More American Graffiti (1979)

Regie: Bill L. Norton | 110 minuten | drama, komedie, oorlog | Acteurs: Candy Clark, Bo Hopkins, Ron Howard, Paul Le Mat, Mackenzie Phillips, Charles Martin Smith, Cindy Williams, Anna Bjorn, Richard Bradford, John Brent, John Lansing, Manuel Padilla Jr., Mary Kay Place, Rosanna Arquette, Delroy Lindo, Harrison Ford

Na het ongelooflijke commerciële en artistieke succes van George Lucas’ ‘American Graffiti’ (1973), waarmee de regisseur/schrijver/producent van onder andere ‘Star Wars’ en de ‘Indiana Jones’-franchise, zich voorgoed een plekje in de top van rijke en invloedrijke Hollywoodbonzen veroverde, was een vervolg op deze tienerkomedie geen verrassing. De film kwam er eigenlijk omdat Lucas met de toezegging van Universal Studios om ‘American Graffiti’ te maken, hen een optie voor een tweede speelfilm had gegeven. In zijn idee voor ‘Star Wars’ zag Universal echter geen brood, waarna Lucas het concept voor die film bij 20th Century Fox onderbracht.

De contractueel verplichte tweede film werd ‘More American Graffiti’. Lucas wilde het vervolg over de Californische vriendengroep donkerder en complexer maken en bedacht daarvoor een ingewikkelde constructie: elke verhaallijn zou in een ander beeldformaat opgenomen worden. Lucas heeft er echt over nagedacht, want naast het visuele aspect, is het ook nog functioneel: de afzonderlijke verhalen zijn opgenomen in het beeldformaat die er gezien het onderwerp bij past, zoals de vaak in split-screen en van verschillende camerastandpunten gefilmde scènes van Debbie – geïnspireerd door ‘Woodstock’ en de beelden in Vietnam die op een 16 mm film opgenomen zijn. Aantrekkelijk is dit niet, het maakt van ‘More American Graffiti’ een rommelig geheel, maar toegegeven: het is wel inventief. De regie en het scenario liet Lucas over aan de op dat moment nog vrijwel onbekende Bill L. Norton. Wel trad hij op als uitvoerend producent en was hij verantwoordelijk voor de keuze van de muziek, die evenals in de vermaarde voorganger weer om je vingers bij af te likken is.

Aan het eind van ‘American Graffiti’ wordt de kijker meegedeeld wat er later van de belangrijkste personages terecht zal komen. In ‘More American Graffiti’ zien we dit grotendeels gebeuren, maar in tegenstelling tot de eerste film vinden de gebeurtenissen in deze film niet op dezelfde avond plaats, maar op een viertal opeenvolgende Oudejaarsdagen (van 1964 tot 1967). Evenals het continue gewissel van beeldformaten, maakt dit de film erg chaotisch. Daarnaast raakt de kijker een deel van de spanning kwijt, omdat er gerefereerd wordt aan eerdere sterfgevallen.

Zoals het publiek dat ‘American Graffiti’ heeft gezien dus al weet, is Steve inderdaad verzekeringsagent en getrouwd met Laurie. John Milner is nog steeds niet volwassen geworden en probeert wanhopig een betaalde baan als drag racer te krijgen, terwijl hij nog steeds zijn charmes in de strijd gooit als er mooie dames voorbij lopen. Terry ‘The Toad’ vecht – erg tegen zijn zin – in de Vietnamoorlog en doet verwoede pogingen te deserteren en hippie Debbie probeert haar aan LSD-verslaafde vriend te strikken voor een huwelijk. De meeste hoofdrolspelers keerden terug voor hun rollen, alleen Richard Dreyfuss liet verstek gaan. Er wordt een nieuw personage geïntroduceerd, de jongere broer van Curt en Laurie (Cindy Williams), Andy (Will Seltzer). Door Andy raken Steve en Laurie ongewild betrokken bij een anti-Vietnamoorlog-demonstratie. Laurie en Steve hebben twee zoons, maar de geëmancipeerde Laurie wil graag een baan. Omdat Steve haar dit verbiedt krijgt het stel ruzie (alweer) en Laurie zoekt haar heil bij haar jongere broer. Dit levert wel een paar grappige scènes op, wanneer Laurie haar neiging Andy’s huis op te ruimen niet kan onderdrukken en Steve Laurie’s taken over moet nemen, maar echt boeiend wordt het nergens. Datzelfde geldt voor de verhaallijn van Debbie, omdat het vanaf meet af aan al duidelijk is welke kant het op gaat. De meest interessante verhalen zijn die van John en Terry. Bij John komt dit door de grappige en aandoenlijke scènes met de IJslandse Eva. Dankzij het doemscenario dat boven zijn hoofd hangt, maakt dat je oprecht emotioneel betrokken raakt bij deze ontluikende romance. De sequenties met Terry zijn nauwelijks grappig, maar geven uitstekend de onzin van de oorlog weer, vooral in de eerste scène, waarin hij zichzelf probeert te verwonden, zodat hij naar huis kan, maar door een kogelschot zijn collega’s op het verkeerde been zet.

Het niveau van ‘American Graffiti’ haalt de sequel niet, maar op zichzelf staand is de film minimaal voor de helft toch zeker onderhoudend genoeg om te kijken. Let nog op een korte cameo van Harrison Ford als hippiehatende politieagent en Rosanna Arquette in een van haar eerste rollen!

Monica Meijer