Marley (2012)

Regie: Kevin Macdonald | 144 minuten | documentaire, muziek | Met: Bob Marley, Ziggy Marley, Jimmy Cliff, Cedella Marley, Rita Marley, Cindy Breakspeare, Lee Perry, Lee Jaffe, Chris Blackwell, Bunny Wailer, Constance Marley, Danny Sims, Peter Marley

Ergens in het Jamaicaanse binnenland rijzen tientallen, mogelijk honderden beboste heuvels als eieren uit de bodem op. Het diepgroene gebied is van een Tolkieneske schoonheid en heeft in de lange documentaire ‘Marley’ een terugkerende, hypnotiserende rol. Als er ergens een land bestaat waar sprookjes bewaarheid worden, lijkt de gedachte, is het hier. Het gold in elk geval voor één sprookje, zelfs al viel het eind wat uit de toon: dat van Robert Marley. Hoe de bastaardzoon van een zwarte moeder en een blanke vader, geboren in een slaperig gat, getogen in een keiharde ‘achterstandsbuurt’, kon uitgroeien tot een icoon met een muzikale impact verwant aan die van The Beatles, en een herkenbaarheid gelijk aan die van Marilyn Monroe.

Wie in een Rohrschach-test plots met de naam Bob Marley zou worden geconfronteerd, moet sterk in zijn schoenen staan om niet meteen “Reggae!” te roepen. Want zelfs al is Bob Marley niet de oerbron en heeft elke boom vele wortels, zijn naam staat nu eenmaal symbool voor deze eigenzinnige muziekstroom. Maar zoals de reggae meer is dan Marley, herinnert deze documentaire van de Schotse regisseur Kevin Macdonald (‘The Last King of Scotland’) je eraan dat Marley veel meer is dan reggae – zonder predikend of propagandistisch te worden. De zelfbewuste, ‘militant vredelievende’ manier waarop de zanger in het leven stond (verwoord in zijn songteksten), sprak en spreekt mensen over de hele wereld aan. Om dat te laten zien, gaat ‘Marley’ verder dan de voor de hand liggende beelden van gillende Japanners (“Ze begrepen waarschijnlijk niks van de teksten, maar ze zongen wel elk woord mee.”) en bobbende Britten. Zo gaat de documentaire dieper in op het wat curieuze gegeven dat de concerten van Bob Marley en zijn band (The Wailers) in de V.S. lange tijd vrijwel uitsluitend door blanken werden bezocht. Niets mis mee, maar er werd natuurlijk wel een truc bedacht om het ook grote Afro-Amerikaanse publiek te veroveren. Tegen de tijd dat die episode uit de doeken wordt gedaan, is documentaire al ruim over de helft.

Macdonald heeft gekozen voor een conventionele, chronologische vertelling om Bob Marley en zijn muziek gedurende tweeënhalf uur nauwgezet tot leven te brengen. De wat alledaagse vorm lijkt een afspiegeling van de sobere levenswijze van Macdonalds onderwerp. Hij stierf zelfs zoals gewone stervelingen sterven, dus niet aan een overdosis, niet aan overconsumptie, noch aan een kogel (al had dat laatste zeker gekund). Ook bij leven leek Bob Marley niet van zins ten onder te gaan aan sterallures, overigens zonder daarbij de politieke en sociale waarde van zijn status te vergeten. Haalde hij zijn voeten al eens van de grond, dan was dat om te dansen, te voetballen, of om een vrouw te verleiden. Hoewel: het zouden vooral de vrouwen geweest zijn die de (verlegen) zanger verleidden. Benaderbaar was hij sowieso, volgens ooggetuigen: voor de gastvrij geopende toegangspoort van zijn Jamaicaanse Villa Kakelbont verschenen dagelijks massa’s landgenoten die ome Bob persoonlijk om hulp kwamen vragen. Waar of niet, een dergelijke anekdote past een man wiens naam zo uitstijgt boven zijn tijdelijke lichamelijkheid.

In ‘Marley’ zijn de verhalen beeldend, en de beelden verhalend. Ze spelen een goed georkestreerd spel met elkaar en met de soundtrack, al doende een overtuigende biografie creërend van dat halfbloed jochie uit dat golfplatendorp, waar uiteindelijk zelfs de Jamaicaanse minister-president niet meer omheen zou kunnen. ‘Marley’ rijgt sleutelmomenten uit het leven van de legendarische Jamaicaan aaneen. Oorzaak en (muzikaal) gevolg geven hierbij overtuigend de maat aan. Het bezorgt de documentaire een air van noodzakelijkheid en deze episodische weergave van een intens maar kort leven een aura van volledigheid en objectiviteit. Daar dragen niet vier of vijf, maar tientallen ‘talking heads’ aan bij, in een gestage, ritmische, ontroerende processie. Sommigen zie je één keer en daarna nooit meer, anderen worden oud en vertrouwd. Het is een gedurfde, tegen moderne filmwetten indruisende keuze (‘veel pratende mensen = saai’). Maar hier werkt ze, omdat al die statische stemmen onder regie van Macdonald samensmelten tot één bedreven en dynamische verteller, zoals de oude ijzervreter Robert S. McNamara dat solo was in de Oscar-winnende docu ‘The Fog of War’. ‘Marley’ = mooi.

Martijn Laman

Waardering: 4

Bioscooprelease: 10 mei 2012
DVD- en blu-ray-release: 15 augustus 2012