La pharmacie No. 3: Shanghai (1976)

Regie: Joris Ivens | 80 minuten | documentaire

Ivens heeft in zijn films al herhaaldelijk laten zien dat hij zich aangetrokken voelt tot het socialistische of communistische gedachtegoed. ‘La pharmacie No. 3′ is één van twaalf films die facetten van de Culturele Revolutie in China moeten belichten en hier uiteraard een positief beeld van dienen te geven. De films zijn namelijk in opdracht gemaakt van de Chinese premier zelf. En inderdaad, de toegepaste filosofie van voorzitter Mao komt hier vooral in positieve zin voor het voetlicht. Toch komt de documentaire betrekkelijk ongekunsteld over en lijkt iedereen vrijuit te kunnen spreken. Ivens’ cameramensen lijken een reëel beeld te geven van het reilen en zeilen van deze apotheek en van de meningen en gedragingen van de betrokkenen.

De film heeft een prettige opbouw waarin er eerst een breed beeld van wereldstad Shanghai wordt gegeven en de verschillende winkeltjes en ondernemingen die hier actief zijn, en er vervolgens het vizier wordt gericht op “Apotheek No. 3” en haar medewerkers. De apotheek heeft een unieke filosofie waarin er niet van het Westerse marktsysteem wordt uitgegaan van vraag en aanbod, en het er niet om gaat om zoveel mogelijk winst te maken, maar waar het lot en het welzijn van de medemens voorop wordt gesteld. Men heeft bijvoorbeeld besloten om de mensen niet simpelweg een medicijn te verkopen en/of door te verwijzen, maar om mensen met (kleine) klachten meteen in een soort huisartsenpraktijk te helpen. Iedereen heeft hier recht op, voor zeer weinig tot geen geld. De filosofie is ook dat iedereen gelijkwaardig behandeld moet worden. Er mag geen onderscheid worden gemaakt tussen vaste bezoekers, mensen met afspraak, of mensen die zomaar even binnen komen lopen. Ook het moment van de dag en de drukte in de zaak mag geen effect hebben op de kwaliteit van de hulp aan de klanten.

En de hulp houdt niet op bij de deuren van de apotheek. De medewerkers van de apotheek komen zelfs bij de klanten thuis om ze bij te staan met onderzoeken en bijvoorbeeld acupunctuurbehandelingen. Het is een zeer nobel streven om de klanten op deze manier bij te willen staan – in een soort ultieme uitwerking van de eed van Hippocrates – en het lijkt ook aardig te werken, maar er zijn ook tegengeluiden hoorbaar, wat enigszins onverwacht, maar hierdoor niet minder welkom is. Sommige medewerkers vinden het moeilijk om altijd maar aardig te zijn, patiënten hebben soms hun twijfels bij de kwaliteit van de behandelingen, en één medewerker heeft zijn vraagtekens bij het management van het assortiment. Deze laatste geeft zelfs openlijk toe een kapitalist te zijn. Hij snapt niet waarom er niet in eerste instantie gewoon in de vraag van de patiënt/klant wordt voorzien, en vindt dat het socialistische systeem in deze niet altijd even praktisch functioneert.

Natuurlijk is de conclusie dat Apotheek No. 3 een mooie, menslievende, en goed werkend arbeidsethos heeft, maar het is goed dat Ivens’ film toch nog enige nuances kent en de interviews ongedwongen overkomen. Het zorgt ervoor dat mogelijke weerstand bij de kijker zoveel mogelijk wordt weggenomen en er gewoon genoten kan worden van een interessante docu over een bijzondere apotheek in Shanghai.

Bart Rietvink