Paris nous appartient – Paris Belongs to Us (1961)

Regie: Jacques Rivette | 135 minuten | drama, thriller | Acteurs: Betty Schneider, Giani Esposito, Françoise Prévost, Daniel Crohem, François Maistre, Brigitte Juslin, Noëlle Leiris, Monique Le Porrier, Malka Ribowska, Louison Roblin, Anne Zamire, Paul Bisciglia, Jean-Pierre Delage, Claus Von Lorbach, Jean Martin, Henri Poirier, André Thorent, Jane Car, Jacqueline Dupuis, Claire Fischer, Teresa Gracia, Danielle Vercoutre, Liliane Weiner, Roland Daviller, Fernand George, François Robert, José Sebastian, Jean-Marie Robain, Jean-Luc Godard, Jean-Claude Brialy, Claude Chabrol, Jacques Demy, Jacques Rivette

In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt was niet François Truffauts ‘Les quatre cents coups’ (1959) of Jean-Luc Godards ‘A bout de souffle’ (1960) de film die het tijdperk van de Franse nouvelle vague inluidde, maar ‘Paris nous appartient’ van Jacques Rivette. Hoewel de film pas in 1961 in première ging, was de regisseur al drie jaar bezig geweest met het afwerken ervan. Rivette gold als de meest briljante criticus van het toonaangevende blad Cahiers du Cinéma, maar van alle filmmakers van de nouvelle vague (naast Godard en Truffaut onder anderen ook Claude Chabrol, Jacques Demy en Alain Resnais) behaalde hij de minste successen. De cruciale rol die ‘Paris nous appartient’, internationaal bekend onder de titel ‘Paris Belongs to Us’, speelde in de ontwikkeling van het genre, werd pas jaren later erkend. De amateuristische productie werd met een minimaal budget gemaakt; geldproblemen waren voor Rivette de voornaamste reden om de release van zijn debuutfilm op de lange baan te schuiven.

In ‘Paris nous appartient’ speelt Rivette in op de paranoia die eind jaren vijftig grip kreeg op idealisten, kunstenaars, intellectuelen en studenten. De Koude Oorlog borrelde al langer aan de oppervlakte en anticommunistische houding van de Amerikaanse regering zorgden aan de andere zijde van de Atlantische Oceaan voor veel frustraties. De naïeve studente Anne Goupil (Betty Schneider) komt via haar oudere broer Pierre (François Maistre) in contact met een groep intellectuelen. Onder hen theaterregisseur Gérard (Giani Esposito) en twee Amerikaanse bannelingen, schrijver Philip Kaufman (Daniel Crohem) en de knappe Terry (Françoise Prévost). Op een feestje vangt Anne verhalen op over ene Juan, een Spaanse avant-gardistische kunstenaar die in een web van intriges verstrikte raakte en nu dood is. Waarschijnlijk pleegde hij zelfmoord. Het verhaal maakte diepe indruk op de studente, die een onbedwingbare drang voelt om uit te zoeken hoe het daadwerkelijk gegaan is. Haar informatie hoopt ze los te kunnen peuteren bij Gérard, Philip en Terry, maar zij laten weinig los. De paranoia waaraan zij overgeleverd zijn, neemt langzaam maar zeker ook de controle over de onzekere Anne.

‘Paris nous appartient’ schetst een beklemmend beeld van het Parijs van eind jaren vijftig. Wat zich op het politieke wereldpodium afspeelde, leren we uit de geschiedenisboeken, maar welke rol nam die angst in het leven van idealistische burgers in? Van heinde en verre trekken mensen naar de Franse hoofdstad omdat ze vanwege hun denkbeelden niet meer welkom zijn in hun vaderland. Zo is schrijver Kaufman slachtoffer van de grondige heksenjacht die generaal McCarthy voerde om de communisten te verjagen uit de VS. Maar ook Spanjaarden, Hongaren en Russen zoeken hun geborgenheid in Parijs. Daar worden ze echter ook achtervolgd door paranoia, althans degene die zich in de kring begeven waarin ook Anne zich ophoudt. Rivette houdt de angsten bewust abstract: waarvoor men nou zo bang is wordt niet duidelijk, wat het mysterie van deze film alleen maar verder aanwakkert. Er wordt gesproken over een samenzwering, over mysterieuze zelfmoorden en mensen die zomaar ineens verdwijnen. Het blijft met opzet allemaal erg vaag, wat de naar duidelijkheid hunkerende kijker uiteraard frustreert. ‘Paris nous appartient’ is met zijn 135 minuten ook nog eens behoorlijk aan de lange kant. Twee uur en een kwartier kijken naar paranoïde mensen, zonder te weten waarom ze nou precies zo van streek zijn en zonder dat er écht veel gebeurt; het is geen eenvoudige opgave.

Gelukkig zit deze film boordevol boeiende acteurs, die het over het algemeen de moeite waard maken om te blijven kijken. Betty Schneider, Giani Esposito, Françoise Prévost; stuk voor stuk zetten ze intrigerende figuren neer. Op Anne na is eigenlijk niemand echt sympathiek, wat hen vooral erg enigmatisch en ongrijpbaar maakt. De nouvelle vague-liefhebber doet er goed aan zijn ogen de kost te geven, want in bijrollen en cameo’s zien we verschillende bekende gezichten. Onder anderen Jean-Claude Brialy, Claude Chabrol, Jean-Luc Godard en Jacques Demy komen voorbij. Het muzikale thema dat zich op de achtergrond steeds herhaald is ronduit vervelend. Voor de muziek hoef je deze film dan ook niet te kijken. Wel voor de prachtige zwart-witfotografie van Parijs, die meer dan de moeite waard is. De bekende trekpleisters van de stad zijn te zien door Rivette’s bril van paranoia en mysterie, wat vervreemdend werkt. Aardig zijn ook de verwijzingen naar filmklassiekers, waaronder ‘Metropolis’ (1927) en ‘Kiss Me Deadly’ (1955), een film die thematische overeenkomsten vertoond met ‘Paris nous appartient’.

Hoewel Rivettes debuutfilm een instabiele indruk maakt en op momenten langdradig, pretentieus en ongrijpbaar is, weet ‘Paris nous appartient’ ook mateloos te fascineren. Zowel op intellectueel als filosofisch niveau weet Rivette zijn kijkers te stimuleren. Dat de film uiteindelijk niet echt weet te bevredigen is jammer. Zoals alle nouvelle vague-films is ook deze rolprent ‘acquired taste’ – niet iedereen zal ‘Paris nous appartient’ kunnen waarderen. Besluit je de gok te wagen, wees dan voorbereid: Rivette schotelt je zeker geen hapklare brokken voor.

Patricia Smagge