Miral (2010)

Regie: Julian Schnabel | 112 minuten | drama | Acteurs: Hiam Abbass, Freida Pinto, Yasmine Elmasri, Omar Metwally, Alexander Siddig, Ruba Blal, Willem Dafoe, Vanessa Redgrave, Shredi Jabarin, Jamil Khoury, Makram Khoury, Doraid Liddawi, Stella Schnabel, Ami Weinberg    

Rula Jebreal, een uit Palestina afkomstige journaliste, zette in 2004 haar opmerkelijke levensverhaal op papier. Hoewel ze zelf in 1973 geboren werd, begint het verhaal al in 1947. Een door de VN opgesteld plan had bepaald dat Palestina moest worden opgedeeld in een Arabisch en een Joods gedeelte, maar nog geen half jaar later riepen de Joden de onafhankelijke staat Israël uit. De Arabische inwoners van Palestina werden met bruut geweld weggejaagd uit hun leefgebied. Huizen worden gebombardeerd, waarbij heel wat mensen omkomen. Vele kinderen raken wees. Het is Hind Husseini, een sociaal activiste uit een gegoede Palestijnse familie, die deze kinderen opving. Het landhuis van haar grootvader doopte ze om tot weeshuis; ze ving er steeds meer (wees-) kinderen op. Jarenlang. Eén van die kinderen is Rula Jebreal. ‘Miral’ (2010) vertelt hun beider verhaal. En ook dat van twee andere Palestijnse vrouwen, elk op hun beurt getekend door het eindeloze conflict dat zich al zo lang afspeelt op dat piepkleine stukje land in het Midden-Oosten.

Hiam Abbas kruipt in de huid van Hind Husseini. We zien haar toewijding aan de kinderen, die ze kleedt, voedt en opleidt. Ze is zo gefocust op haar taak dat ze niet eens oog heeft voor de avances van de Britse VN-officier Eddie (marginale bijdrage van Willem Dafoe). Van 1948 maken we een sprong naar 1967, de Zesdaagse Oorlog, waarin ook Oost-Jerusalem (voorheen nog Palestijns grondgebied) wordt ingenomen door de Israëliers. Onze eerste ontmoeting met Nadia (een sterke Yasmine Al Massri) is wanneer ze wordt verkracht door haar vader terwijl haar jongere zusje moet toekijken. Niet verwonderlijk dat de jonge vrouw wegloopt van huis en als buikdanseres de kost moet gaan verdienen. Ze vervalt in alcoholisme en belandt na een ongelukkig incident in een bus zelfs in de gevangenis. Daar ontmoet ze Fatima (Ruba Blal), van huis uit een verpleegster, die driemaal levenslang uitzit omdat ze geprobeerd heeft een bioscoop op te blazen.

De regisseur van de film, kunstenaar Julian Schnabel, gebruikt hier een indringende manier om de tragiek van zo’n terroristische aanval in beeld te brengen: hij toont close-ups van iedereen die op dat moment in de bioscoop zit, zodat de slachtoffers een gezicht krijgen. Via Fatima komt Nadia in contact met Jamal (Alexander Siddig), een goudeerlijke en vriendelijke imam met wie ze trouwt en een dochter krijgt, Miral. Nadia vervalt echter al gauw in haar oude patroon en kan niet van de drank afblijven. Haar losbandige levensstijl eist zijn tol; Nadia raakt in een depressie waar ze niet meer uitkomt. Haar liefhebbende echtgenoot ziet zich genoodzaakt Miral naar het weeshuis cq. de kostschool van Hind Husseini te sturen. Fast forward naar 1987, als de inmiddels bijna volwassen Miral (Freida Pinto) flirt met de PLO (en dan met name de jonge, door Omar Metwally gespeelde PLO-leider Hani) en in levensbedreigende situaties belandt tijdens de eerste Intifada. Het Israëlisch-Palestijnse conflict is al zo vaak onderwerp geweest van een film, dat het niet eenvoudig is om een originele invalshoek te verzinnen. Door de gebeurtenissen te bekijken vanuit de ogen van een aantal moedige en betrokken vrouwen, heeft Schnabel de mogelijkheid zich te onderscheiden van zijn collega’s. Hij heeft ervoor gekozen het bloedvergieten tot een minimum te beperken en de echte ‘grote gebeurtenissen’ in de wereldgeschiedenis aan de hand van archiefbeelden te tonen. Dat laat alle ruimte over voor een diepgaand psychologisch portret van de vier dames, zou je denken. Maar helaas duikt ‘Miral’ nergens de diepte in. Schnabel stipt alles lichtjes aan, maar doet er verder weinig mee. Waarschijnlijk omdat hij niet genoeg tijd heeft om zes decennia in twee uur te proppen.

‘Miral’ is bovendien een onevenwichtig geheel. Miral en Hind krijgen veel meer aandacht dan Nadia en Fatima (terwijl dat ook heel interessante vrouwen zijn). Op zich is dat geen ramp, ware het niet dat het slotakkoord, het verhaal rond Miral, nergens weet te overtuigen en de film dus een beetje doodbloedt. Haar relatie met Hani, haar betrokkenheid bij terroristische activiteiten, de verboden relatie tussen haar neef en zijn Joodse vriendin – het komt niet goed uit de verf. Of het aan de beeldschone Pinto ligt, die misschien wel iets té mooi is voor deze rol, of aan het script (want ook de ervaren en gelauwerde Abbas overtuigt niet echt) is niet helemaal duidelijk, maar het is wel zonde dat juist op het laatste ‘hoofdstuk’ de nadruk wordt gelegd. Schnabel kennen we van de artistieke hoogstandjes – hij is en blijft een kunstenaar – maar hij houdt zich hier opmerkelijk gedeisd. Je bent je er continu van bewust dat je naar een film zit te kijken, er blijft altijd een afstand tussen kijker en film.

Goede bedoelingen heeft ‘Miral’ genoeg. Het is belangrijk dat de levensverhalen van moedige vrouwen als Husseini en Jebreal verteld worden. Helaas is het Julian Schnabel niet gelukt een evenwichtig geheel te smeden van de levensverhalen van vier verschillende vrouwen, tegen de achtergrond van de Israëlisch-Palestijnse conflict. Hoewel het te prijzen is dat hij het oorlogsgeweld tot een minimum beperkt heeft, kan dit ingetogen drama door zijn gebrek aan diepgang helaas niet echt overtuigen.

Patricia Smagge

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 31 maart 2011