde van zijn leven? Is ze het waard om zijn stabiele thuissituatie met vrouw en kind voor op te geven? Pierre weet het niet en durft geen concrete beslissingen te nemen. Truffaut koos voor de degelijk ogende Jean Desailly om Pierre te vertolken: het bleek een schot in de roos. Hij is een man die zo bij je in de straat zou kunnen wonen, van wie je zo’n dubbelleven op het eerste gezicht niet verwacht. Iemand ook die er de ‘ballen’ niet voor heeft om een keuze te maken in zijn leven. In feite is het een lafaard, maar dan wel iemand die de nodige sympathie opwekt. Juist door zijn onzekerheid wellicht. Maar zijn leugens en besluiteloosheid zorgen ervoor dat hij steeds dieper klem komt te zitten in zijn eigen dubbelspel. Hoewel zijn vrouw zeker niet onaantrekkelijk is, kun je je goed voorstellen dat hij als een blok valt voor de verleidelijke Nicole, gespeeld door de betoverend mooie Françoise Dorléac. Nelly Benedetti lijkt er aanvankelijk als een vijfde wiel aan de wagen bij te hangen, maar zij heeft het beste duidelijk voor het laatst bewaard en komt met een indrukwekkend slotakkoord die doet denken aan het beste werk van de door Truffaut zo bewonderde Alfred Hitchcock.

‘La peau douce’ is geen film die het moet hebben van zijn originaliteit of kunstzinnigheid. De film kent weinig frivoliteiten (of het moet de komische scène zijn waarin Pierre wanhopig van een lastige zaakwaarnemer probeert af te komen) maar weet op zeer effectieve wijze een spanningsboog te creëren die niet anders kan dan tegen het einde keihard uiteen knappen. De drie hoofdrolspelers verdienen een pluim, evenals Truffaut zelf die de touwtjes van begin tot einde stevig in handen heeft. Het uitstekende camerawerk, de prachtige muziek en de zinderende finale vormen de kers op de taart. Veel filmkenners roemen ‘Jules et Jim’ (1962) als Truffauts beste werk, maar ‘La peau douce’ komt aardig in de buurt.

Patricia Smagge