Patton (1970)

Regie: Franklin J. Schaffner | 170 minuten | drama, oorlog, biografie, geschiedenis | Acteurs: George C. Scott, Karl Malden, Stephen Young, Michael Strong, Carey Loftin, Albert Dumortier, Frank Latimore, Morgan Paull, Karl Michael Vogler, Bill Hickman, Pat Zurica, James Edwards, Lawrence Dobkin, David Bauer, John Barrie, Richard Münch, Siegfried Rauch, Michael Bates, Paul Stevens, Gerald Flood, Jack Gwillim, Ed Binns, Peter Barkworth, David Healy, Douglas Wilmer, John Doucette, Tim Considine

Typerende scène voor generaal Patton. Op het Italiaanse eiland Sicilië blokkeren twee ezels de weg. Amerikaanse soldaten proberen met man en macht de beesten te verwijderen. Patton wil de stad Messina koste wat het kost eerder bereiken dan de Britse generaal Montgomery. Patton kijkt even naar het gedoe met de ezels, stapt uit zijn legervoertuig, knalt de dieren overhoop en vraagt zich hardop af waar alle drukte over ging.

Je houdt van generaal Patton (George C. Scott) of niet; er is geen middenweg. Aan de ene kant is hij een brute, autoritaire man, die ten koste van alles wil winnen en de schurft aan watjes heeft. Daarnaast is hij eigenwijs en gaat hij dikwijls in tegen de bevelen van zijn superieuren. Zijn ego is zo groot, dat hij ten koste van mensenlevens machtsspelletjes speelt met andere generaals. Aan de andere kant huilt hij over moedige soldaten en heldhaftige gevechten. Wanneer een ander in de knel zit, werpt Patton zich als eerste op om hulp te bieden.

De film belicht weliswaar beide kanten, maar hemelt de generaal vooral op. Patton is pure reclame voor de Verenigde Staten van Amerika en won, niet onverwacht, zeven Oscars. Meteen aan het begin vertelt Patton recht in de camera dat de Amerikanen onoverwinnelijk zijn en winnen hen in het bloed zit. Bovendien staan andere landen in de schaduw van Amerika. Britten zijn te netjes, Russen onbetrouwbaar en Duitsers moedig, maar dom.

‘Patton’ is meer biopic dan oorlogsfilm. De grijzende generaal staat voor alles waar Amerikanen dol op zijn: Eerst schieten, daarna vragen stellen. Hij houdt niet van halfzacht gezeur en gaat als een desperado het gevaar tegemoet. De film toont slechts terloops de grauwe realiteit van het slagveld.

De ode aan de generaal voelt misplaatst. Psychische problemen en gewetensbezwaren van jonge soldaten doet hij af als onzin. Daarnaast is de generaal niet de eerste en ook niet de laatste figuur met macht die in direct contact denkt te staan met god. Zo heeft hij s nachts visioenen waarin hij, met de hulp van de schepper, de wereld behoedt voor de ondergang. Waar hebben we dat eerder gehoord?

George C. Scott (‘Dr. Strangelove’, ‘Hardcore’) is geknipt voor de rol van Patton. Scott overtuigt als ouderwetse leider, die discipline hoog in het vaandel heeft. Hij is agressief, egoïstisch en heeft een heel klein hart. Scott beheerst alle gemoedstoestanden. Karl Malden is prima als de humane Amerikaanse generaal Bradley. Malden, bekend van de tv-serie “Streets of San Francisco”, is de rust zelve en blijkt Pattons beste vriend na het wapengekletter.

‘Patton’ is groots opgezet, maar behoorlijk eendimensionaal. Panorama’s van verre oorden, overvliegende vliegtuigen en triomfen van de generaal maken indruk, zeker. De film benadrukt echter teveel Amerika’s onaantastbaarheid en de glorierijke zijde van oorlog. De werkelijkheid in Vietnam en Irak leert ons anders.

Robbert Bitter