Parradox (2010)

Regie: In-Soo Radstake | 87 minuten | documentaire | Met: Pim de la Parra 

De naam Pim de la Parra zal lang niet bij elke Nederlandse filmliefhebber direct een belletje laten rinkelen. De van oorsprong Surinaamse regisseur heeft vooral in de jaren zestig en zeventig van zich laten spreken en is daarna voor een deel van het toneel verdwenen. En omdat Nederland (in elk geval tot voor kort) ronduit slordig met zijn cultureel erfgoed omgaat, is de grote betekenis die De la Parra voor het ontstaan van een Nederlandse filmeconomie heeft gehad niet inbegrepen in de basiskennis van de doorsnee bioscoopganger. Alleen daarom al was het hoog tijd dat er een documentaire aan de man werd gewijd. Dat deze nota bene door een buiten Nederland geboren regisseur is gemaakt, is een teken aan de wand.

In-Soo Radstake (Seoul, 1979) heeft een bijzondere vorm gekozen voor zijn portret. In plaats van enkel af te gaan op archiefmateriaal en interviews met betrokkenen, is een van de belangrijkste uitgangspunten nadrukkelijk om De la Parra proberen te doorgronden door persoonlijk contact. Maar zo gemakkelijk geeft de listige Prince Pim zich niet bloot. Niet alleen bemoeit hij zich continu met de regie van de documentaire, ook geeft hij zelden rechtstreeks antwoord op vragen over zijn gevoelsleven. Zelfs wanneer vrienden er voor het oog van de camera op doorporren, geeft De la Parra ogenschijnlijk geen krimp. Hij negeert vragen en opmerkingen en prijst in plaats daarvan bijvoorbeeld na een lange stilte het eten.

Veel directer zijn daarom de opmerkingen die anderen over De la Parra maken. Zijn dochters, vrienden, voormalige collega’s en acteurs. Radstake heeft een interessante groep mensen bij elkaar weten te sprokkelen die stuk voor stuk zinvolle dingen te melden hebben. De meest tot de verbeelding sprekende zijn echter niet zozeer de opmerkingen over De la Parra’s (gevoels)leven, maar die over zijn plaats in de geschiedenis van de Nederlandse film. Paul Verhoeven roemt hem als pionier, Thom Hoffman spreekt zijn overtuiging uit dat De la Parra in elk geval gedeeltelijk is tegengewerkt en een oud-directeur van het Nederlands Filmfonds geeft heel diplomatiek te kennen dat in retrospect wellicht verkeerde keuzes zijn gemaakt bij het stelselmatig afwijzen van subsidieaanvragen.

Een groot deel van de documentaire is gewijd aan ‘Wan Pipel’ (1976) de Surinaamse film die het einde van De la Parra’s roemvolle tijdperk betekende. Een breuk met zakenpartner Wim Verstappen, het einde van Scorpio, een huwelijk dat op de klippen loopt en een leading lady (Willeke van Ammelrooy) die niets meer van een eventuele samenwerking wil weten. In ‘Parradox’ komen de twee uiteindelijk weer tegenover elkaar te zitten, maar is het pijnlijk zichtbaar hoe volstrekt ontoegankelijk De la Parra zich toont in persoonlijk contact. Het is een eigenwijze zak van heb-ik-jou-daar met een ego van hier tot Tokyo. Dat hij zich dikwijls overgeeft aan filosofische overpeinzingen aangaande de kosmos en zijn eigen nietigheid daarin, doet daarom des te meer aan als een flauwe afleidingsmanoeuvre in plaats van een oprechte overtuiging.

Nee, een fijne man is het zeker niet. Wel iemand met een extreem doorzettingsvermogen. De inmiddels zeventigjarige De la Parra is heel diep gegaan, maar heeft het altijd overleefd. Een van de mooiste en ontroerendste passages uit de documentaire, waarin De la Parra zijn masker tijdelijk laat zakken, gaat over een van zijn grootste tegenslagen: de zelfmoord van zijn zoon. Veel verder dan dat komt Radstake niet, maar dat is niet erg. Het grootste belang van de documentaire zit hem in feit dat er eindelijk recht wordt gedaan aan een belangrijke Nederlandse filmer. Dat het EYE filminstituut (dat de documentaire mede gefinancierd heeft) nog tijdens het filmen aangeeft dat het volledige oeuvre van De la Parra wordt gerestaureerd om voor de komende paar millennia bewaard te blijven, is een mooie kers op de taart.

Wouter de Boer

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 9 december 2010