Near Dark (1987)

Regie: Kathryn Bigelow | 94 minuten | drama, horror, thriller, romantiek | Acteurs: Adrian Pasdar, Jenny Wright, Lance Henriksen, Bill Paxton, Jenette Goldstein, Thim Thomerson, Joshua John Miller, Marcie Leeds, Kenny Call, Ed Corbett, Troy Evans, Bill Cross, Roger Aaron Brown, Thomas Wagner, Robert Winley

Films als ‘Twilight’ en series als “The Vampire Diaries” doen vermoeden dan het eigenlijk best jofel is om een vampier te zijn. Je ziet er tot in de eeuwigheid uit als een jonge god, vrouwen vallen voor je mysterieuze uitstraling en als je verlangt naar een kloppende slagader sla je gewoon een glas koeienbloed achterover. Een leven waar menigeen voor zou tekenen, al dan niet in bloed. ‘Near Dark’ uit 1987 schetst een minder rooskleurig beeld van het vampierbestaan. Het is zwaar en gevaarlijk en als je ook maar een greintje geweten hebt, ga je er emotioneel aan onderdoor. Kijk maar naar Caleb Collon (Adrian Pasdar, de vliegende senator uit “Heroes”), een eenvoudige boerenzoon die na een liefdesbeet als bloedzuiger door het leven moet en het daar niet makkelijk mee heeft.

De vampiers waarbij Caleb zich aansluit gaan allemaal op een andere manier met hun honger naar bloed om. Bendeleider Jesse (Lance Henriksen) en zijn partner Diamondback (Jenette Goldstein) draaien al een tijdje mee en hebben geaccepteerd dat je als roofdier nou eenmaal slachtoffers maakt. Moord is routine. De sadistische Severen (Bill Paxton) moordt niet alleen uit noodzaak maar ook uit plezier, terwijl Mae (Jenny Wright) het juist zo humaan mogelijk aanpakt. En dan is er nog Homer (Joshua John Miller), die tijdens de jacht zijn eeuwig kinderlijke voorkomen uitbuit. Helaas kan Caleb zich er maar niet toe kan zetten om een leven te nemen, hoe hard zijn maag ook rommelt. Dat levert een pijnlijke scène op waarin hij zich als een piepkuiken door Mae laat voeren. “Het wordt tijd dat je voor je eigen eten gaat zorgen,” fluistert ze hem toe. Maar ja, Caleb is geen slagerstype, en daarmee maakt hij zich niet geliefd in de groep. Een groep die hij overigens wel nodig heeft, want zoals gezegd: het vampierbestaan is gevaarlijk.

Om ‘Near Dark’ een psychologisch drama te noemen gaat wat ver, maar regisseuse Kathryn Bigelow heeft wel degelijk oog voor de mens achter de vampier. Met name familiebanden spelen een grote rol. Jesse en zijn partner Diamondback fungeren als surrogaatouders voor hun bendeleden, die allemaal op hun eigen manier eenzaam zijn en een veilig nest zoeken. Daarnaast is er de echte vader van Caleb, die samen met Calebs zusje een zoektocht onderneemt naar zijn verdwenen zoon. Caleb komt uit een gezin waarin de moeder ontbreekt, en hij lijkt in de zorgzame Mae zowel een geliefde als een moederfiguur te vinden. “Great, the bloodsucking Brady Bunch!”, zou vampierjager Edgar Frog uit ‘The Lost Boys’ geroepen hebben, maar in ‘Near Dark’ pakt het allemaal weinig idyllisch uit. Calebs echte familie en surrogaatfamilie komen tegenover elkaar te staan en de gevolgen zijn dramatisch.

‘Near Dark’ combineert horror, drama, road movie en romantiek tot een stijlvol geheel dat volgens veel vampierfanaten een plaats verdient in de top tien van beste vampierfilms aller tijden. Bigelow verfilmt het door haarzelf geschreven verhaal met veel gevoel, maar deinst er ook niet voor terug om haar publiek te choqueren. Juist door het contrast tussen de warme, intieme momenten en het buitensporige geweld komt de film aan als een mokerslag, zoals de scène waarin Mae een jongen troost die weet dat hij als snack zal eindigen. Vakkundig camerawerk en de prachtige, tijdloze filmmuziek van Tangerine Dream doen de rest. ‘Near Dark’ heeft eigenlijk maar een groot manco, en dat is de ontknoping. Er blijkt een teleurstellend simpele oplossing te zijn die alle problemen oplost. Gelukkig voel je tegen die tijd al zo met de hoofdpersonen mee, dat je ze deze meevaller wel gunt.

Paula Koopmans

Waardering: 4