Next Door – Naboer (2005)

Regie: Pål Sletaune | 75 minuten | drama, thriller | Acteurs: Kristoffer Joner, Cecilie Mosli, Julia Schacht, Anna Bache-Wiig, Michael Nyqvist

Wat zou je als man doen, wanneer je twee sexy buurvrouwen je binnen vragen, je mysterieuze en verlangende blikken toewerpen, en vervolgens één van hen, gekleed in een strak hemdje en kort rokje, onderuitgezakt op de bank gaat zitten en je vraagt hetzelfde te doen? Geen moment twijfelen en het je gemakkelijk maken, natuurlijk! Dat wil zeggen, als je je niet in de situatie bevindt van John in ‘Next Door’. De hierboven vermelde gebeurtenissen vertellen namelijk niet het hele verhaal. De essentiële gedeeltes worden opgemaakt door de specifieke omstandigheden waaronder dit alles plaats vindt, en de algehele dreigende sfeer. Er is namelijk iets eigenaardigs en beangstigends aan deze vrouwen.

Het begint al bij de kennismaking voor de deur van John. Wanneer hij zijn appartement wil binnengaan, wordt hij aangesproken door Anne, die vertelt net in de kamer naast hem is ingetrokken en vraagt hem of hij wil helpen iets zwaars te verplaatsen. Hij stemt toe, maar wil eerst even snel naar binnen toe. Anne neemt hier geen genoegen mee: “Heb je dan wat beters te doen?”, vraagt ze brutaal. Enigszins verbaasd gaat John dan maar meteen met zijn nieuwe buurvrouw mee. Anne klopt op haar deur en vlak daarna horen we geluid van een zwaar object dat weggeschoven wordt, wat (wederom) voor vreemde blikken zorgt bij John. Het blijkt om een kast te gaan, die werd weggeschoven door buurvrouw nummer twee, Kim genaamd.

De kast staat er, zo verneemt John, om het tweetal te beschermen tegen enge mannen. Echter, dit lijkt wat onwaarschijnlijk, aangezien de dames allesbehalve schuw en fragiel overkomen. Sterker nog, de enige die zich hier bedreigd voelt, of zou moeten voelen, is John. De vrouwen zijn assertief, plagend, en blijken erg veel te weten van Johns privé-leven. Wanneer ze suggereren dat hij seksueel niet meer veel te doen heeft omdat zijn vriendin bij hem weg is gegaan, heeft John het gehad. Afgezien van het feit dat zo’n opmerking brutaal is, vraagt John zich af hoe ze dit kunnen weten. De verklaring is dat de muren erg dun zijn, maar John heeft genoeg van deze spelletjes en gaat weer naar zijn eigen appartement. De vrouwen lijken een geheime agenda te hebben. Toch laat John zich middels een zielig verhaal weer naar zijn buurhuis lokken. Anne moet weg en vraagt John om op Kim te passen. Daar aangekomen begint het échte spel, dat uitmondt in een seksueel en gewelddadig samenkomen tussen Kim en John. Heel subtiel weet Kim hem handelingen te ontlokken, wat de kijker na doet denken over hoe ver een mens gebracht kan worden door manipulatie. John komt in eerste instantie erg timide over, maar wanneer hij op de “juiste” manier behandelt wordt, blijkt hij in staat te zijn tot verregaande sado-masochistische spelletjes, die in hun karakter en uitwerking gelijkenissen vertonen met “grensverleggende” episodes in ‘Fight Club’. Kan ieder mens tot dergelijke uitersten worden gedreven? Is het misschien zelfs zo, dat de mens dit stiekem wenst, maar door morele gedragscodes hier geen uiting aan kan geven? Wil de mens, als in ‘Fight Club’, een soort dierlijke benedengrens bereiken, om zichzelf vervolgens weer te kunnen opbouwen?

Maar net wanneer je denkt dat ‘Next Door’ een exploratie is van dit soort vraagstukken, krijgt het verhaal een andere wending. Droom en werkelijkheid gaan door elkaar lopen en de sfeer wordt steeds beklemmender. Het huis van de vrouwen wordt als een soort gevangenis ingezet, waarbij John steeds subtiel in een bepaalde kamer wordt ingesloten en als een rat in een doolhof bepaalde richtingen opgestuurd wordt. Maar niets is wat het lijkt. De onderlinge verhoudingen en karakterschetsen waar de toeschouwer aan is blootgesteld, blijken op een gegeven moment niet meer houdbaar te zijn. Ergens is dit teleurstellend, omdat zo de zorgvuldig opgebouwde thematiek en verbondenheid als een tapijt onder de toeschouwer vandaan worden getrokken, maar tegelijkertijd zorgt het voor boeiende nieuwe invalshoeken. Dit maakt het, toch niet geheel verrassende einde, misschien enigszins tot een anti-climax, maar het zorgt ook voor een diverse film, waar je je als kijker op verschillende manieren tot kunt verhouden, zowel emotioneel, als intellectueel gezien. De film is gewaagd, en heeft een wat ambigue genderpolitiek. Aan de ene kant kun je de film zien als bijna feministisch georiënteerd door de omverwerpingen van traditionele, seksistische opvattingen van gender – immers we hebben hier te maken met sterke, (seksueel) dominante vrouwen, en een fragiele, onderdanige man. Aan de andere kant doen bepaalde scènes weer exploitatief aan, zeker gezien het einde van de film. Een interessant spanningsveld, dus, in een film die vrijwel ieder moment fascineert.

Bart Rietvink