My Name is Khan (2010)

Regie: Karan Johar | 162 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Shahrukh Khan, Kajol, Christopher B. Duncan, Steffany Huckaby, Carl Marino, Tanay Chheda, Katie A. Keane, Mel Fair, Douglas Tait, Jimmy Shergill, Patrick Weil

Rizwan Khan (Shahrukh Khan) heeft als jongetje het geluk dat zijn moeder goed doorheeft hoe intelligent haar zoon is, ondanks het feit dat hij behoorlijk afwijkend gedrag vertoont veroorzaakt door het syndroom van Asperger. Met een beetje pech zou hij gemakkelijk voor idioot kunnen worden versleten, maar zijn moeder weet hem zelfs een grote mate van intimiteit bij te brengen waardoor hij minder dan zijn lotgenoten onder de ziekte lijdt. Niet alleen met zijn moeder heeft hij geluk, hij ontmoet nog veel meer mensen die hem begrijpen en hem nemen zoals hij is. Als hij na de dood van zijn moeder in navolging van zijn jongere broer naar Amerika vertrekt, ontmoet hij daar de beeldschone, levenslustige Mandira (Kajol), op wie hij stapelverliefd wordt en zij op hem. Ook met haar zoontje Sam kan Rizwan het goed vinden.

Rizwan en Mandira trouwen, zeer tegen de zin van zijn broer die bezwaren koestert tegen Mandira louter omdat ze leeft volgens het hindoeïsme en geen moslima is. Maar zijn vrouw komt hun wel feliciteren op hun trouwerij en overbrugt zo op het menselijk vlak de religieuze scheidslijn. Maar niet lang daarna volgt de aanslag op de Twin Towers in New York en heeft iedereen elkaar hard nodig, niet alleen moslims met hoofddoeken en baarden, maar bijvoorbeeld ook sikhs en hindoes. De wereld die eerst vol onbegrensde mogelijkheden leek te zijn, wordt grimmig en intolerant. Mensen verliezen hun baan, ze krijgen te maken met een boycot van hun zaken en worden zelfs fysiek aangevallen. Ook het gezin van Mandira en Rizwan ontkomt hier niet aan.

‘My Name is Khan’ doet heel erg denken aan ‘Forrest Gump’ (1994), zowel qua thematiek als opbouw zonder dat dit nu vervelend is, integendeel zelfs, want ook hier trekt de sympathieke toon je over de streep. In beide films is er sprake van een goedaardige, naïeve hoofdpersoon met een psychische stoornis die zich desondanks weet te redden in het leven door de hulp van allerlei liefhebbende mensen, zoals een zorgzame moeder en een liefdespartner en een hele rits anderen. Verder zien we ook hier iemand die op zijn leven terugblikt en daarvan verslag doet. Khan doet wanhopige pogingen om de Amerikaanse president te ontmoeten, hij moet hem beslist wat zeggen. Terwijl hij zijn uiterste best doet om dit voornemen tot uitvoering te brengen, schrijft hij in een notitieboekje alles op wat hij tegen Mandira en anderen had moeten zeggen, maar nooit heeft gedaan. Het resulteert in een bitterzoet verhaal over de liefde in al zijn facetten en verdraagzaamheid versus onverdraagzaamheid.

Het feit dat Khan terugblikt en hierbij het woord tot Mandira richt, doet het verhaal beslist goed. Je weet dat er iets gebeurd moet zijn waardoor deze man langs velden en wegen zwerft terwijl hij daar geestelijk en lichamelijk eigenlijk niet toe in staat is. Dat maakt nieuwsgierig en houdt de aandacht bijna tot het einde toe vast en dat is ook hard nodig bij een film van deze lengte. Soms zwalkt het verhaal van hier naar daar, maar onderhoudend is de film zeker. De acteurs gooien zich met veel energie, enthousiasme en humor in de strijd en op de momenten dat het moet, schuwen ze het sentiment niet. Dat laatste is flink vet aangezet, maar dat hoort ook wel een beetje als je de boodschap wil prediken dat iedereen met elkaar in vrede moet leven ongeacht religie en ras. Een beetje oubollige, erg voor de hand liggende boodschap misschien, maar als je er even over nadenkt, kan hij eigenlijk niet vaak genoeg voor het voetlicht worden gebracht en als dat op zo’n sympathieke manier gebeurt, zoveel te beter.

Diana Tjin-A Cheong

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 11 februari 2010