Popstar (2005)

Regie: Richard Gabai | 91 minuten | komedie, familie, romantiek | Acteurs: Aaron Carter, Alana Austin, Vanessa Angel, David Cassidy, Kimberly Kevon Williams, Adrianne Palicki, Mary Elise Hayden, Deena Dill, Andrew Stevens, Natalia Livingston, Leif Garrett, Tracy Scoggins, Rachel Thorp, Rick Overton, Andrew Ehrlich, Tom Bosley, Stella Stevens, Richard Gabai, Sammy Stevens, Robyn Stevens, Jillian Barberie, Tommy Snider, Jean Martirez, Kyle Martirez McIntosh, Wes Robinson, Gary Garfinkel, Erin Tanner

In ‘Popstar’ is de hoofdrol voor een heuse popster (nouja… popster is wel een erg groot woord) weggelegd, namelijk Aaron Carter. Inderdaad, het jongere broertje van ex-Backstreet Boy Nick Carter, die al een aantal jaren probeert aan de weg te timmeren. Ookal heeft Aaron enkele zeer grote namen gedate (waaronder Hilary Duff en Lindsay Lohan), zelf heeft hij maar matig succes. Toevallig genoeg is dat ook precies het lot dat ‘Popstar’ staat te wachten.

Aaron Carter dus als immens populair tieneridool J.D. (echte naam Joe), die – om in de film uiterst onduidelijk aangegeven redenen – terug moet naar de middelbare school. Als hij het jaar niet haalt mag hij van zijn moeder ook geen zomertour doen. En in dat geval verliest hij zijn sterrenstatus en zal de platenmaatschappij hem vervangen. De druk is dus best groot en een extra probleem is dat hij faalangst heeft. Op een hoogst onwaarschijnlijke manier komt daar ineens Jane (Alana Austin) in beeld, die natuurlijk staat te popelen haar grote idool te helpen. Overigens verdwijnt halverwege de film op mysterieuze wijze haar beugel, maar dat is niet het enige onwaarschijnlijke en ongeloofwaardige; de film zit vol clichés, maar gek genoeg ontbreekt van een rode draad elk spoor.

Zowel Aaron en Alana zijn niet bepaald geschikt om een verhaal te dragen en al helemaal niet deze draak van een film. Beiden komen onnatuurlijk over en van chemie ontbreekt elk spoor. Daarnaast is overduidelijk te zien dat Alana vijf jaar ouder is en dat Aaron nogal last heeft van een jeugdige huid. De bijrollen zijn niet veel beter. Om het nog erger te maken zit onder de helft van de scènes de cheesy songs van Aaron Carter geplakt om het geheel nog ‘kaziger’ te maken.

De plot is onsamenhangend en afgezien van de paar hoofdrolspelers duiken in sommige scènes steeds dezelfde hoofden op die een of twee zinnetjes te zeggen hebben. Wat en wie ze precies zijn blijft een raadsel. Waarschijnlijk was het de bedoeling meer diepgang of humor aan te brengen, maar geen van beiden is gelukt. Het resultaat: vreselijke onderbrekingen met daarin mensen die absoluut geen binding lijken te hebben met Jane, het verhaal, de film of zelfs het acteren an sich.

Het is al erg genoeg dat je van cliché naar cliché wordt gesleurd, maar als dan ook nog eens alle logica ontbreekt heb je als film echt het dieptepunt bereikt. ‘Popstar’ en zijn acteurs weten niet uit het diepe dal te klimmen; de 91 minuten kruipen tenenkrommend langzaam voorbij. Desondanks mag ‘Popstar’ zich toch een succes noemen. Een groot succes in falen welteverstaan.

Tessa Obbens