Penetration Angst (2003)

Regie: Wolfgang Büld | 98 minuten | drama, horror, erotiek, romantiek, misdaad | Acteurs: Fiona Horsey, Paul Conway, Amy Steel, Beth Steel, Jaye Macaulay

Wolfgang Bülds eerste deel uit zijn “sex and sin”-trilogie draagt de kiem in zich van een gelaagd, of in ieder geval inhoudelijk bevredigend verhaal. De titel ‘Penetration Angst’ doet immers een sterke psychologische lading vermoeden, waarmee men verschillende interessante paden kan bewandelen. Het thema van de angst voor seks (penetratie) vormt een verfrissende invalshoek, en lijkt niet te wijzen op zomaar een platte exploitatiefilm of een excuus om zoveel mogelijk naakt en seksuele handelingen te tonen. Helaas blijft de diepgang steken bij de handige titel en het uitgangspunt van de film, dat niet meer blijkt te zijn dan een gimmick. Wanneer het gezichtspunt van de film vervolgens afgewisseld wordt tussen dat van Dennis en Helen, en de meest bizarre episodes plaatsvinden die met het centrale thema – als hier al van gesproken kan worden – niets van doen hebben, verwordt ‘Penetration Angst’ tot een rommelig prutswerkje dat slechts het voordeel heeft een aantrekkelijke hoofdrolspeelster te bezitten.

Er had zoveel psychologische diepgang uit het gegeven gehaald kunnen worden dat Helen bang is om geslachtsgemeenschap met iemand te hebben, maar verder dan een gekunsteld en flauw jeugdtrauma komt de film niet. Het feit dat eenieder die seks met haar heeft, opgeslokt wordt door haar gulzige vagina – die later in de film regelmatig Helen lastigvalt door het kreunen van de woorden “voer me” – is inherent komisch, maar in plaats van het echt over de top presenteren van deze gebeurtenis, wordt er slechts even geschreeuwd en geslurpt en blijft er een hoopje kleren over. Het is hiermee slechts lachwekkend op een wenkbrauwenfronsende manier. Het enige groteske moment vindt plaats wanneer een man bij Helen orale seks wil uitvoeren en zijn tong naar binnen geslurpt wordt en onnatuurlijk lang wordt uitgerekt wanneer de man hem wil terugtrekken. Het doet even aan een extreme (hentai) mangafilm denken. Een ander moment van goed geslaagde humor is wanneer Helen haar zeurderige geslacht wil voeren met een potje knakworsten. Het maakt kennelijk niet uit wat voor vleesachtige substantie er naar binnen gaat, zolang het maar de juiste vorm heeft.

Arme Helen weet niet wat ze met haar lichamelijke afwijking aan moet en gaat dus maar tippelen in Londen. Ze zoekt dan maar verwerpelijke types op om als prooi te kunnen dienen voor haar onverzadigbare geslachtsdeel. Misschien dat ze daar nog een beetje mee kan leven. Maar ook dit gaat maar even goed. Wanneer ze op de camera van een slachtoffer ziet dat hij een vrouw en kinderen had, barst ze in huilen uit.

Hoewel amateuristisch gefilmd en geacteerd, had dit verhaalelement nog wel uitgebouwd kunnen worden tot iets semi-bevredigends. Maar wanneer de tamelijk onsympathieke en kleurloze Dennis op de voorgrond treedt en een bizarre, maar oninteressante relatie aanknoopt met (een deel van een) siamese tweeling, deze vervolgens op groteske wijze weer afbreekt en dan als halve gangster in een soort Bonnie & Clyde-situatie wordt gegooid met een stripper, lijkt het alsof Büld er geen vertrouwen in had dat één enkele verhaallijn genoeg zou kunnen zijn. Of misschien had hij zijn acteur Paul Conway een grote rol beloofd. In ieder geval zorgen zijn verwikkelingen ervoor dat de al niet bijster briljante film steeds verder wegzinkt in een moeras van onsamenhangendheid en wazige fantasiekronkels. Het enige waar je bij ‘Penetration Angst’ bang voor moet zijn is dat je je dood verveelt.

Bart Rietvink