Mr. Skeffington (1944)

Regie: Vincent Sherman | 145 minuten | drama, komedie | Acteurs: Bette Davis, Claude Rains, Walter Abel, George Coulouris, Richard Waring, Marjorie Riordan, Robert Shayne, John Alexander, Jerome Cowan, Johnny Mitchell, Dorothy Peterson, Peter Whitney, Bill Kennedy, Tom Stevenson, Halliwell Hobbes

‘Mr Skeffington’ is een simpel moralistisch verhaaltje dat flink opgerekt en uitgemolken wordt, allemaal ten bate van de grote ster, Bette Davis. Voor deze film vergaarde Davis haar achtste Oscarnominatie, maar het is haar eveneens voor een Oscar genomineerde tegenspeler, Claude Rains, die in deze film het meest waarachtig overkomt als de (lange tijd) trouwe echtgenoot, die hoopt dat Fanny op een dag echte liefde zal kunnen voelen en geven. De enige persoon voor wie Fanny ooit wat gevoeld lijkt te hebben, is haar broer Trippy. Het is een gevoel dat verder lijkt te gaan dan simpele broederliefde.

Haar liefde voor Trippy is wat de hele film voortstuwt. Zo is de voornaamste reden dat ze met Job Skeffington trouwt, dat deze Trippy niet zal aanklagen wegens verdoezeling van bedrijfsgelden. Het is voor Fanny een puur zakelijke overeenkomst. Tijdens een boottocht op hun huwelijksreis merkt Job terecht op dat Fanny geen verliefde blik heeft, maar slechts een beleefde. Job heeft haar dan wel getrouwd, maar hij heeft haar niet gewonnen. Op de boot vindt een scène plaats die in feite het personage van Fanny, en de hele film, in een notendop is. Omdat het nu eenmaal zo hoort, vraagt Fanny aan Job of hij haar wil kussen. Maar de kus is spontaan noch romantisch: Fanny sluit haar ogen niet, en kijkt ook haar kersverse man niet aan. Nee, tijdens de kus is ze er alleen maar in geïnteresseerd of haar hoed en haar wel goed zitten, wat te zien is aan haar afdwalende blik en corrigerende handen. Je verwacht bijna de door ‘Sunset Boulevard’ onsterfelijk gemaakte zin “I’m ready for my close-up, Mr. DeMille” te zullen horen (al betrof het in die film een andere diva, Gloria Swanson).

Niet alleen Fanny laat echter weinig werkelijke emotie zien. Meneer Skeffington zelf loopt nu ook niet bepaald zichtbaar over van liefdevolle gevoelens. Claude Rains behoudt lange tijd die typische afstandelijke, licht cynische uitdrukking, die we kennen van zijn rol in ‘Casablanca’. Langzaam maar zeker worden we als kijker echter wel geraakt door zijn trouw en zijn bij tijd en wijlen liefdevolle blikken of opmerkingen. Fanny, aan de andere kant lijkt alleen maar oppervlakkiger en emotielozer te worden. Dit is dan wel voor een groot deel te verklaren door het uit haar leven verdwijnen van Trippy, het maakt de film er niet bepaald aangenamer of, belangrijker, interessanter op. De leegheid van Fanny’s gedragingen, gekoppeld aan haar steeds hoger wordende stem, zorgen voor een personage dat gaandeweg meer irritatie dan sympathie opwekt. Haar momenten van bezinning later in de film, wanneer ze haar jonge uiterlijk heeft verloren door difterie, helpen wel iets, maar niet genoeg. Daarbij komt dat het tegen het einde wel erg potsierlijk wordt, wanneer haar man blind terugkomt uit een concentratiekamp en Fanny zich eindelijk realiseert dat “een vrouw alleen mooi is wanneer er van haar gehouden wordt”.

Naast het niet geheel succesvolle hoofdpersonage, hoewel Davis zeker interessante, en komische “touches” in haar rol weet te stoppen, is de film gewoonweg te lang. Bijna tweeëneenhalf uur duurt ‘Mr. Skeffington’, en gedurende die tijd gebeurt er bar weinig. Wel van belang is dat meneer en mevrouw Skeffington een dochter krijgen. Fanny wil dit kind, dat ook Fanny heet, eigenlijk helemaal niet, omdat ze bang is dat het een aanslag betekent op haar uiterlijk. De dochter zorgt voor een paar treffende dramatische momenten. Eentje betreft een scène met haar vader in een restaurant, wanneer ze smeekt met pappa mee te mogen wanneer hij en Fanny gaan scheiden. Het is een opmerkelijk subtiele, en natuurlijke scène, met een indrukwekkende Rains, die enerzijds het beste voor zijn dochter wil (haar als Joods meisje uit gevaarlijke omgevingen houden), maar anderzijds zijn liefde voor haar, en zijn tranen, niet kan bedwingen.

Een andere mooie scène is met de reeds volwassen dochter die haar moeder confronteert met haar liefdeloze opvoeding. Oude Fanny wil nu als moeder en dochter met haar kind omgaan, maar jonge Fanny vindt het hiervoor te laat. Spijtig, maar begrijpelijk.

Er zitten goede, humoristische scènes in de film, zoals wanneer een jongeman op bezoek komt bij de Fanny’s thuis, en door de oude Fanny begeerd wordt, terwijl hij zelf meer voelt voor de jonge Fanny. Ook de dialoog is vaak gevat en droog, en zijn er leuke bijrollen. Toch zal de filmervaring uiteindelijk niet echt beklijven. De film is te lang, en de gebeurtenissen zijn te weinig interessant om veel betrokkenheid bij de kijker te veroorzaken.

Bart Rietvink