Magic Trip (2011)

Regie: Alex Gibney, Alison Ellwood | 107 minuten | documentaire| Met: Ken Kesey, Neal Cassady, Jerry Garcia, Ram Dass, Ken Babbs, Phil Lesh, Paula Sundsen, Bill Kreutzmann, Kathy Casamo, Ron McKernan, Jack Kerouac, Timothy Leary, Allen Ginsberg, Jane Burton, George Walker, Steve Lambrecht, John Babbs

In 1964 ondernamen Ken Kesey (schrijver van “One Flew Over the Cuckoo’s Nest” en “Sometimes a Great Notion”) en zijn Merry Band of Pranksters, waaronder Neal Cassady (die weer model stond voor Dean Moriarty in Jack Kerouacs cultklassieker “On the Road”) een trip door Amerika. Vertrekpunt was La Honda (Californië). Het (geografische) doel was de World Fair in New York. Het middel was een International Harvester, een in psychedelische kleuren en vormen geschilderde bus, die huisvesting bood aan de grote groep mensen én film- en geluidsapparatuur. De bedoeling was namelijk om – als een soort reality-tv programma avant la lettre – de hele reis te documenteren. Het leverde zo’n tientallen uren aan ruw materiaal op, wat Kesey na die legendarische trip enkele keren toonde aan een select publiek (bij bijeenkomsten die The Acid Test genoemd werden, met als huisband The Grateful Dead). Maar de echte film kwam er nooit, omdat het volgens de in 2001 overleden Kesey onbegonnen werk was om dit tot een compact geheel te smeden. Gelukkig maar dat Alex Gibney en Alison Ellwood (bekend van de Oscarwinnende documentaire ‘Taxi to the Dark Side’) vele jaren later op het materiaal stuitten en genoeg afstand konden nemen van het gefilmde. Hun gesleutel aan de vele uren film resulteerde in het vaak vermakelijke en altijd historisch interessante ‘Magic Trip’.

‘Magic Trip’ laat ons zo beelden zien van een groep mensen die de meeste mensen alleen kennen van papier (bijvoorbeeld uit het boek The Electric Kool-Aid Acid Test van Tom Wolfe). Het perspectief, de kijker maakt bijna onderdeel uit van de Merry Pranksters, vormt de kracht van de film. De vooral als charismatisch bekend staande Neal Cassady, die een groot deel van de trip als chauffeur fungeert, blijkt een enorme spraakwaterval, met wie het nogal vermoeiend moet zijn op te trekken. De groep bezoekt Jack Kerouac (met wie het niet erg klikt); Allen Ginsberg maakt even zijn opwachting en we zijn getuige van de ontmoeting van de Merry Pranksters met Richard Alpert (beter bekend als Ram Dass). Ook brengt het groepje een bezoek aan Larry McMurtry, schrijver van “Lonesome Dove” en “The Last Picture Show”.

Leidraad in het tijdsbeeld dat ‘Magic Trip’ toont is de politieke staat van Amerika (John F. Kennedy was net vermoord) en de opkomst en het gebruik van LSD. Ken Kesey kwam voor het eerst in aanraking met LSD in 1959, in experimenten gefinancierd door de CIA toen hij studeerde. De CIA wilde het middel inzetten voor het verhoren van verdachten, als waarheidsserum. De beelden van Keseys hallucinaties zijn knap geanimeerd, en grappig, maar waarschijnlijk moet je zelf onder invloed zijn om de volle lengte van deze scène te kunnen appreciëren: ‘t gaat iets te lang door. En zo zijn er wel meer fragmenten in ‘Magic Trip’ die niet iedereen zullen boeien, niet alleen vanwege de homevideo kwaliteit van de beelden maar ook vanwege de soms nogal soapachtige inhoud (jaloezie en overspel vierden hoogtij in de bus). Daarnaast is het soms lachwekkend hoe de Pranksters hun ‘levensverrijkende’ LSD-trips ervaren. Desondanks is er historisch gezien altijd iets van waarde in de beelden, bijvoorbeeld wanneer onder invloed zijnde Pranksters met behulp van verf en water het eerste tie-dye shirt in de geschiedenis maken. En tekenend is ook dat de groep vaak gestopt wordt door de politie, maar altijd wanneer de camera’s uit de bus gehaald worden, gewoon weer door mogen rijden, ondanks de aanwezigheid van drugs aan boord.

Het werk dat Gibney en Ellwood en de rest van het team hadden om ‘Magic Trip’ te maken, is bewonderenswaardig. Sterker nog: het is eigenlijk een wonder dat de film er überhaupt is gekomen. Niet alleen was het bronmateriaal erg beschadigd en kostte het meer dan een jaar om de film te restaureren, veel fragmenten leken niet bij de audiotracks te passen en het was dus een gigantische puzzel om een en ander te matchen. Bijzonder zijn ook de commentaren van de Pranksters, die in de jaren zeventig zijn opgenomen en die in plaats van de geijkte talking heads hun visie op de beelden geven. Het past uitstekend bij de sfeer. Het zou overigens best interessant zijn om te zien hoe de Pranksters er nu uit zouden zien, maar de makers hebben er sowieso voor gekozen om het groepje min of meer als entiteit te tonen. Van een introductie van de afzonderlijke personages is nauwelijks sprake, afgezien van de echte naam en hun bijnaam, zoals Intrepid Traveller, Generally Famished, Gretchen Fetchin, Stark Naked en Zonker. Wat hun onderlinge verhouding, beroep of motivatie om mee te gaan is, blijft veelal achterwege. Dat is jammer, maar niet onoverkomelijk.

‘Magic Trip’ is geen must-see voor iedereen, maar wie meer wil weten over de geboorte van de jaren zestig cultuur en de geschiedenis van de Verenigde Staten in die periode is deze uitstekend gemaakte documentaire beslist een aanrader. Combineer het met ‘On the Road’ (2012) van Walter Salles en ‘The Substance: Albert Hofmann’s LSD’ (2011) en je mag jezelf bijna een expert noemen.

Monica Meijer

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 25 oktober 2012
DVD-release: 22 januari 2013