Michael Jackson: The Life of an Icon (2011)

Regie: Andrew Eastel | 149 minuten | muziek, documentaire

Ook na zijn dood blijft Michael Jackson de gemoederen bezighouden. Het proces tegen zijn voormalige lijfarts Conrad Murray, die verantwoordelijk wordt gehouden voor zijn overlijden, hield miljoenen mensen – vooral in Amerika – aan de buis gekluisterd. De naam van Jackson prijkte de afgelopen jaren bovenaan het lijstje van overleden artiesten en zal daar ongetwijfeld nog jaren blijven. Menigeen lijkt een graantje te willen meepikken van de successen die MJ tot The King of Pop maakten. Verzamelalbums, boeken en documentaires worden uitgebracht om de grote, tragische ster te eren (en om en passant de eigen zakken nog even te vullen). Concertpromotor en producent David Gest, al jaren een goede vriend van de Jackson-familie, besloot zijn eigen film uit te brengen, een documentaire die volgens hem recht doet aan de persoon die Michael echt was. ‘Michael Jackson: The Life of an Icon’ (2011) schetst een beeld van een buitengewoon getalenteerd artiest die slachtoffer werd van zijn eigen roem. Net als de grote ster zelf is ook deze documentaire zelden in balans, maar wel bijzonder fascinerend.

De film opent grimmig, met beelden van Jacksons huis op 25 juni 2009 en fragmenten uit het telefoongesprek met de alarmcentrale, gevolgd door nieuwsflitsen en krantenkoppen: Michael Jackson, The King of Pop, is dood. Dan duiken we de geschiedenis in met Michaels moeder Katherine, zijn oudere broer Tito en zijn oudste zus Rebbie (die overigens zelden interviews geeft). Ook vrienden van vroeger komen aan het woord. Er wordt teruggeblikt op ‘hoe het allemaal begon’. Hoe de vijfjarige Michael iedereen verraste met zijn loepzuivere vertolking van ‘Climb Every Mountain’, waarna zijn oudere broers hem onmiddellijk toelieten in hun muziekgroepje. Via talentenjachten maken de Jackson-broers naam in de muziekwereld en komen ze in contact met grootheden als Martha Reeves, Smokey Robinson, Dionne Warwick en Percy Sledge. Zij waren allemaal bereid om hun zegje te doen voor de camera. Want dat de kleine Michael een uniek talent was, niet alleen als zanger en muzikant maar ook als danser en entertainer, daar is iedereen het over eens.

Waar de periode bij de Jackson 5 uitgebreid aan bod komt, blijft de aandacht voor zijn muzikale solosuccessen wat achter. De album ‘Off the Wall’ en ‘Thriller’ worden nog wel aangestipt, maar daarna verdwijnt de muziek naar de achtergrond en wordt er toch vooral gesproken over de tol die al die successen eisen. Zijn steeds frequentere bezoeken aan de plastisch chirurg (volgens moeder Katherine maakte zijn huidziekte vitiligo hem nog onzekerder dan hij al was), zijn steeds sterker wordende afhankelijkheid van medicatie (volgens Gest veroorzaakt door een gruwelijke verbranding van een deel van zijn hoofdhuid), zijn vermeende homoseksualiteit (de Playboys en Penthouses zouden niet aan te slepen zijn geweest op zijn ranch Neverland) en de beschuldigingen van kindermisbruik (Gest: ‘Michael zei altijd dat hij zo van kinderen hield omdat ze onschuldig waren en hem niet veroordeelden of geld aan hem wilden verdienen.’) Allemaal schetsen ze het beeld van Jackson die veel te goed van vertrouwen was en dus ook in zee ging met mensen die misbruik van hem wilden maken. Hij was onzeker, verlegen, kinderlijk en naïef – compleet het tegenovergestelde van de man die hij werd wanneer hij het podium beklom.

Veelzeggend van zijn steeds sterker wordende verslaving aan medicatie zijn de beelden van de tweede rechtszaak die tegen hem was aangespannen vanwege kindermisbruik in 2005. Het feit dat hij wordt vrijgesproken lijkt nauwelijks tot hem door te dringen; treffender kan zijn verval niet in beeld worden gebracht. De vernedering van wéér een rechtszaak lijkt hij niet aan te kunnen en dus vluchtte hij in medicatie. Dokters met dollartekens in de ogen waren bereid hem de pijnstillers te geven die hij wilde, aldus biograaf J. Randy Tarraborelli. Ook Gest heeft er een mening over, zoals hij overal een mening over lijkt te hebben in deze documentaire. Als producer kan hij de toon van de film natuurlijk sturen. Zijn netwerk van beroemdheden kon hij aanspreken om klinkende namen aan zijn film te verbinden, sommigen hebben nauwelijks een bijdrage van betekenis. Whitney Houston bijvoorbeeld, zelf niet vrij van problemen, giechelt wat over Jacksons aap Bubbles en dat is het. Gest vult andere sprekers aan zodat hij zijn punt kan maken. ‘The Life of an Icon’ is daardoor natuurlijk niet bepaald objectief te noemen. En voor een evenwichtig beeld had Jacksons solocarrière wel wat meer aandacht verdiend.

Gest maakte vooral een film om zijn goede vriend te verdedigen en zijn talent te eren. De uitgebreide, rijke terugblik op de hoogtijdagen van de Jackson 5 vormt het hoogtepunt van deze documentaire. De tweede helft van de film probeert Michaels door schandalen besmeurde naam in ere te herstellen. Maar omdat alleen vrienden en andere sympathisanten aan bod komen, wordt een eenzijdig en ongenuanceerd beeld geschetst en verliest de film aan kracht. Het is begrijpelijk dat Gest het zo aanpakt, maar een neutraler benadering had deze documentaire, waarin een intrigerend beeld wordt geschetst van hoe roem levens kan verwoesten, zeker naar een hoger plan getild. Al is 150 minuten wel wat aan de lange kant om je punt te maken.

Patricia Smagge