Menino – O menino e o mundo (2013)

Regie: Alê Abreu | 80 minuten | animatie, avontuur, familie | Originele stemmencast: Marco Aurélio Campos, Vinicius Garcia, Lu Horta

De volwassen animatiefilm is aan een opmars bezig en steeds meer geaccepteerd als een volwaardig filmgenre of festivalonderdeel. Vaak, zoals in het Braziliaanse ‘O menino e o mundo’ (‘De jongen en de wereld’), hebben deze films een kind als belangrijkste personage, maar is de wereld eromheen juist bijzonder volwassen, net als de existentiële thematiek die op jong en oud indruk zal maken. Zo ook in de moderne parabel ‘O menino e o mundo’, handgemaakt door Alê Abreu, een Braziliaanse (animatie)filmmaker en voormalig muzikant.

Als de jonge ‘menino’ (die bij de aftiteling Cuca blijkt te heten) op een dag ziet hoe zijn vader hem en zijn moeder achterlaat om elders werk te gaan zoeken, blijft hij rusteloos achter, de paar tonen van zijn vaders fluitspel koesterend. Het idyllische leven dat hij tot dan toe leidde, is niet meer. Als hij het niet meer houdt, besluit hij zelf op zoek te gaan naar zijn vader, en komt tijdens zijn zoektocht terecht in de moderne wereld, bij katoenplukkers, fabrieksarbeiders, depressieve forenzen en stedelijke armen.

Vanaf het eerste moment weet ‘O menino e o mundo’ te betoveren, zonder dialoog maar met een wonderschone aaneenschakeling van expressieve kleuren en vormen die van het scherm af spatten, dit alles ondersteund door een intense soundtrack gemaakt door Ruben Feffera en Gustavo Kurlat. De muziek maar ook alle andere geluiden zijn door het gebrek aan gesproken tekst des te belangrijker en de geluidsband is bijna een hoorspel, zo aanwezig en beeldend. Geluiden van de natuur, de Braziliaanse jungle met al haar geheimzinnige getjilp, gegrom, geruis en geritsel en later in het verhaal ook de dreigende geluiden van de geïndustrialiseerde grote stad. Getoeter, gerinkel, geschreeuw, geblaf maar ook aanzwellende sambamuziek wanneer een carnavalsoptocht voorbij komt. De basis van het beeldende verhaal – hoofdpersonages en hun directe omgeving – is getekend in simpele krijtstrepen, bestaand uit simpele cirkels en lijnen maar als geheel overweldigend mooi. Vooral de gedetailleerde wirwar van de natuur waarin de jongen opgroeit verbeeldt een fantastische wereld die nog het meest doet denken aan een goed gelukte combinatie van folkloristische Braziliaanse kunst en sommige werken van Miró. In heldere lijnen en felle kleuren zien en voelen we de wereld die Cuca ontdekt.

Gedurende de reis blijft Cuca hetzelfde onbevangen jongetje, met open blik de wereld tegemoet tredend, maar ondertussen wordt hij wel degelijk beïnvloed door alle ervaringen die hij opdoet. Pas tijdens de ontroerende ontknoping blijkt hoezeer hijzelf is veranderd. Door de originele opzet is de film tegelijk een verhaal vanuit de verwonderende blik van een kind, geheel in lijn met de tekenstijl, en een volwassen aanklacht tegen de niets ontziende massa-industrialisering, uitbuiting van arbeiders, het alles overheersende kapitalisme en daarmee verbonden sociaal-economische ongelijkheid en milieuverwoestingen. Meestal voelt de regisseur de balans tussen deze uitgangspunten goed aan, maar soms slaat de film door naar het niet zo subtiel verbeelde politieke perspectief. De plotseling in echte filmbeelden getoonde scènes van gekapt oerwoud en verwoeste natuur voelen erg plomp in de film gemonteerd. Terwijl de boodschap van ongelijkheid en het verschil tussen het romantische platteland en de monsterlijke megastad juist vanuit de ogen van het kind krachtiger gebracht wordt.

Hoe gecompliceerder de omgeving wordt waar de jongen terecht komt, hoe meer verschillende animatietechnieken gebruikt worden. De megastad inclusief gigantische hoger gelegen favelas en een bomvol strand waar scharrelaars een extra zakcentje proberen te verdienen, wordt bevolkt door dreigende wolkenkrabbers en in collagestijl geanimeerde reclames op elke ruit en in elke etalage, waar de onderdrukte onderlaag van deze samenleving – die verdacht veel aan de Braziliaanse doet denken, ondanks universele thematiek en de bewust vermeden specifieke locatie – dag in dag uit mee wordt geconfronteerd, als een illusie van wat hun leven zou kunnen zijn, als ze maar hard genoeg blijven ploeteren.

De film zit bomvol speelse visuele vondsten zoals alle vervoersmiddelen met hun dierlijke uiterlijk en de scène waarin Cuca een caleidoscoop krijgt en de wonderen van de stad op een magische manier in beeld worden gebracht. Het verhaal over opgroeien in een veranderende omgeving slaat zowel op iedere kijker individueel als op de wereld als geheel. De kijker reist in de schoenen van de kleine Cuca, mee met diens magische ontdekkingstocht.

Ruby Sanders

Waardering: 4.5

Bioscooprelease: 12 februari 2015