Lucky Luke (2009)

Regie: James Huth | 104 minuten | komedie, western, avontuur | Acteurs: Jean Dujardin, Michaël Youn, Sylvie Testud, Daniel Prévost, Alexandra Lamy, Melvil Poupaud, Jean-François Balmer, André Oumansky, Gabriel Corrado, Pompeyo Audivert, Atilio Pozzobon, Alberto Laiseca, Mathias Sandor, Carolina Presno, Carlos Kaspar, Mirta Wons, Jorge Noya, Claudio Weppler, Horacio Marassi, Yann Sarfati, Chloé Jouannet, Kalena Bojko, Daniel Campomenosi, Alejandro Zanga, Kazuomi Takagi, Alejandro Wainstock, Luciano Cáceres

“Lucky Luke” is al eerder, naast zijn geanimeerde reïncarnaties, in live action-vorm naar het witte doek gebracht, onder meer in een versie met Terence Hill in de hoofdrol, maar deze Franse productie van regisseur James Huth is waarschijnlijk de meest geslaagde. De film bevat een sterke cast, aardig wat vaart en humor, een aantrekkelijke visuele stijl, en leuke knipogen naar het bronmateriaal. Dat de film wat meer de jeugd zal aanspreken dan volwassenen is dan geen zonde, ook al lijkt de regisseur beide groepen te willen bereiken door zijn ietwat typische combinatie van een traditionele Western en een doldwaze (jeugd)komedie. ‘Lucky Luke’ heeft op de juiste momenten genoeg stijl, “swagger”, en intelligentie om van de film een amusante rit te maken.

De opening van de film doet niet vermoeden dat het hier om de verfilming van een stripverhaal gaat. De manier waarop een familie op de veranda staat te wachten op een viertal mannen te paard die dreigend hun huis naderen, waarop de kleine Luke snel gemaand wordt om zich binnen te verbergen, doet eerder denken aan een klassieke en dramatische Western als ‘Once Upon a Time in the West’. Sterker nog, de toon van de eerste scènes van ‘Lucky Luke’ is een stuk tragischer dan de opening op het perron in de klassieker van Sergio Leone. Waar revolverheld Charles Bronson euforie en amusement opwekte met zijn oneliner en snelle uitschakeling van de schurken, is Luke (en de kijker) getuige van de moord op zijn ouders: een trauma dat hem de rest van zijn leven zal achtervolgen. Maar, afgezien, van enkele flashbacks naar dit bewuste moment, en een terugkeer van Luke naar het graf van zijn ouders, is het na deze eerste scènes gelukkig goeddeels gedaan met de tragedie en dramatische zielenroerselen. Vanaf dit moment zijn het vooral over-de-top humor en actie die de klok slaan.

Lucky Luke staat bekend als de man die sneller dan zijn schaduw schiet en hij toont deze vaardigheid ook in enkele amusante confrontaties, maar het probleem met dit gegeven is natuurlijk wel dat hij hiermee in feite onkwetsbaar is geworden, wat iedere opbouw van spanning vrijwel onmogelijk maakt. Een vuurgevecht zal hij namelijk altijd winnen. James Huth heeft hiervoor een handige oplossing gevonden. Hij heeft besloten om Lucky Luke van zijn pistool te ontdoen. Voor de hand liggend, misschien, maar aangezien Luke en zijn pistool onafscheidelijk zijn en het wat flauw en knullig is, zowel binnen het genre als voor Lukes “mannelijkheid”, om zijn pistool gewoon af te laten pakken, is het nog best een uitdaging om dit op een elegante manier voor elkaar te krijgen. Huth slaagt hier aardig in door de schurk op het gevoel van Luke te laten spelen en hem zijn pistool aan de wilgen te laten hangen. Hiermee slaat hij twee vliegen in één klap: enerzijds raakt de schurk hem nu simpelweg op een innerlijke manier, en anderzijds maakt hij hem fysiek kwetsbaar voor hem en zijn “collega’s” doordat hij voortdurend ongewapend is.

Deze benadering klinkt misschien overdreven dramatisch voor een luchtig bedoeld filmpje maar Huth weet alles over het algemeen toch erg lichtvoetig te houden. Dit komt niet alleen door een goede vertolking van het hoofdpersonage door Jean Dujardin – die met zijn karakteristieke “yep”, zijn stoere verschijning, glimlach en de twinkeling in zijn ogen de goede moed er meestal wel in weet te houden – maar ook door de aanwezigheid van de kleurrijke sidekicks dan wel vijanden van Luke, waaronder een Shakespeare citerende Jesse James (Melvil Poupaud), een stoere, heimelijk op Luke verliefde Calamity Jane (Sylvie Testud), en een kinderachtige (hoe kan het ook anders), op lollies en chocolademelk verzotte Billy the Kid (Michaël Youn). Stuk voor stuk perfect gecaste rollen die de sjeu er een beetje inhouden wanneer het geheel wat te dramatisch of onsamenhangend wordt. Alexandra Lamy zorgt als Belle voor de nodige romantische momenten (met een sexy muzikale introductie waarbij ze Luke’s pistool op verleidelijke wijze afpakt), die op weinig uitlopen omdat Luke haar ’s nachts voor zijn paard aanziet (en natuurlijk omdat hij een “poor, lonesome cowboy” moet blijven).

De film bevat veel slapstick-humor, met sullen verstopt in regentonnen met kijkgaatjes, amicaal bedoelde vuist- en platte handgevechten tussen Luke en zijn vrouwelijke kameraden, en zelfs, in enkele scènes, een pratend paard, maar het wordt gelukkig nooit al te kinderachtig. Daarbij houden het steeds interessanter wordende camerawerk en de mooie, uitbundige sets het geheel de moeite waard. Misschien hadden er wat meer achtervolgingen te paard en shoot-outs in kunnen zitten, en een wat duidelijkere keuze tussen drama enerzijds en humor en avontuur anderzijds, maar deze live action ‘Lucky Luke’ is daarmee zeker geen mislukking geworden. Luke zou zomaar terug mogen komen voor een volgend avontuur.

Bart Rietvink

‘Lucky Luke’ verschijnt dinsdag 6 september 2011 op DVD en blu-ray.