Moving McAllister (2007)

Regie: Andrew Black | 89 minuten | komedie | Acteurs: Mila Kunis, Ben Gourley, Jon Heder, Rutger Hauer, Mark Cantor, Patrika Darbo, Tomek Debowski, Billy Drago, Tennay Evans, Allyson Everitt, Mary Pat Gleason, Cathrine Grace, Whit Hertford, Peter Jason, Geoffrey Lewis, William Mapother, Ashley Munns, Maclain Nelson, Mark Noakes, Hubbel Palmer, Lucila Solá, Joe Unger, Zack Ward

“Een komedie die bewijst dat liefde soms op de meest onverwachte momenten opduikt”, zo luidt de ondertitel van de film. Nou, zo onverwacht is het allemaal niet, integendeel: hoe dit verhaal zich ontwikkelt ruik je al van mijlen ver.

Eigenlijk gaat het in het begin al mis, bij de casting om precies te zijn. Ben Gourley is absoluut charmant, vooral wanneer hij lacht, met die glimlach uit duizenden, van oor tot oor. Hij is dan ook een mooie jongen om te zien, echter, van werkelijk acteren heeft hij weinig kaas gegeten. Dat zijn personage een nerd is, moeten we geloven door zijn gestuntel en zijn uiterlijk, maar dat doen we net niet. Waarom niet? Omdat hij geen nerd is, maar een nerd doet. Het is niet onvoorstelbaar dat de acteur zich niet kan of wenst te verplaatsen in iemand met licht autistische neigingen, die erg op zichzelf is en die niet met meisjes om kan gaan. Gourley blijft iets te veel de mooie jongen.

Dit zorgt er direct voor dat het basisgegeven niet sterk genoeg is: “nerderige hielenlikker vindt liefde bij het eigenwijze nichtje van de baas.” Het contrast en dus het drama, is niet scherp genoeg voor een goede komedie. Om dit te compenseren duikt komiek Jon Heder halverwege de film op, als lifter. Heder maakt zijn belofte enigszins waar, voor zover regisseur en script het toestaan, met als hoogtepunt een hilarische scène (de leukste uit de film) waarin de twee jongens met elkaar moeten vechten in een kooi. Dit soort extremiteiten had er meer in mogen zitten om de boel wat peper en zout te geven.

Net als bij de gemiddelde soap begin je wel aan de karakters te wennen en aangezien het een en ander niet helemaal bagger is, houdt de film stand tot het -voorspelbare – einde. Wat overigens vooral te danken is, gek genoeg, aan de chemie tussen Mila Kunis (het nichtje) en Ben Gourley, die geen van beide indrukwekkende acteerprestaties neerzetten, maar als stel prettig uit de hoek komen. En Rutger? Okay, maar wel een heel klein rolletje.

Het script laat hier en daar wat steken vallen, maar dat had, met een betere cast en een duidelijkere visie in de regie, makkelijk ondervangen kunnen worden: goede komedie kan ook gedijen met een mager verhaaltje, mits er duidelijke statements worden gemaakt. Als (laatste) voorbeeld: de droomsequenties, ze zijn best aardig, ook een van de pluspunten van de film, maar vallen weg tegen het te gewone, risicomijdende karakter van de rest van het verhaal. Sleutelwoord van ‘Moving McAllister’: Aardig. Niet meer, niet minder.

Arjen Dijkstra