Lost Boys: The Tribe (2008)

Regie: P.J. Pesce | 94 minuten | horror, thriller, komedie | Acteurs: Tad Hilgenbrink, Angus Sutherland, Autumn Reeser, Gabrielle Rose, Corey Feldman, Shaun Sipos, Merwin
Mondesir, Kyle Cassie, Moneca Delain, Greyston Holt, Tom Savini, Daryl Shuttleworth, Sarah Smyth, P.J. Pesce, Alexander Calvert

‘The Lost Boys’ uit 1987 kan gerust als een van de cultfilms uit die periode beschouwd worden. Het is een klassieke vampierfilm die alle elementen die geassocieerd worden met dergelijke prenten in zich draagt, maar tegelijkertijd ook een geslepen en vermakelijke parodie op het populaire subgenre. De duistere en broeierige sfeertekeningen, afgewisseld met een stevige dosis humor en satire, maken van ‘The Lost Boys’ dan ook een bij vlagen intrigerend meesterwerkje. ‘Lost Boys: The Tribe’ is geen vervolg op ‘The Lost Boys’, maar doet geen pogingen om verhaaltechnisch of stilistisch rigoureus af te wijken van het origineel. Luna Bay, op het eerste gezicht een idyllisch gesitueerd badplaatsje, vormt het jachtterrein van een groepje meedogenloze en op sensatie beluste vampiers onder leiding van voormalig surfcrack Shane Powers. Nieuwkomers Chris Emerson (ook een voormalig topsurfer) en zijn zus Nicole maken al snel na hun aankomst in Luna Bay kennis met Shane en zijn trawanten. Kunnen ze weerstand bieden aan verleidingen zoals onsterfelijkheid en het bezit van bovenmenselijke krachten die het leven als vampier met zich meebrengen?

Films die teruggrijpen op een succesvol origineel kunnen het resultaat zijn van verschillende beweegredenen. Vaak zien producenten dergelijke films als geschikte melkkoeien en grijpt men terug op de originele titel of (in mindere mate) cast om nog eens flink wat pecunia te verdienen. Remakes, sequels of prequels kunnen echter ook een ode aan de originele klassieker zijn of herverwerkingen van het verhaal waarin de desbetreffende regisseur of producent een andere cinematografische of narratieve visie aan de kijker voorlegt. Een productie van het eerste type is ‘Lost Boys: The Tribe’ niet. Het verhaal is dit keer wel in een wat nieuwer jasje gestoken (vampiers die gek zijn op surfen, skateboarden en extreme sporten) en haalt het qua atmosfeer en warmbloedigheid niet bij ‘The Lost Boys’, maar is desondanks niet louter een slap aftreksel van het origineel. De film is vlot in elkaar gezet, blijft bijna de volle negentig minuten lang boeiend en kent in Angus Sutherland- hoewel minder dreigend en overtuigend als de vleesgeworden personificatie van het kwaad dan zijn broer Kiefer- een overtuigende slechterik. Bovendien keert Corey Feldman terug als de wat infantiele vampierjager Edgar Frog, een van de leukste en meest aimabele karakters uit ‘The Lost Boys’. Feldman houdt het karakter in ere en laat Edgar Frog opnieuw goed tot zijn recht komen als iemand die eigenlijk nooit echt opgegroeid is en zijn jeugdige onschuld nog nauwelijks heeft verloren. Dat Edgar ook aan gevoel voor humor nog niets heeft ingeboet, blijkt duidelijk uit een scène waarin hij ballonnen met wijwater aan het maken is ter bestrijding van de lokale vampierenbende. Als Chris hem er fijntjes op wijst dat deze taak eigenlijk weggelegd is voor een erkende geestelijke, verklaart Edgar met een stalen gezicht dat hij als lid van de International Association of Online Ministers een beëdigd dienaar van God is.

Kijkers die houden van een stevige portie gore zullen wel het nodige plezier beleven aan ‘Lost Boys: The Tribe’. De jachtpartijen van The Tribe leveren redelijk wat bloederige plaatjes op en de ontbindende vampierlijken zien er ook niet bepaald okselfris uit. Opvallend genoeg bevat ‘The Lost Boys’ niet al te veel van dergelijke scènes en leeft die film vooral van de geschapen mysterieuze, dreigende sfeer en de interactie tussen de hoofdrolspelers. Dit komt ook tot uitdrukking in de soundtrack, voornamelijk beheerst door het sfeervolle en omineuze nummer ‘Cry Little Sister’ van Gerard McMahon. Dit nummer komt ook terug in ‘Lost Boys: The Tribe’, maar minder prominent en veelal vergezeld van modernere metalnummers die het geheel toch net wat minder cachet geven. Ook is het jammer dat het verhaal wat aan de voorspelbare kant is. Waar je als kijker in ‘The Lost Boys’ lang in het ongewisse werd gehouden over de identiteit van de hoofdvampier (die een sleutelrol vervult), daar is het in ‘Lost Boys: The Tribe’ al snel duidelijk wie de superieure bloedzuiger is.

‘ Lost Boys: The Tribe’ is best een aardige griezelfilm. De (onvermijdelijke) vergelijking met zijn veelgeprezen voorganger uit de jaren tachtig doorstaat de prent niet, maar voor enige gevoelens van nostalgie en anderhalf uur pretentieloos vermaak staat dit vampierverhaal nog net garant.

Frank Heinen