Mafia Wannabe’s – Wannabes (2000)

Regie: Charles A. Adessi, William DeMeo | 110 minuten | drama, misdaad | Acteurs: William DeMeo, Conor Dubin, Robert Daleo, Ray Serra, Daniel Margotta, John Palumbo, Joe Viterelli, Joseph D’Onofrio, John Glenn Hoyt, Vinny Vella, Joseph Daleo Jr., Joseph Carl Dibitetto, Richard Maldone, Michael Caldera, Robert Constanzo

Angelo en zijn jongere broer Paulie (Conor Dubin) wonen al hun hele leven in Brooklyn. Ze verdienen de kost als obers in een restaurant, maar dat is net genoeg om hun huisbaas elke maand tevreden te houden. Hun inkomsten zijn beslist niet toereikend voor de levensstijl waarvan Angelo vindt dat hij daar recht op heeft. Ook hun jeugdvrienden Pete (Daniel Margotta) en Dom (John Palumbo) zijn geen grootverdieners en de vier dromen tevergeefs van grote rijkdommen en alles wat daaraan vastzit.

Op initiatief van Angelo beginnen ze een carrière als bookmakers en woekeraars. Hun manier van handelen wordt steeds gewelddadiger en Angelo probeert met succes de zachtaardige Paulie zoveel mogelijk buiten schot te houden. Als ze een winkelier willen afpersen, krijgen ze te maken met de maffialeider Santo Mineri. Hij maakt hun duidelijk wie de baas is waarna ze met hem een pact sluiten. Angelo en zijn vrienden verdienen voor zichzelf en Santo op een gegeven moment zoveel geld, dat Santo Angelo wil opnemen in de familie en misschien zelfs tot opvolger wil aanwijzen. Santo’s zoon Vinnie had al eerder een hekel aan Angelo, maar nu is het oorlog. De film valt nog mee, als je verwachtingen heel erg laag zijn, en je superoptimistisch bent ingesteld, maar het is mogelijk. Dit daargelaten is de sfeer niet eens zo vervelend en de verhaallijn ook nog wel aardig. De manier waarop de vier nogal klunzig als bookmakers beginnen, is zelfs grappig. In eerste instantie lijden ze enorme verliezen als ze hun klanten steeds maar weer grote bedragen moeten uitbetalen, maar als er voor hen gunstige uitslagen komen en ze zich al rijk rekenen, geven hun klanten niet thuis.

Op papier zal het er beter hebben uitgezien dan het uiteindelijke resultaat. Het acteerwerk varieert van slecht tot zeer slecht. Joseph D’Onofrio klemt bijvoorbeeld zijn tanden opeen om zijn verbetenheid te laten zien, soms laat hij zelfs letterlijk zijn tanden zien om extreme woede uit te drukken. Dat stemt niet vrolijk. Verfrissend is wel dat het geweld een veel minder grote rol speelt dan in andere maffiafilms waarin dit al dan niet met opzet wordt verheerlijkt. Hier is er ook geweld, maar het is wat subtieler. Het gaat er vooral over hoe moeilijk het is om je aan armoede en slechte perspectieven te ontworstelen en dan is een carrière in de misdaad blijkbaar zo gek nog niet. Totdat iemand de rekening moet betalen.

Diana Tjin-A Cheong