Plastic Planet (2009)

Regie: Werner Boote | 96 minuten | documentaire

‘Plastic Planet’ gedraagt zich, net als het onderwerp zelf, als een sluipmoordenaar. De eerste pakweg circa dertig minuten lijkt de film nog een tamelijk “onschuldige” nostalgische ontdekkingstocht te zijn, of misschien een veredelde aflevering van het consumentenprogramma “De Keuringsdienst van Waarde”, maar gaandeweg verandert de docu in een kritisch pamflet dat als een mokerslag aankomt en waarvan niet weg te kijken of te vluchten valt. Het is misschien naïef om te denken dat er iets substantieels te winnen of te bereiken valt maar ‘Plastic Planet’ is eigenlijk noodzakelijke kost voor ieder mens. Niet eens alleen om bewuster te worden over plastic maar ook om kritischer te staan en mondiger te worden ten opzichte van allerlei andere producten en goederen die ons als consument door de strot worden geduwd.

‘Plastic Planet’ begint als een informatieve documentaire geboren uit de liefde voor plastic, met als oorsprong de grootvader van documentairemaker Werner Boote, die zelf zijn hele leven werkzaam was in deze gigantische industrie. Wanneer Boote eindelijk een belangrijk persoon in de plastic-industrie te spreken krijgt, is er vooral ontzag aanwezig over de grote hoeveelheden plastic die verkocht wordt en de mate waarin elke andere industrie afhankelijkheid is van plastic. Wat een mooi en veelzijdig product is plastic toch! Er wordt slechts heel even, tussen neus en lippen door, een kritische tegenwerping geplaatst door Boote, door de vraag te stellen of plastic ook niet een grote last is voor de maatschappij. “De rondslingerende plastic zakken, bedoelt u?” vraagt de grote plasticbaas. “Tja, dat is meer een maatschappelijk probleem. Een bewustzijn dat bij de mens zelf gecreëerd moet worden.” En ja, daar zit wat in natuurlijk. Bovendien: ook al zullen er altijd mensen blijven die vervuilend en verkwistend zijn en dit met plastic niet zo handig is, we moeten er toch niet aan denken om alle gemakken die plastic – of kunststof – artikelen en bestanddelen ons bieden, zouden moeten missen. Toch?

Langzaam maar zeker – tussen wat saaiere en weinig functionele episodes door – onthult de documentaire echter een reeks steeds verontrustende wetenschappelijke feiten over de schadelijke aard van verschillende bestanddelen van plastic. En niet alleen voor het milieu, maar ook voor de mens zelf. Aanvankelijk denkt de kijker nog dat bepaalde beweringen wellicht ontkracht zullen worden of alleen van toepassing zullen zijn op sommige inmiddels uit de handel genomen materialen, maar niets is minder waar. Het verhaal wordt steeds erger, zonder dat er een bevrijdend, hoopvol woord van de maker langskomt, met als resultaat dat de kijker met een kater van jewelste achterblijft. Het maakt ook van ‘Plastic Planet’ niet zomaar een onbeduidend informatief filmpje van iemand die toevallig gecharmeerd is van plastic. Het is een regelrecht pamflet en een grootse aanklacht geworden tegen een niet te stoppen product en industrie die wellicht weinig mensen zal bereiken en nauwelijks iets teweeg zal brengen, maar waarbij toch ieder greintje van bewustzijn bij de consument als winst geldt.

Het lijkt erop dat Boote er ook echt zelf pas gaandeweg achterkomt hoe schadelijk plastic eigenlijk is – en zo niet, dan speelt hij het bijster goed – en dit geeft de film alleen maar extra kracht. De kijker wordt in feite in Boote’s schoenen geplaatst, die als naïef klein duimpje in een grote onbekende wereld terecht komt en tijdens zijn reis volwassen wordt, zijn onschuld verliest, en van een bewonderaar verandert in een criticus. Zelfs Michael Moore-achtige praktijken zijn hem niet vreemd in de film, zoals te zien in scènes waarin hij met een koffer vol met (700) rapporten over de schadelijke aspecten van plastic een beurs (over plastic) bezoekt om de eerder door hem gesproken grote baas te confronteren met zijn nieuwe bevindingen. Ook laat hij  op dezelfde beurs de bezoekers middels een megafoon weten hoe slecht plastic eigenlijk is en plakt hij in de supermarkt waarschuwende stickers (zoals “plastic zorgt voor impotentie” en “plastic zorgt voor hersenafwijkingen”) op allerlei plastic (verpakte) artikelen. Dit soort scènes doen het leuk op film, maar het is natuurlijk weinig subtiel of effectief. Boote signaleert verschillende gevaren, maar wat nu? Als we Boote en de wetenschappers die hij heeft geraadpleegd mogen geloven, is het namelijk echt een serieus probleem. Wanneer Boote zijn bloed laat testen, blijkt dat door zijn aanraking met plastic zijn zaadproductie met 40% is afgenomen en in een onderzoek bij steriele koppels blijkt ook dat zij meer bestanddelen van plastic in hun bloed hebben zitten dan “gebruikelijk”. Plastic kan miskramen veroorzaken, en onder meer baby-drinkflesjes van polycarbonaat kunnen schadelijke stoffen loslaten wanneer ze worden opgewarmd. Het is allemaal geen informatie om vrolijk van te worden. Maar wat moeten we doen nadat we in een dip zijn geschoten? Het volledig kartonnen doosje waarin de dvd verpakt komt is natuurlijk erg zelfbewust en maatschappelijk verantwoord, maar is het een gimmick of kunnen we er echt wat mee?  Ondertussen doet de plastic-industrie (natuurlijk) of ze van niets weet. De film laat zien dat bepaalde fabrikanten weet hebben van de kankerverwekkende bestanddelen van hun producten maar hierover niets naar hun werknemers communiceren of voldoende doen om ze te beschermen. ‘Plastic Planet’ voelt wat dat betreft, en ook qua grootte en de belangen van het onderwerp, aan als de rechtszaak (en zaken) die zijn aangespannen tegen de tabaksindustrie zoals zo sterk dramatisch verwerkt in Michael Manns ‘The Insider’. Het zou mooi zijn als de plastic-industrie hier ook op zijn minst enige toezeggingen of knievallen zou moeten doen. Tot die tijd moet de kijker maar gewoon lering trekken uit ‘Plastic Planet’. Dit hoeft niet meteen een afzwering van plastic te betekenen maar wellicht een iets selectiever of bewuster consumptiegedrag. Boote blijft zelf tijdens zijn docu immers ook gewoon uit PET-flessen drinken en plastic artikelen gebruiken op manieren die vermoedelijk riskant zijn. Misschien is dit meer vanuit het besef dat het toch al te laat is om de huidige generatie(s) te redden dan het idee dat het allemaal nog wel meevalt, maar het is voor de kijker tenminste nog een relativerende strohalm om aan vast te houden. Wees dus voorbereid, maar ga de film vooral zien!

Bart Rietvink