Leo (2002)

Regie: Mehdi Norowzian | 103 minuten | drama | Acteurs: Joseph Fiennes, Elisabeth Shue, Justin Chambers, Sam Shepard, Dennis Hopper, Deborah Kara Unger, Mary Stuart Masterson, Jake Weber, Davis Sweatt, James Middleton, Don Henderson Baker, David Burke, Amie Quigley, Andrew Ruse, Zac Epstein, Gil Johnson, Terry Loughlin, Emma Rogerson, Traci Dinwiddie, Alex Van, Robert C. Treveiler, Danny Nelson, Wilbur Fitzgerald, Cody Newton, Jordan Lamb, Paulette Todd, Michael Harding, Sylvia Jefferies, Richard Jennings, Jim Lynch, Rachel Nau

Het schrijven met gevangenen kan voor beide partijen een voldoening gevende bezigheid zijn: de mensen binnen de gevangenismuren krijgen iets om voor te leven, een sprankje vreugde in hun miserabele bestaan, voor de mensen erbuiten kan het naast het fijne gevoel dat ze er hun medemens gelukkig mee maken een hulpmiddel zijn omdat het altijd prettig is dat je je gedachten en gevoelens aan het papier toe kunt vertrouwen. In ‘Leo’ van regisseur Mehdi Norowzian, wiens korte film ‘Killing Joe’ in 2000 voor een Oscar genomineerd werd, gaat het ook om zo’n vriendschap tussen een gevangene en een jongen. Door deze briefwisseling leren de twee van elkaar en vinden zij de kracht om door te gaan met hun moeizame leven.

‘Leo’ begint met een scène waarin Joseph Fiennes al lopend de kijker zo doordringend aankijkt, dat je je er bijna ongemakkelijk door gaat voelen. Dat intense acteerwerk houdt de acteur de hele film vast. Fiennes speelt de rol van Stephen, een ex-gevangene die na vijftien jaar cel vrij komt en een nieuw leven lijkt te beginnen in Vic’s motel, waar hij werk en inwoning krijgt. Vic (Sam Shephard) is een streng gelovige man, die de werkelijkheid liever de rug toekeert om zich in zijn bijbelse rituelen te verliezen. In hetzelfde restaurant werkt Caroline (Deborah Kara Unger), een vrouw wiens uitzichtloze bestaan en slachtofferrol Stephen inspireert tot het doen van grootse daden. Stephens grootste daad tot nu toe is echter het schrijven met de jonge Leo, al is de eerste stap door de jongen gezet.

Leo (Davis Sweatt) is een tiener die samen met zijn moeder Mary (Elisabeth Shue) in Oxford, Mississippi woont. Omdat zijn moeder zijn geboorte associeert met een vreselijke gebeurtenis in haar leven, kan ze het niet opbrengen van de jongen te houden. Sterker nog, af en toe is ze zelfs gemeen tegen hem, zoals bijvoorbeeld in de scène waarin hij haar bezorgd vraagt of ze niet meer zoveel wil roken, omdat hij net op school heeft geleerd dat roken slecht voor je is. Mary antwoordt daarop dat ze zelf wel zal uitmaken wat goed is voor haar en o ja, of hij wel weet dat het ook niet goed is dat vrouwen roken in hun zwangerschap? Op haar spottende lachje volgt de keiharde uitspraak dat dat vast de reden is waarom Leo niet zo hard mag rennen (hij is astmatisch). Shue zet haar personage geweldig neer. In het begin van de film kunnen we nog volop met haar meeleven, maar na het tragische voorval verandert de sympathie van de kijker in weerzin. Knappe prestatie van de blonde actrice, die hier het niveau van haar rol in ‘Leaving Las Vegas’ weet te evenaren. Mary zakt weg in een wereld vol drank en sigaretten en niets lijkt haar uit deze neerwaartse spiraal te kunnen halen, ook haar zus Brynne (Mary Stuart Masterson) niet. Davis Sweatt, de jonge acteur die de rol van Leo op zich heeft genomen, weet bijna evenveel indruk te maken,van zijn gekwetste puppy-blik tot het, weliswaar obligate en daardoor voorspelbare, honkbalspelletje dat hij met buurtkinderen speelt.

‘Leo’ switcht van de verhaallijn rondom Stephen naar de gebeurtenissen in Mary en Leo’s leven en omdat lange tijd niet duidelijk is op welke manier de twee verhaallijnen bij elkaar zullen komen, wordt de spanning erg goed opgebouwd. De visuele stijl die regisseur Norowzian hanteert is erg sterk: het resulteert in enkele adembenemend mooie shots, die je graag op pauze zou willen zetten om er langer van te genieten, ware het niet dat je benieuwd bent naar de afloop van het verhaal.

Toch is het speelfilmdebuut van de Britse cineast niet zonder gebreken. De verhaallijn met Dennis Hoppers personage bijvoorbeeld is bijna helemaal overbodig, hoewel dit een belangrijke scène met hem, Deborah Kara Unger en Joseph Fiennes tot gevolg heeft. Hopper is – evenals Sam Shepard – behoorlijk getypecast hier en hoewel de acteurs wel weten te overtuigen, is hun optreden niet inspirerend of bewonderenswaardig. Ook neigt de film soms de grens met het pretentieuze te overschrijden en zal het surrealistische eind niet iedereen aan weten te spreken. De drie hoofdpersonages maken echter heel veel goed, evenals de wonderschone cinematografie.

Monica Meijer