La teta i la lluna (1994)

Regie: Bigas Luna | 87 minuten | komedie | Acteurs: Biel Durán, Mathilda May, Gérard Darmon, Miquel Poveda, Abel Folk, Laura Mañá, Genís Sanchez, Xavier Masse, Victoria Lepori, Xus Estruch, Jane Harvey, Vanessa Isbert, Jordi Busquets, Diego Fernández, Salvador Anglada, Javier Bardem    

De Catalaan Bigas Luna zal voornamelijk worden herinnerd als regisseur van ‘Jamón, Jamón’, de broeierige komedie die het startpunt vormde van de carrières van Penélope Cruz en Javier Bardem. Minder bekend is dat Bigas Luna voor en na dat succesnummer ook aan de weg timmerde als beeldend kunstenaar. Die achtergrond is duidelijk terug te vinden in ‘La teta y la luna’, een film die het grotendeels moet hebben van zijn fraaie beelden. Die visuele rijkdom leidt gelukkig wat af van het flinterdunne verhaaltje.

Hoewel de synopsis misschien op een normaal verhaal wijst, is ‘La teta y la luna’ vooral een freakshow, overgoten met een magisch realistisch sausje. We maken kennis met een danseres die tranen spaart, een motorrijder die zijn geld verdient met het laten van multifunctionele scheten, een flamencozanger met liefdesverdriet en een jongetje dat op zoek is naar een tiet. Die personages draaien continu rondjes om elkaar, zonder dat er ook maar enige progressie in het verhaal zit.

Visueel is ‘La teta y la luna’ wel alleszins de moeite waard, al is de grens tussen kunst en kitsch vaak minimaal. Alles in deze film is overdadig, van de idioot felle kleuren tot de overal opduikende borstpartijen. Die uitzinnige visualisering roept de naam Almodóvar in gedachten, al is diens werk net iets stijlvoller. Door het ontbreken van een echt plot, ga je vermoeden dat sommige scènes puur zijn geschreven omwille van het visueel effect. Zo zien we een rode bh, afgetekend tegen een helblauwe lucht en zwevend langs een Romeins aquaduct. Mooi om te zien, maar nauwelijks relevant.

Naast visuele schoonheid moet ‘La teta y la luna’ het hebben van humor en sfeer. Die sfeer – soms landerig, dan broeierig – wordt grotendeels bepaald door het slaperige badplaatsje waarin het verhaal zich afspeelt. De humor zit in de mijmeringen van hoofdpersoon Teta. Diens vermakelijke gedachten over moedermelk, babybroertjes, cojones en pyramides, horen we als voiceover en vormen een welkome aanvulling op de soms wat saaie gebeurtenissen.

Al bij al is ‘La teta y la luna’ best een redelijke film geworden, al had hij wat minder vrijblijvend en gekunsteld gemogen. De diepere lagen die de film ongetwijfeld bevat, zijn voor niet-ingewijden in de Spaanse taal en cultuur nauwelijks te achterhalen. Zodoende is deze komedie vooral geschikt voor liefhebbers van vrouwenborsten, circusnummers en voeten die naar Roquefort smaken.

Henny Wouters