Like All Human Beings – Day of Freedom (2004)

Regie: Saeed Tarazi | 51 minuten | documentaire

Eigenlijk had deze film nooit gemaakt mogen worden. In 1980 begon de oorlog tussen Irak en Iran. Er werden aan beide zijden vele soldaten krijgsgevangenen gemaakt. In 1988 was de oorlog ten einde maar voor veel van deze gevangen duurde hij tot 2003. Tot drie dagen voor de inval van de Amerikanen in Irak kwamen de gevangen niet vrij. De filmmaker suggereert dat Hoessein hier verantwoordelijk voor is, maar dat wordt niet uitgediept. Wel mag je aannemen dat Hoessein wel degelijk nattigheid voelde en hij goede sier wilde maken door op 16 maart eindelijk de meeste Iraanse krijgsgevangenen in de bus stopt op weg naar de grens van hun ‘homeland’. En vice versa, de Iraakse gevangenen worden in de bus naar de grens gefilmd. De mannen spreken over hun vrijheid en hun familie na soms wel vijftien, zestien tot zo’n 23 jaren van gevangenschap. Een onvoorstelbaar lange periode waarin de meeste mannen geen tot nauwelijks contact met hun vrouwen of moeder wisten te onderhouden. Ze zijn zenuwachtig, geloven niet dat ze ooit echt vrij komen. Ze vrezen op het laatste moment toch weer teruggestuurd te worden naar hun kamp.

De film ontroert maar is moeilijk te volgen. Chronologie is niet verplicht uiteraard in een documentaire maar in dit geval zijn sommige scènes verwarrend door elkaar heen gezet. Terwijl de woorden van een ex-krijgsgevangene nog nagalmen worden de resten van de overleden Iraniërs met prachtige muziek vergezeld het land binnen gereden, eindelijk thuis. Maar dat gebeurt pas een jaar na de inval van de Amerikanen in Irak, in 2004. Dat is zoals gezegd verwarrend en komt de kwaliteit van de productie niet ten goede. Dat is erg jammer want de inhoud is zeer de moeite waard.

‘Like All Human Beings’ (de film heette eerst ‘Day of Freedom’) geeft een integer beeld van de gevangenen aan beiden kanten. Zonder commentaar laat het zien dat de mannen in Iraanse kampen het beter hadden dan de Iraniërs in Irak. In Iran hadden ze echte bedden om in te slapen en enigszins eigen bezittingen, ook werd er gewerkt. Men bakte er broden en verrichtte andere eenvoudige werkzaamheden. In Irak sliepen ze op de grond op een deken en dat was alles. Totale verveling en depressiviteit. De film laat een aantal Irakezen spreken, die onlangs hun jaren en jaren van onterecht bestaan in deze vreselijke kampen, toch nog hun heil in Saddam Hoessein zien. Hij is hun leider en mochten de Amerikanen binnenvallen, en dat deden ze drie dagen later ook, waren ze bereid om weer voor hun leider en land te vechten.

Miranda van der Hoek