Love on Sunday – Koi suru nichiyobi (2006)

Regie: Ryuichi Hiroki | 89 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Takami Mizuhashi, Ryuya Wakaba

‘Love on Sunday’ zou je, afgaand op de plotomschrijving, snel af kunnen doen als een soapige tv-film over kalverliefde, maar de film blijkt een verrassend genuanceerde en charmante verbeelding te zijn van de emoties die er in (deze) tieners omgaan. Geen overmatig zoete of voorspelbare oplossingen, zoals je dit in een dergelijke film zou verwachten, maar eerlijke situaties die zowel de nukken en hardheid van kinderen laat zien als hun trouw en ongebreidelde fantasie, waarin dromen werkelijkheid kunnen worden.

Een voorbeeld van deze fantasie is het spelletje dat Nao en Akira vroeger speelden, namelijk om net te doen alsof ze getrouwd waren. Zo fantaseerden ze over de huwelijksreis, die naar India, Frankrijk, en de rivier de Nijl ging. De kleinste details werden in de fantasieën opgenomen. De curry was bijvoorbeeld smerig, het stokbrood zo hard dat je er je tanden op brak, en het hoedje van Nao viel in de Nijl. Die Akira er vervolgens weer uithaalde. Herinneringen aan dit spelletje haalt het tweetal op tijdens Akira’s laatste dag voordat ze naar Tokyo verhuist.

Het “probleem” is echter dat Nao het al die tijd puur als een grappig spelletje heeft gezien terwijl Akira het liefst zou willen dat dit alles werkelijkheid wordt. Ze is namelijk altijd al verliefd op Nao geweest. Maar Nao ziet haar gewoon als maatje. In een pijnlijke scène wil hij Akira kussen, tot haar grote genoegen, maar dan blijkt Nao alleen maar te willen oefenen voor wanneer hij Tamaki zal gaan kussen. Ze weigert om zijn “kuspop” te zijn, maar is hier later toch wel voor in. “Als dit de enige manier is om Nao te kussen, dan moet het maar”, zo lijkt ze te denken.

Er ontstaat een driehoeks-, en later zelfs vierhoeksverhouding, waarbij iedereen op iemand anders verliefd is en door iemand anders geliefd wordt en er geen enkele “match” optreedt. Tamaki maakt avances richting Nao om wraak te nemen op Akira, die ze ervan beschuldigt haar geliefde, ex-vriend Gaku, afgepakt te hebben. Gaku heeft inderdaad interesse in Akira, maar deze heeft alleen oog voor Nao. Halverwege de film wordt dit getouwtrek wat eentonig, maar toch blijft de film vaak interessant door kleine observaties. Zo gaan de kinderen op een gegeven moment, vanwege de impasse waarin ze zitten, maar met zijn vieren op stap, waarbij het net lijkt of het allemaal vrienden van elkaar zijn. Samen lopen ze over de stoeprand en wisselen ze gesprekspartners af. Inhoudelijk wordt het weer boeiend wanneer Akira en Gaku besluiten om de affaires op te lossen middels een wedstrijd boogschieten.

Verder zitten er elementen en thema’s in de film die net dat beetje meerwaarde geven, waarvan de belangrijkste toch wel de gemengde gevoelens betreft met betrekking tot het afscheid van Akira’s dorp, en daarmee haar jeugd, maar zonder deze jeugd los te laten. Zo neemt ze van elke plek waar ze wel eens komt een foto met de camera op haar telefoon. Leuk is het wanneer ze foto’s van haar “huwelijksreis” verzamelt door een bord curry te fotograferen, een stokbrood in de etalage en een rivier die voor de Nijl moet doorgaan. De ontmoeting met een vrouw uit Tokyo fungeert vervolgens als een scherpstelling van de verlangens en angsten van Akira. De vrouw vertelt Akira namelijk dat “de grote stad je meesleurt” en je vaak doet terugverlangen naar oude vrienden, waarop Akira antwoordt (voor zichzelf) dat ze niet wil dat haar hart wordt meegesleurd.

Net wanneer je denkt dat het allemaal te makkelijk af gaat lopen en het toch een wat simpele film gaat worden, blijkt Hiroki een mooi en eerlijk einde voor de kijker in petto te hebben. Een einde dat het volwassen worden van Nao en Akira definitief inluidt en de kijker tevens met warmte weet te vervullen.

Bart Rietvink