Rabia – Anger (2006)

Regie: Oscar Cardenas | 74 minuten | drama | Acteurs: Carola Carrasco, Constanza Aguirre, Camila Aguirre, Daniela Yuri

Wachten, wachten, wachten. Camila is een vrouw in de bloei van haar leven, maar in ‘Rabia’ schiet ze alleen maar wortel. Ze leeft van het ene sollicitatiegesprek naar het andere, en ze is niet de enige. In zes ‘hoofdstukken’ zien we hoe Camila samen met andere, meestal jonge, vrouwen wacht tot ze een kans krijgt om een goede indruk te maken. In de wetenschap dat ze maar een kleine kans maakt op de baan. Die hoofdstukken spelen zich stuk voor stuk af in de wachtruimtes van weer een ander bedrijf. Het ene moment staat ze op de gang, het andere moment zit ze in een computerlokaaltje, of op de trap. Of moet ze zelfs buiten wachten. Dat vernederende wachten hoort er blijkbaar bij, en het is zichtbaar dat ze er steeds meer moeite mee krijgt.

Als kijker wacht je het grootste gedeelte mee. ‘Rabia’ is een zeer zwijgzame film. De videocamera laat slechts de gezichten zien van Camila of de andere meisjes, zit soms zeer dicht op de huid, en registreert de stilte of de zinloze en gefrustreerde gesprekjes tussen de dames. De hoofdstukken worden afgewisseld met fragmenten uit een sollicitatiegesprek waarbij we alleen Camila in beeld zien: antwoord gevend op de ene na de andere irrelevante vraag.

De zwijgzaamheid, de low-budgetstijl, de schokkerige camera en de frustrerende uitzichtloosheid: je moet er tegen kunnen als kijker. 74 minuten duren tijdens ‘Rabia’ erg lang. Maar dat gevoel is natuurlijk ook de bedoeling van regisseur Cardenas. Zo voelt Camila het immers ook. En, het moet gezegd worden, als je je eraan overgeeft werkt het wel. Voor je het weet word je meegezogen in die opgekropte stilte van Camila. De gesprekjes die tijdens elk hoofdstuk de lange stiltes doorbreken helpen daar goed bij. Het is óf knap acteerwerk, óf nog knappere regie, maar de dialogen zijn zó naturel dat de film vaak aandoet als een documentaire.

En hoewel de meeste gesprekken niet echt veel diepgang hebben (zoals dat gaat als men elkaar niet kent en men vooral met elkaar praat om de ongemakkelijke stilte te doorbreken) geven ze bij elkaar toch een onthutsend beeld van de frustraties van een generatie Chilenen die opgroeit in een land met blijkbaar zeer beperkt economisch perspectief.

Pas op het allerlaatst wordt de lethargie en de stilte doorbroken. Camila lijkt eindelijk een baan gevonden te hebben, maar wordt al snel ruw wakker geschud uit haar illusie. Het dramatische einde van ‘Rabia’ doet je weer bedenken dat ‘Rabia’ toch echt een speelfilm is. En hoe begrijpelijk dit dramatische einde ook is, het doet toch een beetje afbreuk aan de hypnotische uitzichtloosheid die Camila de hele tijd in haar greep hield.

Haar opgeslagen woede komt tot uiting, maar misschien was het einde wel nóg dramatischer én realistischer geweest als ze de woede níet had geuit.

Daniël Brandsema