M.A.N. – Met Andere Normen (2007)

Regie: Robert Matser | 90 minuten | komedie, misdaad | Acteurs: Isa Hoes, Medina Schuurman, Peter Faber, Waldemar Torenstra, Doris Baten, Beppe Costa, Dick van den Toorn, Rick Engelkes

Nederland is niet bepaald een land met een traditie in zwarte komedies. Of beter gezegd: met een traditie in geslaagde zwarte komedies. ‘M.A.N’ vormt helaas geen uitzondering op de regel. Voor een film die zichzelf zo pertinent adverteert als ‘zwarte komedie’ is hij opvallend teleurstellend. De gedachte dat een komedie waarin een paar moorden gepleegd worden per definitie de kwalificatie ‘zwart’ kan krijgen is immers niet helemaal juist. De humor zelf moet ook zwart zijn en dat is waar ‘M.A.N.’ de plank misslaat. Maar laten we het label ‘zwarte komedie’ achterwege, dan blijkt er best een leuke en bij vlagen bizarre film over te blijven.

Wie de film kijkt naar aanleiding van de officiële synopsis, komt enigszins bedrogen uit. Een correctere omschrijving van de plot gaat als volgt. Een aantal maanden na de dood van haar man krijgt modeontwerpster Jeanine van der Schathuyzen (Isa Hoes) een tweede tegenslag te verwerken. De ontwerpen die zij en haar modepartner Olga van Walraeven (Medina Schuurman) voor een nieuwe lingerielijn hebben gemaakt, zijn door een concurrent gestolen. Een nieuwe lijn is voor de dames echter van levensbelang, omdat hun eens zo succesvolle modebedrijf in financiële moeilijkheden is gekomen. Met nog twee weken te gaan probeert het duo uit alle macht inspiratie te vinden voor een nieuwe collectie. Wanneer geldschieter Richard van Schoonhoven (Peter Faber) uit het niets met een voorstel komt, lijkt dat een geschenk uit de hemel. Maar schijn kan bedriegen.

De titel ‘M.A.N.’ staat voor ‘Met Andere Normen’. Volgens de officiële synopsis gaan die andere normen in op het moment dat de dames Van Walraeven en Van der Schathuyzen in het nauw komen met hun nieuwe lingerielijn. Feit is echter dat Olga vanaf het begin van de film al andere normen hanteert. Zij leidt een merkwaardig soort dubbelleven waar haar collega Jeanine niets van vermoedt. Hoe die twee ooit met elkaar in contact zijn gekomen en wat hun relatie precies is, wordt nooit echt duidelijk. Ze vormen een vreemd stel, wat nog eens geaccentueerd wordt door de keuze voor de hoofdrolspeelsters. Niet gehinderd door enige kennis van de serie ‘Rozengeur en Wodka Lime’ (waar beide speelsters bekend uit zijn) kan van de hoofdrolspeelsters in ‘M.A.N.’ gezegd worden dat Medina Schuurman vanwege haar kille oogopslag absoluut geloofwaardig is als doortrapte vamp, maar dat Isa Hoes geen moment overtuigt. Zij heeft het gewoon niet.

Wie het gelukkig wel heeft is Peter Faber, een van de weinige redenen waarom de film toch nog enigszins geslaagd genoemd kan worden. Het is een genot om deze oude rot het beste te zien maken van zijn rol als markante geldschieter. Hij is degene die de droge humor waar een zwarte komedie wel bij vaart, goed onder de knie heeft. Ook de overige bijrollen zijn heel aardig opgevuld, maar de meeste personages doen niet zo gek veel ter zake. Dat is vooral aan het script te wijten, waarin ze gewoon niet goed doordacht zijn uitgewerkt. De affaire die Jeanine heeft met een van haar jonge werknemers (gespeeld door Waldemar Torenstra) komt nauwelijks uit de verf en de subplot waarin deze jongen wraak wil nemen op de man die ineens alle aandacht van zijn minnares opeist, valt volledig dood. Het lijkt alsof er een paar aardige suggesties zijn gedaan voor het verhaal en dat elke suggestie half is uitgewerkt. Hierdoor is de film als geheel niet sterk.

‘M.A.N.’ poogt een zwarte komedie te zijn, maar het zwarte is veelal niet komisch en het komische is in de regel niet bepaald zwart. Het is dus een beetje van beide, maar samen is het net niks. De film mist bovendien een duidelijke richting en is daardoor slechts bij vlagen geslaagd te noemen. Blijft over: een geinig niemendalletje waar niemand wakker van zal liggen, maar waar ook zeker niemand voor hoeft op te blijven.”

Wouter de Boer