Pet Sematary (1989)

Regie: Mary Lambert | 103 minuten | horror, thriller | Acteurs: Dale Midkiff, Fred Gwynne, Denise Crosby, Brad Greenquist, Michael Lombard, Miko Hughes, Blaze Berdahl, Susan Blommaert, Mara Clark, Kavi Raz, Mary Louise Wilson, Andrew Hubatsek, Liz Davies, Kara Dalke, Mathew August Ferrell, Lisa Stathoplos, Stephen King, Elizabeth Ureneck, Chuck Courtney, Peter Stader, Richard Collier, Dorothy McCabe, Mary R. Hughes, Eleanor Grace Courtemanche, Donnie Greene, Lila Duffy, John David Moore, Beua Berdahl

Deze ‘Pet Sematary’ is een verfilming van het gelijknamige boek van Stephen King. De verfilmingen van Kings boeken komen niet altijd even geslaagd over, maar deze onderscheidt zich in positieve zin. Al snel valt op dat er uitgangspunten worden gehanteerd die de kenners van King’s werk inmiddels overbekend zullen voorkomen. Het verhaal speelt zich af in een relatief afgelegen en kleine door bossen omgeven gemeenschap en er wordt ruim aandacht besteed aan de herkenbaarheid van de diverse voorbijkomende hoofdrolspelers en het geleidelijk opdoemend onheil. En dat bevordert voor een aanzienlijk deel de identificatie met de diverse personages en de effectiviteit van de in een later stadium opgeroepen horror.

Daarnaast valt op dat het eerste deel van deze film zich kenmerkt door een vrij ingehouden aanpak waarin vooral de nadruk wordt gelegd op een gestage duistere sfeeropbouw. Allereerst is de uitgangssituatie veelzeggend genoeg: het nabijgelegen dierenkerkhof, de daar achter gelegen mysterieuze begraafplaats, de voorbijrazende vrachtwagens… de ellende kan gewoon niet uitblijven. En het lukt deze film om vervolgens op effectieve wijze de nodige huiver op te roepen. Niet zozeer doordat de voorgeschotelde taferelen zijn doordrenkt van allerlei bloederige randverschijnselen, maar meer doordat het verhaal de kant opgaat van een bovennatuurlijke thriller: de geestverschijning van Louis overleden patiënt Victor Pascow, de flashbacks van Rachel’s mismaakte zuster Zelda, de via de begraafplaats weer tot leven gekomen huiskat Church die steeds vreemder en onaangenamer gedrag begint te vertonen, Jud’s verhalen over de vroegere weer tot leven gekomen dorpsbewoners die zich aan bizar gedrag te buiten gingen… Het zijn, temidden van soortgelijke gebeurtenissen, scènes die effectief bijdragen aan een geleidelijke spanningsopbouw waarbij op effectieve wijze de kijker langzaam een gevoel van onbehagen bekruipt en waarmee de opzet van het eerste deel van deze film dan ook geslaagd is te noemen.

In het tweede deel van de film raken de gebeurtenissen in een stroomversnelling, te beginnen met de scène waarin het zoontje Gage verongelukt. Hoewel van het ongeluk zelf, overeenkomstig de ingehouden aanpak die het eerste deel van deze film kenmerkt, niets in beeld komt is dit qua effectieve horror de tot dan toe meest aangrijpende scène. Daarnaast worden vanaf dit moment de zich afspelende gruwelijkheden grafischer van aard. Wel lijkt het, zeker in verhouding tot de geleidelijke opbouw die tot dan toe is gehanteerd, alsof er te veel ontwikkelingen in te weinig tijd de revue passeren, maar wel kunnen daarmee op gepaste wijze de nodige speciale effecten met de daarbij gepaard ranzige beelden langskomen. Uitmondend in de wat dit betreft meest gedenkwaardige scènes van de film wanneer de herrezen Gage vanuit het graf een boosaardige inslag meegekregen blijkt te hebben en dat op voortvarende en hardhandige wijze tot uiting brengt. Hetgeen onder andere uitmondt in het nodige bloederige hak-, steek- en bijtwerk dat vrij grafisch in beeld wordt gebracht. Daarmee verdwijnt weliswaar de ingehouden sluimerende duistere sfeer van het eerste deel van deze film naar de achtergrond, maar de uit de hand lopende gebeurtenissen komen in aansluiting daarop en binnen de context van het hele verhaal toch gepast over. En dat de speciale effecten afdeling zich keurig van zijn taak gekwijt heeft zal door de door de liefhebber des te meer gewaardeerd worden.

Naast de sterke punten vallen in deze film echter ook duidelijk de zwakke punten op. De logica is nogal eens ver te zoeken en wordt ondergeschikt gemaakt aan de uitgangspunten en ontwikkelingen in het verhaal. Ook ontbreekt het herhaaldelijk aan verklaringen. Hoe weet de student Pascow Dale’s naam? Waarom begint hij al zwaargewond over de begraafplaats? Hoe komen de begraven doden daar überhaupt weer tot leven? Waarom laat Jud Dale er zijn kat begraven gezien zijn eigen negatieve ervaringen uit het verleden? Waarom zetten Dale en Rachel met al die voorbijrazende vrachtwagens niet minstens een hek om hun gazon? Hoe kan de uit de dood opgestane Gage er zo ongeschonden uitzien? Hoe kan een kind van drie jaar een volwassene ophangen? Ook diverse andere onduidelijkheden in het verhaal vallen op. Niet dat regisseur Lambert wat dit betreft veel is aan te rekenen. Auteur King schreef ook het script van deze productie en was nauw betrokken bij de totstandkoming ervan. En de meeste op- en aanmerkingen die op deze film zijn te maken zijn rechtstreeks op zijn boek terug te voeren. Hierdoor zijn ook in deze verfilming diverse onlogischheden onmiskenbaar aanwezig. Jammer dat King daarnaast te ver is doorgeschoten door aan het script zaken toe te voegen die niet in zijn boek voorkomen, vooral met betrekking tot de geestverschijningen van de student Pascow. Zijn te veelvuldig opduiken komt vrij overbodig over. Ongetwijfeld is het met sfeerverhogend goede bedoelingen in de film opgenomen, maar het schiet door de twijfelachtigheid ervan zijn doel voorbij. Ook wordt er eens te meer door duidelijk dat om de horror in deze film te kunnen waarderen er niet al te zwaar getild moet worden aan de kunstmatigheden en onlogische zaken in Kings verhaal.

Degelijk acteerwerk verder van Midkiff en Crosby als het jonge echtpaar Creed. Daarentegen een wat te overspannen optreden van een jeugdige Blaze Berdall wiens wel erg vroegrijpe uitspraken nogal eens geforceerd en onnatuurlijk overkomen. Wel weer glansrollen van Fred Gwynne als de met het lot van de Creeds begane buurman Jud en Miko Hughes als de in een monster veranderde Gage. Vakkundig ondersteund door de kater Church die met zijn lichtgevende ogen en zijn boosaardige uitstraling een zo goed als onmisbare bijdrage levert aan de totstandkoming van de horror in deze film. Al met al is dit daarmee een film waarin de nodige minpunten zijn te bespeuren, die echter verre worden overtroffen door de pluspunten ervan. Een film ook die een van de betere verfilmingen van Kings boeken genoemd kan worden en die de liefhebbers van zijn werk en de overige horrorfans dan ook zeker zullen waarderen.

Frans Buitendijk

Waardering: 3

Bioscooprelease: 15 juni 1989