New Kids Turbo (2010)

Regie: Steffen Haars, Flip van der Kuil | 85 minuten | komedie | Acteurs: Steffen Haars, Flip van der Kuil, Huub Smit, Tim Haars, Wesley van Gaalen, Nicole van Nierop, Ruud Matthijssen, Bart de Rijk, Daan van Dijsseldonk, Rene Eljon, Chung Hwa Chao, Ad van Kempen, Frank Lammers, Hans Teeuwen, Patrick Stoof, Theo Maassen, Jaap Spijkers, Rutger de Bekker, Henry van Loon, Harrie van Rijthoven, DJ Paul Elstak, Jody Bernal, Peter Aerts, Annemieke Aalderink-Bakker

Als de eerste klanken van Luv U More van Paul Elstak over de openingsscène knallen, is de toon meteen gezet, en ben je voor de volledige duur van ‘New Kids Turbo’ meer inwoner dan toeschouwer in het Brabantse Maaskantje. Geheel volgens verwachting opent de film, zoals zoveel van de afleveringen van de serie, met Richard en Robbie – de twee grootste vrienden van het stel – die op het inmiddels bekende sportveld in hun dorp hun werkzaamheden, een fatsoenlijke smaak in biermerken en allerhande normen en waarden mateloos staan te verwaarlozen. Één voor één komen de andere achterlijke vrienden – Gerrie, Barrie en Rikkert – ook aanzetten, en kan de plot, of wat voor plot door moet gaan, aanvangen. Een filmversie kan niet steunen op enkel een paar geslaagde en minder geslaagde grappen binnen een non-existent verhaallijntje alleen. ‘New Kids Turbo’ pakt daarom uit met een situatie die de rest van de film, via opeenstapelingen van onwaarschijnlijke escalaties, de gelegenheid biedt naar een Flodderiaans uit de hand gelopen climax te werken. Door een min of meer toevallige samenloop van omstandigheden raken de vrienden op één dag alle vijf hun baan kwijt. Richard en Robbie worden door hun opzichter, een kort rolletje van Frank Lammers, redelijk terecht verweten tekort te schieten in hun werk, waarop ze hun spullen kunnen pakken. Rikkert wordt door één van vele andere Brabantse bijdragen (Hans Teeuwen) van zijn werk naar huis gestuurd uit oogpunt van kostenbesparing, en ook Barry wordt geveld door de recessie. Gerrie tot slot blijkt volledig onbekwaam voor zijn functie, wanneer hij de vork van zijn heftruck in een pallet televisies boort zonder daar ook maar een greintje schuldgevoel voor op te brengen.

Daarnaast hebben de heren hun persoonlijke zaken ook niet bepaald op orde, waardoor ze zich genoodzaakt zien gezamenlijk in het huis van Richard te verblijven. Daar weten ze de dagen te vullen met het omzetten van uitkeringen in vuurwerk, broodjes bakpao en onbehoorlijke voorraden Schültenbrau, totdat de maandelijkse inkomsten niet voldoende blijken om die levensstijl aan te kunnen houden. Gevijven togen ze naar de gemeente om bij een ongelukkige ambtenaar om meer geld te vragen, wat er vervolgens toe leidt dat ze hun recht op een uitkering volledig verspelen. En logischerwijs besluiten dan maar nergens meer voor te betalen. Dat gaat even goed, maar zorgt er uiteindelijk voor dat ze het aan de stok krijgen met deurwaarders, besnorde agenten, Peter “The Dutch Lumberjack” Aerts, en zelfs het Ministerie van Defensie en een klein legertje agenten van de Mobiele Eenheid. Inderdaad, dit is waar het verhaal sterke overeenkomsten met ‘Flodder’ begint te vertonen. Een schijnbaar onvermijdelijke bestemming, na een uiterst vermakelijke tocht die langs een hoop absurde, lompe en ronduit botte hilariteit voert – zoals we van de losse sketches gewend zijn. Naar goede traditie zijn er daarbij weinig omstanders veilig voor de strapatsen van het vijftal, en moeten behalve een aantal inmiddels bekende dorpsgenoten (“Wie is hier nou de snackbar?”) ditmaal ook Reinout Oerlemans, Jody Bernal en de goede smaak van iedere Brabander en Niet-Brabander het ontgelden.

“Dat deze film geen Oscars gaat winnen, zal niemand verbazen.” “Het verhaal is niet al te sterk, en dient alleen om de absurde karakters hun rol te laten spelen.” En natuurlijk de quote die al in de trailers opduikt: “Niemand komt aan Maaskantje!” Een greep uit een aantal mogelijke uitingen die in reacties en recensies op zullen duiken, die eigenlijk net zo weinig vertellen als de film zelf, laat staan iets toevoegen op je verwachtingen. Uiteindelijk hoeft het ook allemaal niet uitvoerig beschreven te worden. En werkt ‘New Kids Turbo’ gewoon omdat de serie ook werkt, en de verfilming van het uit de hand gelopen vriendenproject van Steffen Haars en Flip van der Kuil weinig anders is dan een aaneengeschakelde reeks afleveringen. Dat vereist de nodige verstandopnulheid, maar met een speeltijd die onder de anderhalf uur blijft, is dat goed vol te houden. En waarom werkt de serie? Omdat je soms niets anders wil dan naar een stel achterlijke malloten te kijken, die in hun beste accent en met veel plezier en overtuiging zichzelf, elkaar, en heel Brabant onsterfelijk belachelijk maken. Guilty pleasure, jonguh.

Robert Nijman

Waardering: 3

Bioscooprelease: 9 december 2010