Les glaneurs et la glaneuse (2000)

Regie: Agnès Varda | 82 minuten | documentaire | Acteurs: Bodan Litnanski, Agnès Varda, François Wertheimer

‘Ik vond het leuk als dieren me de weg versperden, of ik stopte graag om ernaar te kijken.’
Agnès Varda

Agnès Varda heeft geen oog voor detail, Agnès Varda leeft met haar documentaire het detail. Ze doet daarbij ongewone ontdekkingen en ontmaskert grote problemen en kleine dramatiek. We hebben te maken met een vrouw die de wereld geheel op haar eigen wijze waarneemt en bovendien een aardig jeugdige en soms prettig kinderlijke indruk maakt. Zeker voor een vrouw van 72 jaar oud op het moment van het maken van de film. Let maar eens op hoe ze bijvoorbeeld op de snelweg spelletjes speelt met het inhalen van de vrachtwagens. En hoe haar verrimpelde hand een onderdeel is van speelse momenten met de camera. Een prachtige dynamiek tussen een jonge geest en een verouderd lichaam.

De documentairemaakster heeft één thema bedacht, waarmee ze allerlei onderliggende onderwerpen de revue laat passeren. Het thema is ‘rapen’… Het begint allemaal bij het ‘lezen van arens’ met andere woorden: ‘het rapen van arens’ ná de oogst. Dus al dat overblijft van de oogst mag opgeraapt worden. We merken al gauw dat het rapen van arens slechts het vertrekpunt is voor het rapen van alles dat er te rapen valt: we rapen korenarens, aardappels in allerlei vormen en maten, kool, tomaten, appels, vijgen, druiven en nog meer appels, oesters en mosselen. Mensen zijn in de weer met zakken, met emmers, kisten en kratten. We rapen afval, vodden en vuil: oude stoelen, een klok zonder wijzers, koelkasten en vriezers. Bij de markten en supermarkten worden overblijfselen opgeraapt: vis, fruit, peterselie, bloemkool en kaas. De klok zonder wijzers neemt Varda zelf mee naar huis, vanwege de symbolische waarde: Je ziet de tijd niet verstrijken.

En voor we het in de gaten hebben zijn we bezig met actuele thema’s zoals: de gevolgen van massaconsumptie, armoede in een rijke samenleving, overregulering en recycling. Het christelijk geloof en de bijbel worden geraadpleegd en er vindt toetsing plaats door het rechtssysteem. Zonder hardop te oordelen krijg je op een subjectieve en subtiele wijze inzicht in de mening van de filmmaker, die overigen geheel à la Varda zo nu en dan ook nog eens in beeld verschijnt. En dus zijn de elementen van Varda’s filmstijl Nouvelle Vague weer herkenbaar aanwezig. Zo praat ze tegen de camera en monteert ze de beelden bewust tegen de continuïteit in. Dit geeft overigens wel vertrouwen in de documentairemaakster en houdt de beleving authentiek. Daarnaast is het feit dat er gefilmd wordt met een handcamera haast een understatement en duidelijk zichtbaar in bijvoorbeeld de scène waarin de dans van de snoeischaren leidt tot een spel met de lensdop.

Raap deze documentaire op en leef mee met de vrijheid en bijzondere perceptie van Agnès Varda.

Tristan van der Linden

Waardering: 4

Bioscooprelease: 23 mei 2002