La sorella di Satana – The She Beast (1966)

Regie: Michael Reeves | 79 minuten | horror | Acteurs: “Barbara Steele, John Karlsen, Ian Ogilvy, Mel Welles, Jay Riley, Richard Watson, Edward B. Randolph, Peter Grippe, Lucretia Love, Tony Antonelli, Kevin Welles, Woody Welles”

Deze ‘La sorella di Satana’, ook uitgebracht onder de naam ‘The She Beast’ is van de hand van de in 1969 op jonge leeftijd overleden regisseur Michael Reeves. Reeves heeft slechts enkele films gemaakt, maar wist zijn naam binnen het horrorgenre er wel mee te vestigen. De opening van deze productie uit 1966 is sfeervol en veelbelovend. Een heks wordt op gruwelijke wijze gemarteld en terechtgesteld. Voordat ze de geest geeft spreekt ze echter een vloek uit over het nageslacht van haar kwelgeesten.

Een veelbelovend begin voor wat komen gaat, lijkt het. Zeker wanneer 200 jaar na dato de geest van de terechtgestelde heks bezit neemt van een jonge vrouw en aan het moorden slaat. Dan komt er ook ene graaf Von Helsing, een nazaat van de bekende Dr. Von Helsing die graaf Dracula aan zijn eind geholpen heeft, opdraven om Veronica’s man Philip in zijn strijd tegen de heks bij te staan. Maar deze komt nu niet al te angstaanjagend over. Het grote manco is het uiterlijk van de heks. Te amateuristisch vormgegeven en zelfs van een dusdanige aard dat ze eerder onbedoeld grappig om niet te zeggen lachwekkend overkomt. Dit heeft ook een deels ondermijnende werking in de scènes waarin ze hardhandig te werk gaat en de nodige slachtoffers maakt.

Ook lijkt het Reeves’ bedoeling om de nodige humor in zijn film in te bouwen, gezien de onmiskenbare humoristische inslag die in diverse scènes overheerst. Er komen bizarre personages voorbij, er worden al te twijfelachtige uitspraken gedaan en soortgelijke dialogen gevoerd, om nog maar te zwijgen over de overdreven bekkentrekkerij. De meest sprekende voorbeelden zijn de scène waarin Philip en Dr. Van Helsing door de plaatselijke politieagenten worden achtervolgd en de beelden waarin deze wetsdienaars zich wel bijzonder stuntelig gedragen. Probleem is echter dat de door Reeves ingebouwde humor meestal niet bijzonder grappig overkomt en daarnaast eveneens de bedoelde horror in deze film geen goed doet. Het is her en der soms nogal bizar, tegen het slapstickachtige aan vormgegeven, maar komt veelal te flauw en te onzinnig, om niet te zeggen te misplaatst over om het grappig te laten zijn.

De indruk die overheerst is dat Reeves niet weet welke kant hij met zijn film op moet. Wellicht is dat ook de reden dat Reeves film op beide fronten niet uit de verf komt. Het is niet grappig genoeg om het als een horrorkomedie te bestempelen en niet serieus of griezelig genoeg om het als een kwalitatief goede horrorfilm te beschouwen. Daarnaast gebeurt er relatief weinig om de aandacht vast te houden. Toegegeven, de film heeft, mede ondersteund door de zwart-witbeelden waarin het gefilmd is, de nodige scènes waarin een effectieve spanningsopbouw binnen een min of meer duistere en sfeervolle omgeving aanwezig is, en het kent daardoor ook wel zijn geslaagde ietwat benauwende en sfeervolle momenten, maar ze zijn in aantal te gering. De heks en haar wraakplannen maken slechts een klein deel uit van datgene wat de revue passeert en de momenten waarop ze wraak- en bloeddorstig wraak neemt zijn daarnaast niet altijd even overtuigend vormgegeven. In Reeves’ verhaal gaat de aandacht vooral uit naar Philip en graaf Von Helsing die van alles moeten verzinnen en alle kanten moeten oplopen om Veronica te redden. Ook dit kent weliswaar zijn tussentijdse geslaagde momenten, maar bijster boeiend is het allemaal niet. Daarnaast komen er diverse onbelangrijke scènes voorbij en duren diverse scènes te lang. Nog afgezien van het overigens ook niet al teveel tot de verbeelding sprekende plot waar ook nog wat gaten en niet al te geloofwaardige ontwikkelingen in zitten. Het maakt deze film niet tot een hoogvlieger binnen het horror- of horrorkomedie genre. En de niet al te veel en ook weinig overtuigende speciale effecten kunnen daar ook niet veel aan veranderen.

Als de door de heks bezeten Veronica zien we Barbara Steele verschijnen, binnen horrorkringen vooral bekend door de horrorfilms waarin ze in de jaren zestig optrad. Steele doet wat ze kan, maar heeft maar weinig schermtijd en heeft hier niet zoveel uitstraling als in andere horrorproducties waarin ze speelde. Reden waarom het ook haar niet lukt om deze film tot een al te gedenkwaardig niveau op te krikken. Het is, binnen de insteek van deze film, vooral Mel Wells die de show steelt als de alcoholistische en ietwat pervers aangelegde hoteleigenaar. Daarnaast degelijk werk van John Karlsen als graaf Von Helsing en aardig werk van Ian Ogilvy hoewel zijn personage wat kleurloos overkomt en wel erg lang weifelend in het verhaal rondloopt.

Het maakt deze film niet Reeves beste werk en ook niet al te memorabel van aard. Voor de kenners van Reeves andere producties die een soortgelijke kwalitatieve film verwachten zal deze ‘La sorella di Satana’ voornamelijk teleurstellend zijn. Om een idee te krijgen van de talenten die Reeves wel degelijk had kan dan ook beter naar zijn overige films verwezen worden.

Frans Buitendijk